Moeilijke Bijbelteksten: hoe verliep Simsons richterschap?
In de serie Moeilijke Bijbelteksten behandelt Bijbelleraar Marco van Putten in korte artikelen onderwerpen uit de Bijbel die moeilijk worden gevonden. Dit artikel gaat over het richterschap van Simson.
Simson behoorde tot de Israëlitische stam Dan. Deze stam was in de profetie van Mozes (Dt 33:22; 34:1) een gebied toegewezen in het noorden van het beloofde land. Zo was ook al de door God bepaalde indeling van de stammen rond de tent van samenkomst in de woestijn bekend (Nm 2:25). Het is daarom vreemd dat het verhaal van Simson zich afspeelt in het zuidwesten van het beloofde land. De Danieten bleken na de inname van het beloofde land onverwacht dat gebied te zijn toegewezen (Jz 19:40-46). Hoe zit dat?
Verstigingsperikelen
In Jozua 19:47 staat dat het door het lot toegewezen gebied van de Danieten onder de Judeeërs hun te klein werd. Waarschijnlijk door natuurlijke aanwas. Ze kregen er ook te maken met de Filistijnen, die hun directe buren waren. Kortom, de Danieten hadden dus problemen met hun vestiging in het beloofde land. Uiteindelijk trok een deel van hen naar het uiterste noordoosten en vestigden zich daar.
Het boek Richteren opent dan ook met een verslag dat die Danieten in het noorden bij het stamgebied van Josef (Manasse) gingen wonen (Ri 1:34-35). Maar daar maakte de Amorieten die er woonden hen weer het leven zuur. Toch bleken hun broeders van de stam Josef sterker dan de Amorieten. Zij hielpen de Danieten bij hun permanente vestiging.
Maar een groot deel van de Richterenperiode woonden de meeste Danieten nog bij de Judeeërs. Pas later vertrokken ook die naar het noorden (18:1-2, 27-29; 20:1). Pas nadat deze hervestiging voleindigd was werd de profetische toewijzing van hun stamgebied vervuld. Alleen verliep het eerder op een natuurlijke wijze (naar eigen inzicht) dan meteen volgens de profetie van Mozes.
Waarom was hun vestiging zo afwijkend verlopen? Waarschijnlijk kwamen de Danieten na de inname van het beloofde land voorlopig bij de stam Judah te wonen, omdat de Israëlieten het uiterste noordoosten van het hun toegewezen beloofde land nog niet konden binnendringen. Of ze wisten dat gebied nog niet blijvend onder hun controle te brengen. De vestiging van de stam Dan in het hun van Godswege toegewezen stamgebied liep dus blijkbaar aanzienlijke vertraging op.
Geboorte van Simson
Het verhaal van Simson voltrok zich tijdens het verblijf van de stam Dan in het stamgebied van Judah. In de aan hun gebied grenzende Gazastrook hadden al geruime tijd eerder de Filistijnen zich vanuit Middellandse Zeegebieden gevestigd. Zij gedroegen zich zeer vijandig tegenover de Israëlieten en waren vaak ook sterker dan hen. Ze zouden zich als Israëls grootste vijand ontpoppen.
Al in de Richterentijd vormden de Filistijnen een constante bedreiging en vooral de Danieten hadden daar mee te maken omdat hun leefgebied steeds ingenomen werd door Filistijnen. De Israëlieten waren niet in staat dit te stuiten.
God koos toen onder de Danieten een gezin. Opzettelijk dat van Manoach, wiens vrouw onvruchtbaar was. God zond hen een engel die verkondigde dat de vrouw toch zwanger zou worden en dat haar kind een zoon zou zijn die aan God gewijd moest leven (Nazireeërschap; Nm 6). Hij zou een Richter voor de Danieten worden tegen de Filistijnse onderdrukking.
Toen de zoon was geboren (circa 1105 BCE) kreeg hij de naam Simson. Die naam is afgeleid van het Aramese woord Sjamasj dat heel toepasselijk ‘publiek dienaar’ betekent. Van jongs af aan begon God Simson aan te zetten om tegen de Filistijnen op te treden.
