Bijzondere vondst in Israƫl: mogelijk vroege Ethiopische christenen begraven in Negev-woestijn

In de Negev-woestijn van Israƫl hebben archeologen graven gevonden die mogelijk toebehoren aan vroege christenen uit Ethiopiƫ. Dat meldt The Christian Post. In totaal gaat het om drie graven.
Opgravingen bij Tel Malhata, een oude nederzetting in de Negev, brachten drie christelijke graven aan het licht. In de graven lagen niet alleen menselijke resten, maar ook unieke beeldjes van been en ebbenhout. Volgens de Israƫlische Oudheidkundige Dienst en de Universiteit van Keulen zijn deze vondsten uitzonderlijk.
āVoor zover wij weten, is er nooit eerder een vergelijkbaar beeldje geĆÆdentificeerd in IsraĆ«l, JordaniĆ« of onze regio", zegt archeoloog NoĆ© D. Michael tegen The Times of Israel. De beeldjes tonen mannen en vrouwen met duidelijke Afrikaanse gelaatstrekken.
De onderzoekers vermoeden dat de overledenen van Ethiopische afkomst waren. āHet lijkt erop dat de beeldjes voorouders voorstellen in plaats van godheden. Als dat zo is, is het mogelijk dat de overledenen van Ethiopische oorsprong waren en dat zij of hun voorouders zich tot het christendom bekeerden en naar de Negev verhuisden", staat in het onderzoeksrapport.
In totaal zijn er vijf beeldjes gevonden: drie van been en twee van ebbenhout. Ze lagen bij de resten van twee vrouwen en een kind. In ƩƩn graf werd een vrouw van ongeveer 20 tot 30 jaar begraven met sieraden, glazen potten en twee beeldjes. In een ander graf lag een kind van zes tot acht jaar, eveneens met een ebbenhouten beeldje.
āWij denken dat het om een moeder en kind ging", aldus Michael. āDe beeldjes, het grafritueel en de grafgiften lijken sterk op elkaar.ā
Het ebbenhout is volgens onderzoek van de Universiteit van Tel Aviv afkomstig van de Diospyros ebenum-boom, die groeit in Zuid-India en Sri Lanka. De aanwezigheid van zoān luxe materiaal wijst op handel over grote afstanden. Tel Malhata lag dan ook op een kruispunt van belangrijke handelsroutes tussen de Rode Zee, Judea en ArabiĆ«.
Hoewel beenderbeeldjes vaker voorkomen in oude graven in het Midden-Oosten, zijn ebbenhouten beeldjes zeldzaam. De beeldjes hadden kleine gaatjes, wat erop wijst dat ze als hanger zijn gedragen.
Volgens de onderzoekers laat de vondst zien dat christelijke begravingen in die tijd soms ook elementen van oudere, culturele tradities bevatten. āDe beeldjes kunnen persoonlijke objecten zijn geweest die herinnerden aan voorouders en culturele identiteit, zelfs na de bekering tot het christendom", stellen de onderzoekers.
De precieze herkomst van de overledenen blijft onduidelijk, omdat er geen bruikbare DNA-monsters zijn gevonden. Toch maken de Afrikaanse stijl van de beeldjes, het gebruik van ebbenhout en het christelijke grafritueel het waarschijnlijk dat het om vroege christenen uit Ethiopiƫ of de Hoorn van Afrika ging.
De vondst geeft een bijzonder inkijkje in het leven van christenen in de zesde en zevende eeuw na Christus en hoe geloof en afkomst toen met elkaar verweven konden zijn.
Praatmee