Hoe klinkt een liefdesverklaring van God? Aryanne Kolsters laat het zien in Hooglied

Hooglied is misschien wel het meest omstreden boek uit de Bijbel, vanwege de sensuele en kwetsbare insteek. Maar tijdens de Pinksterconferentie durft Aryanne Kolsters het aan. Met hartstocht en eerlijkheid opent ze het boek als liefdesverklaring van God aan ons. “Dit is geen symboliek op afstand”, zegt ze. “Dit is een God die intens naar jou verlangt.” Hooglied 6:3 vormt het hart van haar boodschap: “Ik ben van mijn Liefste, en naar mij gaat Zijn verlangen uit.” Maar wat betekent dat, als je ervaringen met liefde of seksualiteit juist pijn hebben gedaan? En hoe kun je dan überhaupt openstaan voor Gods vurige liefde?
Verlangen en ongemak
"Toen ik de uitnodiging kreeg om te spreken over vurig verlangen, maakte mijn hart een sprongetje", begint Aryanne. “Tot ik hoorde dat het over Hooglied zou gaan.” Ze glimlacht. “Toen bad ik: Heer, weet U dat wel zeker?”
Dat gebed kwam niet uit het niets. Het Bijbelboek Hooglied roept bij velen verwarring of weerstand op. “Iemand zei: ‘Oeh, sexy!’ Een ander zei: ‘Ik sla dat boek altijd over.’ En weer een ander zei met pijn in de ogen: ‘Ik kan er niks mee.’” Aryanne herkent die reacties maar al te goed. “Ik heb ze zelf ook allemaal gehad.”
Toch werd het boek voor haar een openbaring. "Je slaat Hooglied open en ineens ontstaat er een poëtisch pop-up paradijs. Geuren, kleuren, smaken – alles komt je tegemoet. Het is een boek dat je met al je zintuigen moet beleven." Ze gebruikt de Naardense Bijbelvertaling, die volgens haar het rauwe en tedere van Hooglied prachtig naar voren laat komen. “Het is een uitnodiging om in te stappen. Ook voor jullie mannen. Want deze Geliefde zoekt ieder van ons.”
Teder én vurig
De tekst van Hooglied is intiem, teder en verleidelijk. “Zijn linkerhand onder mijn hoofd, zijn rechter omhelst mij... Zijn dijen als zuilen van albast... De liefde is een vlam van de Ene.” Aryanne onderbreekt zichzelf: “Wat doet dit met jou? Krijgt het betekenis? Of denk je stiekem: wat moet ik hiermee? Die vurige teksten over borsten als gazellen en geliefden als palmboom – durf je daar wel bij te blijven?”
Onze reacties op Hooglied worden sterk beïnvloed door onze eigen ervaringen, zegt ze. “Ze worden gekleurd door wat je hebt meegekregen in je opvoeding en zelf hebt meegemaakt. En ook wat de maatschappij ons aanleert over seksualiteit en intimiteit. Dat wringt vaak met hoe God het bedoeld heeft.”
De deur blijft dicht
Aryanne neemt haar toehoorders mee naar hoofdstuk 5 van Hooglied. De vrouw hoort haar geliefde aankloppen. Na een lange zoektocht staat hij eindelijk voor haar deur. Maar ze doet niet open. “Ik heb mijn mantel al uitgedaan, zegt ze. Mijn voeten al gewassen.”
“Wat is hier aan de hand?”, vraagt Aryanne. “Ze zocht hem vier hoofdstukken lang, en dan zegt ze: kom morgen maar terug? Terwijl hij haar met dauw in zijn haar, klam van de nacht, komt opzoeken?”
Het beeld is pijnlijk herkenbaar. “Wanneer iemand met intens verlangen op je afkomt, kan dat beangstigend zijn. We trekken ons terug. Om onszelf te beschermen. We vluchten, bevriezen, vechten of pleasen. Ook richting God. Want echte overgave vraagt om moed.”
Verwond door de wachters
Als de vrouw uiteindelijk opstaat om de deur te openen, is haar geliefde verdwenen. Ze haast zich de stad in om hem te zoeken. En dan komt het meest schokkende moment in het hele boek: de wachters, die haar eerder hielpen, slaan haar. Ze trekken haar sluier af. Ze verwonden haar. Ze ontnemen haar eer.
