WHO organiseert coronabijeenkomst, maar spreekt urenlang over Israël
De World Health Organization (WHO) heeft he met de coronapandemie ongekend druk. Toch ging het recent tijdens een grote bijeenkomst over Covid-19 urenlang over corona, maar over de veroordeling van Israël. Het deed opperrabbijn Jacobs denken aan het inmiddels bekende grapje over de jood en de lantaarnpaal.
De bijeenkomst van de WHO had moeten gaan over de bestrijding van het coronavirus. Maar niets was minder waar. Al snel kwam ter sprake hoe men met de Joodse staat om moest gaan en dat onderwerp werd uren achter elkaar behandeld. “De WHO heeft het gepresteerd om vier uur lang te spreken over de Israël-Palestijnen-kwestie tijdens een corona-overleg”, schrijft opperrabbijn Jacobs erover in zijn nieuwste dagboek. “Het deed me even denken aan dat grapje. Vraag: wie is er schuldig? De Joden of de lantaarnpaal? Reactie: hoezo een lantaarnpaal?”
Stem Nederland
Tijdens de bijeenkomst werd er gesproken over een rapport van de Verenigde Naties (VN) waarin geschreven wordt over de schending van gezondheidsrechten van Palestijnen en Syriërs op de Golan. Aan het einde van het overleg werd een resolutie aangenomen om hier volgend jaar wederom over te debatteren. Verder gaat men aan de slag met een rapport over “de gezondheidstoestand in het bezette Palestijnse gebied, inclusief Oost-Jeruzalem, en de Syrische Golan”.
Overigens onthield Nederland zich van stemming. De ambassadeur van Israël in Nederland, Naor Gilon, reageerde er teleurstellend op. Volgens hem is er sprake van politisering van de WHO in coronatijd. Hij bedankte de landen die wél tegen stemden. Dat waren Verenigde Staten, Australië, Canada, Brazilië, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië en Hongarije.
Tempelberg
Er werd over geen enkel ander land een resolutie aangenomen of een agendapunt besproken. Daarmee lijkt de WHO de houding van de VN richting Israël te volgen. Vorige week werden er nog meerdere resoluties tegen Israël aangenomen, waaronder een resolutie over het veranderen van de naam van de Tempelberg in Haram al-Sharif. Ook daarop reageert Jacobs in zijn dagboek: “Ik hoop dat de Kerken, na hun indrukwekkende verklaringen, hun stem in dezen zullen laten horen, hetzij publiekelijk, het zij achter de schermen.
De Kerk moet zich zeker niet inlaten met de politiek. Maar politici erop wijzen om hun toezegging niet mee te gaan in eenzijdige veroordelingen van Israël, gestand te doen, is niet zozeer politiek, maar meer een kwestie van moraliteit. Het behoort mijns inziens ook tot de taak van religieuze leiders, zeker gezien die politieke toezegging voortkwam uit een initiatief van de christelijke partijen in de Tweede Kamer.”
Praatmee