Farao leert ons een belangrijke les: stap van je troon af

Thuiskomen in jezelf heeft gelukkig niets te maken met omstandigheden die wel of niet meewerken. Thuis is daar waar je jezelf niet kwijtraakt in de omstandigheden. In mijn boek ‘Verlangen naar thuis’ beschrijf ik het verhaal van Jozef. Ver van huis was hij toch thuis bij zichzelf en daarmee dicht bij de oorsprong, bij God.
Je zou toch zeggen dat de farao in het verhaal van Jozef een stevige thuisbasis had. De term farao betekent dan ook het grote huis of het paleis. Daarmee wordt verwezen naar de persoon die in dat grote huis woont, zoals wij het hebben over het Witte Huis als we de Amerikaanse president bedoelen. Zo was ook de farao niet alleen vanwege zijn grote huis bijzonder, maar ook vanwege zijn hoge functie. De Egyptenaren zagen hem als een mens met een goddelijk karakter die in contact stond met de zonnegod, de belangrijkste onder de goden. Hij was voor hen de bemiddelaar tussen de goden en de mensen.
In mijn boek lees je hoe we als mens bijna goddelijk zijn door de hoeveelheid kennis over goed en kwaad. Met aan de ene kant het schaduwkind, vaak onbewust gevoed vanuit het koninkrijk van de duisternis en aan de andere kant het zonnekind, zoals staat beschreven in Mattheüs 13:43, ‘dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon, in het Koninkrijk van hun Vader’.
Als je wil weten hoe deze beide kanten zich verhouden in jouw levenshuis kun je dit achterhalen door jezelf vragen te stellen. Bijvoorbeeld heel basaal: hoe reageer ik als iemand mij vergeet? Vertwijfeling en vertrouwen gaan vaak hand in hand, maar welke gedachte heeft uiteindelijk de overhand? Het schaduwkind, die zichzelf al vaak vergeet óf die zichzelf belangrijk maakt, zal erg aan zichzelf gaan twijfelen. Het is juist gericht op de ander om zelf iemand te kunnen zijn. Het zonnekind, die gericht is op de ander zonder zichzelf kwijt te raken, zal erop kunnen vertrouwen dat het alleen maar een schaduwwerking is. Daar waar de twijfel gedragen wordt door vertrouwen ben je thuis in jezelf.
Wie was nu deze farao? De Egyptenaren zagen in hem uitsluitend een zonnekind, die als bemiddelaar de regie voerde. Maar was dat ook zo? Deze positie was lang vol te houden doordat de schaduwen van het leven niet werden toegelaten in zijn koninkrijk. Hij sloot zijn ogen voor wat zich buiten hemzelf plaats vond en daarmee werd de spiegeling van de werkelijkheid in hemzelf gemist. Zijn troon was de meest veilige verblijfplaats, de plek waar hij samen met de wijsgeleerden zijn waarheid lang in stand kon houden.
Zo verwarrend kan het dus zijn. Niemand wil zich toch identificeren met een farao die gericht is op zijn eigen koninkrijk? Maar hoe vaak kiezen we niet de veilige positie van eigen waarheid? Zelf heb ik ook moeten leren dat de waarheid vaak in het midden ligt, waar je steeds opnieuw naar mag kijken. Uiteindelijk willen we allemaal zelf die bemiddelaar zijn om te oordelen over goed en kwaad. Hiermee kunnen we de meest pijnlijke gebieden in onszelf ontwijken.
Die regie vinden we ook terug bij deze farao. Tot het moment dat hij ontwaakte uit zijn droomwereld en zijn ogen niet meer kon sluiten voor dieptes, die hij in het dagelijkse leven nooit had toegelaten vanaf zijn troon. Deze dromen waren duidelijk niet van zijn zonnegod. Net als zijn geleerden dacht hij die hemelse taal te spreken, maar ze krijgen de boodschapt erin niet ontcijferd. Doordat niemand de gewenste inzichten kreeg werden de schaduwen steeds donkerder. De Egyptische zonnegod blijkt helemaal niet te zijn wat die pretendeerde te zijn. Precies wat nodig was om het licht van God toe te laten in zijn leven.
Het grote huis was te klein voor de enorme angst die de farao niet meer kreeg weggedrukt. Als je van jezelf zou willen weten of je eigen schaduwkind op de troon zit in jouw levenshuis dan kun je het herkennen aan de angst om door de mand te vallen. Deze farao was daar niet alleen bang voor, hij viel letterlijk van zijn voetstuk. Iets wat iedereen om hem heen heeft geweten: hij smeekte zijn omgeving hem op te vangen.
Probeer je even in te beelden wat we hier zien gebeuren. We zien iemand met een functie die je kunt vergelijken met iemand uit het Witte Huis, die zich jarenlang heeft ingezet om het land te besturen. Totdat hij op een ochtend wakker wordt en moet toegeven dat hij zijn beeld van de werkelijkheid niet meer kloppend krijgt. Zijn schaduwkind kan zijn ogen niet meer sluiten voor wat er buiten zijn gezichtsveld plaatsvindt of komen gaat. Zijn ontwaakte zonnekind komt tevoorschijn omdat hij een hemelse boodschap heeft ontvangen, maar hij kent de hemelse afzender totaal niet. Je kunt wel voorstellen dat de verhouding totaal zoek is. Verwarring ten top en de farao raakt zichzelf volledig kwijt.
Ten einde raad wordt Jozef als wijsgeleerde aangesteld, waarvan de farao uitspreekt dat ze nooit meer iemand zullen vinden die zo vervuld is met Gods Geest. En dan gebeurt er iets bijzonders: deze farao stapt van zijn troon af en schuift zijn zegelring bij Jozef om zijn vinger. Dit zijn twee cruciale dingen die we nog steeds moeten doen om orde in de chaos van ons eigen leven te scheppen: met ons volwassen ik besluiten om de farao in onszelf, het schaduwkind, van zijn troon te laten stappen en het zonnekind, die de zegelring van de Bemiddelaar krijgt aangereikt, te versterken om licht in de duisternis toe te laten.
Thuiskomen bij jezelf is uitkomen bij God met Jezus als Bemiddelaar voor ons schaduwkind én zonnekind. Als God op de troon mag zitten van jouw leven mag je net als Jozef de positie van onderkoning innemen op de plaats waar jij bent gesteld. Het gaat in Gods koninkrijk niet over een droomhuis, maar over een dienstwoning. Welke omstandigheden zich dan ook aandienen je mag putten uit de voorraadschuren om net als Jozef geloof en een hoop liefde uit te delen aan mensen die honger hebben.
Bovenstaand artikel is geschreven door Lize Roest, auteur van het boek ‘Verlangen naar thuis’. Klik hier om het boek te bestellen en neem een kijkje op de site van Lize Roest.
Praatmee