“Die wachters staan voor het kwaad, voor de duisternis, voor alles wat tussen jou en God in gaat staan”, zegt Aryanne. “En als dat gebeurt, verlies je het zicht op Zijn liefde. Dan besmeurt het kwaad jouw beleving van pure intimiteit en maakt het er iets obscuurs van.”
Ze deelt openhartig haar eigen verhaal. “In mijn jeugd en tienertijd werd mijn beeld van liefde verwrongen. Mijn ervaringen met relaties hebben diepe sporen achtergelaten. Toen ik trouwde, kon ik geen intimiteit beleven zonder schaamte of schuld. En ook richting God voelde ik die blokkade. Mijn hart was gesloten.”
God geeft niet op
Maar het boek Hooglied eindigt daar niet. De geliefde blijft zoeken. Hij steekt zijn hand door de kier van de deur. “En wat gebeurt er dan?”, zegt Aryanne. “Mijn ingewanden gingen om hem tekeer, staat er. Zó diep raakt Hij haar.”
“Dat is God. Hij geeft niet op. Ook niet als jij Hem afwijst. Ook niet als je je schaamt. Ook niet als je denkt dat je niet goed genoeg bent. Zijn hand blijft kloppen.” Ze wijst op de rode draad door de hele Bijbel: “God zoekt. Hij roept: Mens, waar ben je? Zoals bij Adam en Eva. Zoals bij de verloren zoon. Zoals bij jou.”
En wat God in Hooglied doet, zegt Aryanne, laat Zijn karakter zien: Hij bewondert. Hij bezingt. Hij ondersteunt. Hij bewaakt. Hij neemt verantwoordelijkheid. “En boven alles: jij bent voor Hem de enige. Hij blijft verlangen.”
Een vlam van de Ene
Ze leest het hoogtepunt van Hooglied 8: “Liefde is sterk als de dood. Haar flitsen zijn flitsen van vuur. Een vlam van de Ene.” En ze voegt toe: “Vele wateren kunnen die liefde niet blussen. Rivieren spoelen haar niet weg. Die liefde is Gods liefde. Zijn vlam. Zijn vuur. En niets – geen schuld, geen schaamte, geen trauma – is sterk genoeg om dat uit te doven. Niet het graf. Niet het kruis. Zijn liefde is rood als bloed. En die liefde laat jou opstaan.”
De vrouw uit Hooglied hervindt haar moed. Ze gaat verder met zoeken. En uiteindelijk vindt ze haar geliefde terug. “Dat vuur in haar doofde bijna uit, maar Gods liefde laait het weer op. En ook jouw vuur kan weer aangestoken worden.”
De vrouw uit Hooglied hervindt haar moed. Ze gaat verder met zoeken. En uiteindelijk vindt ze haar geliefde terug. “Dat vuur in haar doofde bijna uit, maar Gods liefde laait het weer op. En ook jouw vuur kan weer aangestoken worden.”
“Zet Mij als een zegel op je hart”
Aryanne sluit af met een beeld dat de zaal stil maakt. “Stel je voor: jij ligt daar. Verwond. Geslagen door de wachters in jouw leven. Je hebt eindelijk de deur geopend, maar de ander is weg. En dan... schuift God zijn hand door de kier van jouw hart.”
Ze spreekt zacht, maar met vuur: “Hij komt niet als een stormram, maar als een gentleman. Hij schuift zijn linkerhand onder jouw hoofd, zijn rechterarm omhelst je. Hij trekt je dicht aan zijn hart. Zó dicht, dat Hij in je oor fluistert: ‘Ik heb jouw ziel zo lief. Jij bent voor Mij de enige.’”
Dan kijkt ze de zaal in: “Mag Hij jou aansteken? Jij bent geschapen met een hart dat ontvlambaar is voor het Zijne. En als jij Zijn liefde aanneemt, mag je zeggen – zonder schaamte, zonder schuld – met volledige overgave: Ik ben van mijn Liefste. En naar mij gaat Zijn verlangen uit.”
Praatmee