Duitse predikante Truus Baas over religie in de voormalig DDR: āIn feite was er vanaf 1933 al een regime tegen het geloof"

Tijdens de zoektocht naar de Zionskirche praatten we over de kerken in Nederland, de Evangelische Kirche in Duitsland en het doen van belijdenis. Verschillen tussen de Nederlandse kerkgenootschappen en de gemeentes die we in Duitsland tegenkomen, worden zichtbaar tijdens het gesprek. Zo doen de meeste christelijke jongeren op hun veertiende al belijdenis; in Nederland komt dit vrijwel niet voor. Dat is logisch, geeft Truus Baas, voormalig predikante voor de Evangelische Kirche in Duitsland toe: āOp die leeftijd weten ze nog niet wat er allemaal speelt op geloofsgebied. Dat komt meestal later pas.ā
Het voormalige Oost-Duitsland is de regio in de wereld is waar procentueel gezien de meeste atheĆÆsten wonen. Reden genoeg om de stad die tijdens de Koude Oorlog in tweeĆ«n werd gesplitst, Berlijn, te bezoeken. Hier spraken we met Truus Baas. Tijdens de reis met metro en tram vertelt ze volop over het geloof en de kerk. De bestemming is de Zionskirche, waar een kleine herdenkingstentoonstelling is over āDreiĆig Jahre Wendeā ā dertig jaar van ommekeer. Wanneer we eindelijk het kerkgebouw gevonden hebben, steekt Baas direct van wal: āDit zijn kerken gebouwd in opdracht van de keizer in de GrĆ¼nderzeit, een periode van economische groei na de oorlog tussen Frankrijk en Duitsland. Duitsland won en Frankrijk moest schadevergoedingen betalen. Van dat geld werden onder andere deze kerken gebouwd. Zoān gebouw was wel een soort last, want die moet natuurlijk onderhouden worden. Als we hier straks naar binnen gaan, kun je zien dat het hier heel gehavend uitziet.ā
Dietrich Bonhoeffer
Wat bij binnenkomst als snel opvalt, is een portret van Dietrich Bonhoeffer: āDe Duitse predikant, die bekend werd als verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog tegen het naziregime, heeft in deze kerk gewerkt. De kerken in Berlijn waren heel groot; er kwamen heel veel mensen. Hier vlakbij was in de jaren ā30 een wijk waar veel armoede heerste. De jongeren daar waren niet altijd lieverdjes, maar Bonhoeffer nam een groep, bestaande uit vijftig jongeren onder zijn hoede. Hij organiseerde Bijbelstudies en ging met hen op reis, wat voor die jongeren vaak een primeur was. Ze vonden hem helemaal geweldig. Bonhoeffer zelf kwam uit een heel goed milieu; een hele rijke familie. Hij had daardoor een vakantiehuis ter beschikking, waar hij naartoe kon gaan met zijn catechisanten.ā
āJe had twee kerken; de Bekennende Kirche en Deutsche Christenen. Die laatste groep bestond uit nazi-christenen; die hadden vlaggen met hakenkruizen in de kerk hangen. Hitler kwam in 1933 aan de macht en na een half jaar was vrijwel alles in handen van de naziās; je wilt het gewoon niet geloven. De belangrijkste mannen binnen de kerk werden afgezet. Er ontstond een beweging van christenen die niet achter Hitler stond. Die weigerden bijvoorbeeld āHeil Hitlerā te zeggen. Heil is ook een religieus woord. Deze christenen wilden Jezus Christus op de eerste plaats zetten en niet de dictator van hun land. In feite waren de naziās tegen de kerk en hadden er de macht. Je moest aangeven of je katholiek of protestants was. Ze zeiden dat ze het christendom aanhingen, maar in de praktijk werd daarmee bedoeld dat ze atheĆÆsten waren.ā
āNa ā45 kwam de DDR; ook een atheĆÆstische samenleving. Je zag dat de mensen die er woonden na de oorlog in grote getalen naar de kerk gingen. Dicht bij de Brandenburger Tor staat bijvoorbeeld de Marienkirche, de oudste kerk van Berlijn, die in die periode een half uur voor het begin van de kerkdienst al vol zat. De mensen hadden na een periode van oorlog behoefte aan een plek waar ze een zekere troost konden vinden. Die zochten ze in de kerk.ā
