Israël en de landbelofte: Willem Ouweneel trekt vergaande conclusies
In zijn Cvandaag-column onderstreept prof. dr. Willem Ouweneel het belang van de landbelofte voor Israël. Hij merkt op dat deze landbelofte in de roomse theologie niet is verwerkt, aanvankelijk in de Reformatie evenmin, bij Kuyper nog minder, maar in de Nadere Reformatie kreeg men hier oog voor. Daarom was hij benieuwd naar mijn Israëlvisie zoals die in het eindejaarsgeschenk bij het Reformatorisch Dagblad naar voren komt.
Hij schrijft: ‘Uiteindelijk is Van Vlastuin toch gewoon een ‘spiritualist’ – iemand die de oudtestamentische profetieën ‘vergeestelijkt’ – net als alle ‘vervangingstheologen’ doen. Zelfs Augustinus, de vader van dat ongelukkige profetische spiritualisme, hield rekening met een massale bekering van de Joden in de eindtijd, net als vele ‘vervangingstheologen’ nog steeds doen, ook Van Vlastuin (ook al wil hij niet zeggen dat ‘de kerk in de plaats van Israël is gekomen’, p. 42). Dat de Messias in Bethlehem uit een maagd geboren zou worden, of dat Hij op een ezelsveulen Jeruzalem zou binnenrijden, dat willen zij allemaal wel letterlijk nemen. Maar vraag hen slechts wat het betekent dat God aan de Messias ‘de troon van zijn vader David zou geven’ (Luk. 1:32; vgl. Jes. 9:6), en het spiritualiseren begint naar hartenlust. Oftewel: alle vervulde profetieën moeten blijkbaar letterlijk, en alle nog te vervullen profetieën blijkbaar geestelijk worden opgevat. Vraag niet volgens welk hermeneutisch principe dit gebeurt!’
Praatmee