Na de hereniging tussen GKV en NGK word je géén lid van een ander kerkverband
‘Waar gaat dit over?’ vroeg een kerkelijk meelevende twintiger mij toen hij het verhaal van mr. Pieter Pel en de reaktie van mr. Hans Bügel in het Nederlands Dagblad las. ‘Als je als twee kerken samen besluit om op 1 mei 2023 te fuseren, horen de plaatselijke kerken toch automatisch bij dat nieuwe kerkverband? En als een lokale kerk niet mee wil, kan die dat laten weten, want niemand is toch verplicht om mee te gaan?’
Precies! Als de GKV en de NGK op 1 mei 2023 gaan fuseren, ontstaat er een nieuw kerkverband. Het scheelt maar één letter, maar de twee kerkverbanden die in 1944 tijdens de Vrijmaking ontstonden en in 1967 met ruzie uit elkaar gingen, worden weer één onder de naam “Nederlandse Gereformeerde Kerken”.
Zo ontstaat een nieuw kerkverband. Maar géén ander kerkverband. Want zowel de GKV als de NGK hebben daar samen landelijk, regionaal en plaatselijk toe besloten.
Toch wordt er verwarring gezaaid, en wel door de verontruste vrijgemaakte ‘Kerngroep Bezinning’. In een artikel op hun website en in het Nederlands Dagblad beweert mr. Pieter Pel, dat er straks een ander kerkverband ontstaat, en dat alle plaatselijke kerken dus een apart besluit moeten nemen over de vraag: treden wij toe of treden wij niet toe? Gelukkig wordt zijn opvatting uitvoerig weerlegd door ds. R.J. Vreugdenhil in deze reactie namens de landelijke Regiegroep en door zijn collega mr. Hans Bügel in het Nederlands Dagblad.
Wat ik erg jammer vind is, dat het hier echt gaat om spijkers op laag water zoeken. En dat terwijl het water sommige verontrusten aan de lippen staat.
Want het is pertinent onjuist dat plaatselijke GKV- en NGK-kerken straks “zomaar tot een ander, nieuw kerkverband behoren” of moeten beslissen “of zij toetreden tot een ander, nieuw kerkverband”, zoals mr. Pel in het ND beweert. Wanneer twee verenigingen unaniem of met ruime meerderheid van stemmen besluiten om te fuseren, stapt niemand van de leden over naar een andere vereniging, maar blijft iedereen gewoon lid van de nieuwe fusieclub. Zo is het ook met de hereniging op 1 mei 2023 van de GKV en de NGK: alle plaatselijke kerken blijven gewoon wat ze zijn: lid van hun kerkverband, dat nu onder een nieuwe naam verder gaat. Andere plaatselijke kerken die vóór 1 mei 2023 niet tot de GKV of de NG behoorden, kunnen inderdaad vrijwillig toetreden. Maar wie vrijwillig tot het oude GKV- of NGK-kerkverband hoorde, gaat stilzwijgend mee of neemt een bewust besluit om uit het nieuwe, gezamenlijke kerkverband te treden.
Hoewel, ‘stilzwijgend’? Al sinds 2017 zijn alle GKV- en NGK-kerken telkens uitvoerig geïnformeerd. Op alle GKV-classes en NGK-regio’s is de naderende hereniging besproken. Voor de nieuwe regio-indeling zijn alle kerken al verschillende keren bij elkaar gekomen. In ‘mijn’ regio Ommen/Hardenberg waren alle GKV- en NGK-kerken daar ook bij aanwezig, op één kerk na die met een krappe meerderheid besloten heeft niet bij het nieuwe kerkverband te willen blijven horen.
Oftewel: zowel kerkrechtelijk en qua verenigingsrecht (zoals mr. Bügel in het ND-artikel al aangeeft) als in de praktijk zijn alle plaatselijke kerken al lange tijd betrokken bij de hereniging, werken daar aan mee en hebben er dus allang mee ingestemd. En natuurlijk mag een plaatselijke kerk ook besluiten om niet mee te gaan met de hereniging, zoals 3 van de ongeveer 260 GKV-kerken besloten hebben.
Mr. Pel haalt ook nog de vrijgemaakte voorman Klaas Schilder aan. Die noemt het ‘zondig’ wanneer een synode uitspreekt, dat alle plaatselijke kerken automatisch hebben besloten wat de synode besluit. Want, aldus Schilder, “plaatselijke kerken zijn niet afhankelijk van een synode” en een kerkverband “is geen zaak, die opgelegd werd van bovenaf, maar die werd aangegaan door de kerken onderling, zonder enige dwang van buitenaf. Daarom mogen de kerken een verband vrij aangaan en ook weer vrij verbreken” als ze dat nodig vinden.
Het citaat is helemaal juist. Maar wat mr. Pel hier doet is suggereren, dat de Generale Synode van de GKV en de Landelijke Vergadering van de NGK zondig bezig zijn over hun eigen graf heen te regeren door alle kerken over te zetten naar een ander kerkverband. Want, aldus mr. Pel, “de bevoegdheid van de synode reikt niet buiten het eigen kerkverband.”
Maar hier is geen sprake van een ander kerkverband. Na de hereniging ontstaat er een nieuw kerkverband dat de wettige voortzetting is van de vorige twee kerkverbanden.
Die hereniging is het resultaat van de opdracht van plaatselijke kerken aan het kerkverband om de eenheid te zoeken.
Die hereniging is telkens met de plaatselijke kerken besproken.
Aan die hereniging hebben alle GKV-kerken (op drie na) hartelijk meegewerkt.
Hoe kun je dan met droge ogen een parallel trekken tussen de voorgenomen landelijke hereniging van GKV en NGK en de verschrikkelijkste vorm van hiërarchie, met schorsingen en afzettingen van professoren, predikanten, ouderlingen en complete kerkenraden, waarmee K. Schilder en velen met hem in de tijd van de Vrijmaking te maken hadden?
De Kerngroep Bezinning bewijst de verontrusten in de vrijgemaakte kerken met deze spitsvondige onjuistheden geen dienst. Het zorgt alleen maar voor meer onrust.
Wat kun je de verontrusten dan wel adviseren? Ik zou zeggen: blijf trouw lid van je eigen plaatselijke GKV- of NGK-gemeente. Daar verandert namelijk per 1 mei helemaal niets.
Bovendien is er geen echt alternatief, zoals ik al eerder blogde. De eerste twee uitgetreden GKV-kerken willen contacten zoeken met DGK en GKN (die na 15 jaar ook nog steeds niet één zijn) en de derde met de CGK, terwijl er ook nog losse ex-GKV-kerken met of zonder dominee bestaan.
Ds. Ernst Leeftink is actief als predikant van de gereformeerde kerk (vrijgemaakt) in Balkbrug. Bezoek hier zijn weblog.
Praatmee