Regime tegen het geloof
āIk heb een vriend uit Loppersum. Hij was gereformeerd opgegroeid en het hele dorp zat tijdens de oorlog in het verzet. Zijn vader werd gesnapt en kwam uiteindelijk in een concentratiekamp terecht. In het dorp wisten ze op wie ze konden vertrouwen, maar dat was in Berlijn absoluut niet zo. Als je bijvoorbeeld Joden wilde verstoppen, kon je dat bij niemand kwijt. De Bekennende Kirche hielp Joden en wilde geen verklaring afleggen dat ze niet Joods waren en de leden weigerden te verklaren dat ze Hitler het belangrijkst vonden in hun leven. In feite was er tussen 1933 tot 1945 al een regime tegen het geloof. Een lijn die na de oorlog in de DDR werd doorgetrokken. In de jaren ā50 mocht je als gelovige bijvoorbeeld geen eindexamen doen en kon je niet elke baan krijgen die je wilde. Er waren jongeren die belijdenis wilden doen, maar wanneer je die stap zette, viel je overal buiten. Je moest dus kiezen. Angela Merkels vader was predikant, maar zij was heel intelligent. In die gevallen mocht je toch wel eindexamen doen en naar de universiteit, maar zij was daarin Ć©Ć©n van de uitzonderingen. Als je niet in een dictatuur opgroeit, kun je je zulke scenarioās heel moeilijk voorstellen."
Umweltbewegung
De mensen die tegen het regime waren, gingen wel naar de kerk. Zo had je in dit kerkgebouw je de Umweltbibliothek. Ik heb het dan over 1987. Daar kwamen christenen bij elkaar die zich onder andere zorgen maakten over het milieu en de maatschappij als geheel. In de DDR werd bijvoorbeeld nog gebruik gemaakt van bruinkolen; deze zorgen voor hele slechte lucht. In West-Berlijn, waar ik destijds woonde, konden wij dat ook ruiken.ā
āIn 1986 ontplofte de kernreactor in Tsjernobyl. Wij vonden dat heel gevaarlijk. Het had geregend en deden bij de kinderen de laarsjes aan en we aten niets meer uit de tuin. In de DDR namen ze die maatregelen niet; daar werd gedaan of het niet van belang was. Er was niet per se alleen armoede, maar de mensen kregen vrij weinig, waardoor ze zelf creatief moesten zijn in het vinden van voorzieningen; zelf naaien en breien bijvoorbeeld. Als er iets te krijgen was in de winkels, liep het daar ook storm. Er was een basis, maar op verschillende goederen moesten de mensen uit de DDR lang wachten. Op een auto moest soms zestien jaar gewacht worden en de kwaliteit was vaak niet om over naar huis te schrijven. Als we door de DDR reden, wat tegen betaling mocht, zag je regelmatig een Trabant met pech langs de weg staan. Mijn vader heeft een keer zoān auto meegesleept, wat helemaal niet mocht. Gelukkig zaten er geen consequenties aan vast.ā
Terugkomend op de Umweltbewegung; een belangrijk thema in die tijd was ābomenā. Het bos ging kapot door de luchtverontreiniging. In deze kerk was dus de bibliotheek, maar deze werd gesloten. Ondanks de censuur werd binnen de gemeente een toevlucht gezocht waar mensen onderling konden praten over deze onderwerpen. Veel vrijheid was er echter niet, omdat er altijd wel iemand van de Stasi, de veiligheidsdienst van de DDR, in de buurt was. Binnen de hele maatschappij, of je nu op je werk of op school zat; er werd altijd meegeluisterd. Guck und horch, kijk en luister. Brieven werden geopend en de telefoon werd afgeluisterd. Veel privacy had je niet. Ook in de kerk niet.
In het tweede deel van het gesprek met Truus Baas kijken we naar de hedendaagse ontwikkelingen op het gebied van geloof.
Praatmee