De kerk lijkt op een rol snoep: een kwestie van smaak

Ik was 8 jaar oud en stomverbaasd toen ik erachter kwam dat mijn klasgenootje wel een half uur moest rijden om naar de kerk te gaan. Waarom zou je een half uur in de auto zitten als er drie kerken in ons dorp op loopafstand waren? Toen ik het aan haar vroeg, antwoordde ze dat er geen katholieke kerk was in ons dorp. Een katholieke kerkā¦ Nog nooit van gehoord.
Die zondag liep ik zoals gewoonlijk met mijn ouders en zus door de moestuinen van een gemeentelid richting onze kerk, zij vond het namelijk onzin dat wij drie minuten om moesten lopen als we ook binnendoor over haar terrein konden lopen. Toen ik onze kerk boven de bomen uit zag steken herinnerde ik het nieuwe begrip dat ik een aantal dagen geleden geleerd had.
āMamaā, begon ik, āwij gaan niet naar de katholieke kerk. Maar naar wat voor kerk gaan wij dan?ā Weer een nieuwe term die ik amper kon uitspreken kwam mij voor het eerst ter oren: protestants. āEr zijn dus twee soorten kerken?ā hoopte ik te concluderen.
Nee, dat klopte ook niet helemaal. In twee minuten tijd tot we bij de ingang van de kerk waren, leerde ik dat er verschillende soorten protestantse kerken waren: PKN, baptisten, evangelisch, hersteld hervormd, pinkstergemeenten. Ze vertelde ook dat andere kerken in ons dorp allebei gereformeerd waren. Maar ook deze kerken waren erg verschillend. Mijn brein leek wel te ontploffen.
Ik was er altijd van overtuigd dat de āmakerā van het kerkgebouw het te klein had gebouwd, dat er daarom nog twee kerken in ons dorp waren; er waren vĆ©Ć©l meer mensen die van Jezus hielden dan zitplekken. Maar verschillende soorten kerken was nog nooit bij mij opgekomen.
Eenmaal in de kerkbank geschoven tussen mijn vader en zus wachtte ik tot het moment dat de eerste rol Mentos doorgegeven werd. Netjes gaf ik de rol fruitsnoep naar het uiteinde van de kerkbank, om vervolgens vol ongeduld te hopen dat ik dit keer wel de heerlijke, gele citroensmaak zou krijgen. Ik bekeek welke kleuren er in de handen van degene voor mij verschenen. Een roze voor mamaā¦ Nee toch, een gele voor mijn zusā¦ Een oranje voor Janineā¦ Een. Oranje.
Vanbinnen maakte ik mezelf steeds kwader terwijl ik bleef kauwen op die vieze sinaasappelsmaak. Het was onzin dat deze Ć¼berhaupt bestonden, daar kon toch niemand van houden, en mensen die er wel van hielden, waren niet goed bij hun hoofd. Waarom waren er geen rollen met alleen maar citroensmaak? Hier en daar een roze was ook prima, maar die oranje zouden verboden moeten worden.
Mijn vader die mij steeds vuriger zag kauwen, gaf me een zacht kneepje in mijn knie en knikte in de richting van de gever. Wakker geworden uit mijn negatieve gedachtengoed, boog ik mij naar voren en glimlachte beleefd naar de meneer om hem geluidloos te bedanken. Een vriendelijk gezicht glimlachte terug. Eigenlijk was het best lief dat hij het met de hele kerkbank wilde delen.
Inmiddels zijn we dertien jaar en heel wat rollen Mentos verder. Ik vind het nog steeds vreemd als de sinaasappelsmaak Mentos je favoriet is, maar ik heb er inmiddels een heel aantal beleefd aangepakt, soms is het een kwestie van niet te lang kauwen en gewoon slikken.
Ook loop ik niet elke zondag meer tussen de moestuinen, tegenwoordig rijd ik zelfs een klein kwartiertje om naar de kerk te gaan. Je zou kunnen zeggen dat ik de gele Mentos onder de kerkstromingen heb gevonden. Eigenlijk verschillen kerkelijke stromingen niet zoveel van de rol fruitsnoep. Het is in beide gevallen gewoon een kwestie van smaak, maar in tegenstelling tot het snoepmerk hebben wij de smaken wel uit elkaar getrokken.
Ik vraag mij soms weleens af of dat Ć¼berhaupt verstandig is geweest. Wij hebben wel bedacht dat het beter zou zijn om alle smaken uit elkaar te trekken, pijnlijk genoeg lijken we te vergeten dat we in de oorsprong bij elkaar horen.
Wij christenen hebben de neiging āde kneepjesā van onze Vader te negeren, ons net zo vurig te uiten als achtjarige kinderen over andere stromingen en geen rekening te houden met de gever, enkel omdat we overtuigd zijn van onze eigen smaak.
Ik zou heel graag willen dat kleine Janine ooit gelijk krijgt, dat er enkel kerken bijgebouwd worden omdat er veel meer mensen zijn die van Jezus houden dan er zitplekken zijn.
Het is in ieder geval mijn gebed.
Dit blog is geschreven door Janine Beijer, werkzaam bij de stichting Royal Mission. Zij zijn een veelkleurige en enthousiaste beweging met een diepe passie voor de doorbraak van Gods Koninkrijk. Ze verbinden en inspireren kerken om vurig achter Jezus aan te gaan. Vanuit ons verlangen naar geestelijke groei en herleving van de kerk in Nederland, trainen en toerusten ze christenen uit alle achtergronden om hun plek in de lokale kerk in te nemen en Zijn Koninkrijk zichtbaar te maken. Bovenstaand artikel verscheen onlangs op de site van Royal Mission en is met toestemming overgenomen door Cvandaag.
Praatmee