Simson als Richter
Zijn eerste daad was het trouwen met een Filistijnse vrouw. Tijdens het bruiloftsfeest stelde hij de Filistijnen een raadsel voor die ze in een week moesten zien te verklaren. Het raadsel had hij verzonnen nadat hem een wonder van Godswege was overkomen (14:5-6, 8, 14).
Maar zijn nieuwe vrouw werd door haar volksgenoten bedreigd en daardoor zette zij Simson onder druk om haar het antwoord te vertellen. Maar daardoor kon Gods Geest hem aanzetten om onder de Filistijnen grote schade aan te richten (vers 19).
Uiteindelijk namen de Filistijnen Simson zijn vrouw af. Toen hij dat hoorde nam hij wraak op de Filistijnen door de tarwe vlak voor de oogst te verwoesten (15:5). Als tegenactie doodde zij zijn vrouw en haar vader. Toen werd Simson woest en profeteerde dat zijn wraak op de Filistijnen geen einde zou hebben (vers 7). Hij doodde de Filistijnen die betrokken waren bij de dood van zijn vrouw en schoonvader.
De Filistijnen zonden toen een leger naar Simson om hem te straffen, maar hij pakte een kaak van een ezel en sloeg het leger aan stukken. Later wist hij in de belangrijkste Filistijnse stad Gaza ’s nachts de stadspoortdeuren samen met diens deurposten los te krijgen en weg te slepen naar een berg bij Hebron (16:3)! Zijn wraak op de Filistijnen hield inderdaad heel zijn leven aan (vers 20).
Simsons levenseinde
Simsons leven eindigde als een klap op de vuurpijl. Het begon met een Filistijnse vrouw die Delielah heette en waarmee Simson een liefdesrelatie begon. Maar ook zij werd door haar volksgenoten aangezet om van Simson het geheim te achterhalen van zijn enorme kracht. Daardoor kon hij gevangengenomen worden. In Gaza werd hij geketend en moest hij in een gevangenis zwaar slavenwerk doen.
Toen de Filistijnen in een tempel een groot offerfeest voor hun afgod hielden, brachten ze Simson daarheen om bespot te worden. Maar daar wist hij los te breken en de pilaren van hun tempel omver te drukken. Daardoor doodde hij in een keer meer Filistijnen dan dat hij tot dan toe gedood had (vers 30). Simson was 20 jaar richter geweest in het leefgebied van zijn stam Dan onder de Judeeërs.
Evaluatie Simson
Aan Simson zijn in de Bijbel maar liefst vier hoofdstukken gewijd. Toch vatten veel mensen hem op als rokkenjager en krachtpatser. Maar dan wordt vergeten dat nogal wat vrouwen ‘vallen’ op sterke mannen. Ook staat er in de Bijbel dat God Simson juist aanzette tot betrekkingen met die vrouwen.
Wie nauwkeurig leest moet het opvallen dat de Filistijnse vrouwen een dominerende en verleidende rol speelden. Typisch voor heidendom. Het is dan ook logisch dat in verband met die vrouwen Simson herhaaldelijk tot wraakacties tegen de Filistijnen overgaat.
Geconcludeerd moet worden dat de schaal waarin Simson Israëls belangrijkste bedreiging, de Filistijnen, schade toebracht buitengewoon groot was. Dat maakt Simson tot Israëls belangrijkste richter. Hij lijkt de Filistijnen heel zijn tijd als richter (circa 1086-1066 v. Chr.) op de hielen gezeten te hebben. Zo zelfs, dat er nergens staat dat hij als Richter rust voor de Israëlieten bracht. Iets wat steevast wel over de andere richters werd gesteld. Sterker, de Judeeërs waren Simson liever kwijt (15:11-12).
Het verklaart ook waarom de Filistijnen zo’n groot offerfeest aanlegden om zijn gevangenneming te vieren en hij er zoveel wist te doden ondanks dat ze hem eerder blind gemaakt hadden. Die blindheid was waarschijnlijk ook de reden waarom hij die laatste wraakactie ook niet overleefde.
Praatmee