Israël in gevaar: droevigste dag in het joodse jaar is weer voorbij
Toen vorige week de aanval van de Iraanse ayatollah’s en Hezbollah uitbleef, begonnen sommigen van ons te vermoeden: het gaat wéér op een joodse gedenkdag gebeuren! Dat te meer als je bedenkt dat de aanval van 7 oktober 2023 precies samenviel met Sj’mini Atzèret, de ‘laatste, grote dag’ (Joh. 7:37) van het Loofhuttenfeest, direct gevolgd door Simchat Torah, ‘Vreugde der wet’. Deze laatste is een van de vreugdevolste dagen van het joodse jaar, zoals Tisja be’Av de droevigste dag van het joodse jaar is. Jom Kippoer, Grote Verzoendag, is de ernstigste dag, Tisja be’Av de droevigste dag. Dit jaar begon Tisja be’Av op maandagavond 12 augustus en eindigde op dinsdagavond 13 augustus.
Tisja be’Av betekent ‘negende [dag] van [de joodse maand] Av’. Op (of omstreeks) die dag werd in 586 voor Christus de tempel van Salomo verwoest door de Babyloniërs, en werd in 70 na Christus de tempel van Herodes verwoest door de Romeinen. Dat is honderdmaal erger dan dat een schitterende historische christelijke kerk verwoest zou worden, want zonder die prachtige kerk zou het christendom toch gewoon kunnen doorgaan. Maar de religie van Israël kan, als de tempel verwoest is, niet gewoon doorgaan omdat er geen offers meer gebracht kunnen worden. Christenen hebben er vaak geen idee van wat dat voor de vrome Jood betekent: een Pèsach zonder Paaslam, een Jom Kippoer zonder de zondoffers, enzovoort. Daarom bidt de vrome Jood elke dag dat de tempeldienst toch zo spoedig mogelijk hersteld mag worden; en hij weet heel goed dat daartoe eerst de komst van de Messias en het herstel van de tempel moeten plaatsvinden (zie vooral Zach. 6:12; Ezech. 40-44).
Praatmee