Zeldzame hanger met menorah wijst op verborgen Joodse eredienst in Jeruzalem

Archeologen hebben bij de Westelijke Muur in Jeruzalem een bijzondere vondst gedaan. Dat schrijft All Israel News. Het gaat om een 1.300 jaar oude hanger met een menorah. De vondst suggereert dat Joden Jeruzalem bleven bezoeken en er mogelijk erediensten hielden, ondanks een officieel verbod in de Byzantijnse tijd.
De hanger werd gevonden bij opgravingen in het Davidson Archeologisch Park in de Oude Stad. De opgravingen werden geleid door de Israel Antiquities Authority (IAA).
De vondst werd gedaan door medewerker Ayayu Belete in de Stad van David. Dit is de aanduiding van een archeologisch gebied in Jeruzalem. Deze ligt naast de zuidoostelijke hoek van de muren van de Oude Stad van Jeruzalem. "Op een dag zag ik tijdens het graven iets tussen de stenen hangen. Ik pakte het op en zag dat het een hanger was met een menorah erop", vertelt hij.
Belete bracht het object meteen naar zijn leidinggevende. "Zij zei dat het een bijzonder zeldzame vondst was. Ik was diep geraakt en enthousiast!”
Zeer zeldzaam object
Volgens de onderzoekers is de hanger uitzonderlijk. "Een hanger van puur lood, versierd met een menorah, is extreem zeldzaam", zeggen IAA-onderzoekers dr. Yuval Baruch en dr. Philip Vukosavovic.
Er zijn wel glazen en metalen hangers met een menorah bekend. Maar van lood is er slechts één andere bekend. Die ligt in een museum in Baltimore in de Verenigde Staten.
Verbod op Joden in Jeruzalem
De hanger dateert uit een tijd waarin Joden officieel verboden waren om in Jeruzalem te wonen. Na de Bar Kochba-opstand in het jaar 135 werden zij uit de stad verbannen. Dat verbod bleef ook onder christelijke Byzantijnse keizers grotendeels van kracht.
Volgens bronnen mochten Joden slechts één dag per jaar de stad binnen om te rouwen om de verwoesting van de tempel.
Juist daarom zorgt de vondst voor vragen. "Het roept de vraag op of dit toevallige vondsten zijn, of persoonlijke bezittingen van Joden die de stad ondanks het verbod toch bezochten", aldus de onderzoekers.
Dr. Baruch noemt de hanger meer dan een oud object. "Dit is niet zomaar een voorwerp. Het is een persoonlijk teken van herinnering en identiteit,” zegt hij.
Volgens hem droeg een Jood deze hanger bewust. "Het hoorde waarschijnlijk bij een anonieme Jood die ervoor koos dit symbool om de hals te dragen.”
Dat was, zo zegt hij, "een teken van geloof, hoop en trouw”.
Hij voegt eraan toe: "Zelfs toen keizerlijke wetten Joden verboden in de stad te wonen, stopten zij niet met komen en, zo blijkt uit deze vondst, is het aannemelijk dat er zelfs nog erediensten belegd werden.”
Steeds meer bewijs
Baruch wijst op breder bewijs. "In recente jaren zien we steeds meer archeologische aanwijzingen dat Joden, ondanks alle verboden, manieren vonden om Jeruzalem te bereiken.” Hij sluit niet uit dat sommigen er zelfs woonden.
Ook de Israëlische minister van Erfgoed, rabbijn Amichai Eliyahu, reageerde. Hij noemt de vondst "ontroerend bewijs van de voortdurende verbondenheid van het Joodse volk met deze stad”. "Zelfs in tijden waarin Joden Jeruzalem niet mochten binnengaan, hield die band niet op te bestaan", zei hij.






























Praatmee