Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
(Politieke) vrijheid, dat is vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie en ideologie, vrijheid om de regering te kiezen die je wilt. Dat vrijheidsideaal vind je in alle beschaafde landen in de wereld – maar is het altijd zo zuiver? Vooral politiek ‘rechts’ heeft het graag over ‘vrijheid’, soms tot in de namen van partijen aan toe: ‘Volkspartij voor Vrijheid en Democratie’ (VVD), ‘Partij voor de Vrijheid’ (PVV).
Voor rechtse Amerikanen is de term ‘vrijheid’ nog veel belangrijker dan voor rechtse Europeanen. De genoemde vrijheden zijn voor hen niet voldoende. In de afgelopen weken zagen we via de Amerikaanse media heel wat Amerikanen die beweerden dat ze zouden vechten voor hun ‘vrijheid’. Dat is opmerkelijk. Als ze gezegd hadden: ‘Ik wil vechten omdat in dit land op grote schaal geknoeid wordt met de verkiezingen’, dan had ik dat begrepen (ook al is er helemaal geen bewijs voor die stelling). Maar opkomen voor je vrijheid? Wat hebben de verovering van het Capitol op 6 januari jl. en de onlusten van de voorbije dagen met ‘vrijheid’ te maken? En denk erom: de meeste Amerikanen die dit roepen, noemen zich tevens christenen, en dus zijn hun argumenten voor ons allemaal zeer belangwekkend.