Profetie is geen show: wat leert de Bijbel écht hierover?
Lang niet alle profeten werden als zodanig bekend. Dat komt omdat een profeet niet noodzakelijkerwijs op een specifieke missie werd gestuurd. Ook ontving de profeet niet altijd een opdracht om een boodschap voor de eeuwigheid, of zelfs voor zijn eigen generatie, over te brengen. In wezen is een profeet een individu dat zijn geest en natuur zodanig heeft gelouterd door het Woord dat hij eventueel in staat is de uitstorting van Gods Geest over zichzelf te ontvangen.
Zo werden de vroegere profeten ‘zieners’ genoemd, omdat zij van God een dieper inzicht kregen waardoor zij geestelijk en praktisch leiding aan mensen konden geven. Ze spoorden anderen aan om Gods weg te gaan en baden voor hen in tijden van nood. Uiteraard moesten zij wijs en rechtvaardig zijn, maar er ging niet per se grote kracht van de Geest van God van hen uit. Niet alle zieners werden immers naar de leiders van het volk gestuurd. De noodzaak daarvoor ontstond met de vorming van de erfelijke monarchie, omdat die met zich meebracht dat niet alle koningen even godvrezend en rechtvaardig waren.
De overweldigende hoeveelheid aan godsdienstige en ethische leringen die te vinden is in de profetische boodschappen heeft Joodse Bijbelgeleerden doen concluderen: in de basis was de functie van de Hebreeuwse profeten om leraar te zijn van godsdienstige en ethische waarheden en om herder van het volk te zijn. Tevens functioneerden zij als wetgever op basis van twee claims: zij stelden optimaal geschoold te zijn in de Thora om die met juridisch geldende regelgeving af te stemmen op de periode waarin men leefde, en Goddelijke goedkeuring en leiding te hebben ontvangen voor hun optreden.
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee