Met God op pad: Een ongelofelijk tafereel!
In het dagboek ‘Met God op pad’ neemt John Lapré de lezer mee op een ontdekkingstocht van 365 dagen door de Bijbel. Ontdek de rode lijnen van ieder Bijbelboek, met toepassingen op het leven van vandaag! Cvandaag deelt 12 weken lang een fragment uit dit dagboek. Vandaag het eerste deel: Genesis 2: 4-9.
Toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen. (Gen. 2:7)
Wat een ongelofelijk tafereel.
God bukt, raapt wat stof van de grond en begint als een kunstenaar een mens te boetseren. Er ontstaat een ongetwijfeld fraai kunst- werk. En al is het kunstwerk nog levenloos als een blok beton, het wordt dan toch al een mens genoemd.
Vervolgens blaast God in de neus van Zijn kunstwerk en opeens komt er leven in. Er gaat een hart bonken, armen en benen komen in beweging en de ogen knipperen. Wat een wonder, eigenlijk. Te groot om te kunnen bevatten.
God wil graag de vreugde van het bestaan delen. Met een mens! En God wil dat die mens de grond bebouwt, zodat er planten en andere gewassen kunnen groeien. Die mens kan water uit de aarde halen, om met dat water de aarde te bevloeien.
God zet de mens in om van de aarde een groene, weelderige, vruchtbare plek te maken. Een plek waar het fijn is om te wonen.
Zorg dragen voor een schepping die goed kan gedijen, is in grote mate een verantwoordelijkheid van de mens.
Zullen we allemaal ons steentje bijdragen?
Goede God, U gaf mij leven om zelf ook leven voort te brengen. Help mij goed te zijn voor Uw wereld.
Praatmee