Theoloog Ad de Bruijne pleit voor homoseksuele variant op het huwelijk en zet zo een wissel om
Het nieuwe boek van prof. dr. Ad de Bruijne, 'Verbonden voor het leven. Een theologisch-ethisch voorstel rond homoseksualiteit en seksuele diversiteit', doet veel stof opwaaien en het zal voorlopig een grote rol spelen in discussies binnen orthodox-gereformeerde kring.
Er is veel te zeggen over deze veelomvattende studie van De Bruijne, hoogleraar ethiek en spiritualiteit aan de Theologische Universiteit Kampen | Utrecht van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Meer dan eens las ik passages met hartelijke instemming. Ik noem de duidelijke afwijzing van seksualiteit als puur genotmiddel en daarmee van seksualisering van lichamelijkheid en affectieve liefde, zoals die in de huidige cultuur volop plaatsvindt.
Met recht en reden wordt ook gewaarschuwd tegen het dominante liberalisme dat ernaar tendeert morele minderheidsposities te dwingen tot aanpassing aan politiek-correcte, maar in feite totalitaire meerderheidsmoralen. Toch ben ik teleurgesteld en verontrust over de strekking van dit boek.
Ingrijpende koerswijziging
Ik geef nu eerst de kern van de positiekeus van De Bruijne weer, om vervolgens enkele kritische kanttekeningen te plaatsen. De Kamper ethicus pleit voor een homoseksuele relatie die door de kerk met vrijmoedigheid kan worden (in)gezegend. Dit betekent een ingrijpende koerswijziging, zowel voor hemzelf als voor de kerk waartoe hij behoort.
De Bruijne stelt dat een homoseksuele relatie kan worden gezien als een variant op het huwelijk. Hij erkent dat het huwelijk als zodanig is voorbehouden aan man en vrouw. Het is een unieke scheppingswerkelijkheid die op weg naar de nieuwe hemel en aarde een nieuwe zin krijgt, namelijk afspiegeling te zijn van de eenheid tussen Christus en Zijn gemeente. Exclusief voor deze verbintenis is de mogelijkheid tot voortplanting, de kinderzegen. Naast het huwelijk plaatst het Nieuwe Testament de keus om ongehuwd te blijven. Deze ongehuwde staat kan worden gezien als afspiegeling van de intieme verbondenheid tussen Christus en iedere gelovige afzonderlijk. Het is een koninkrijkswerkelijkheid die vooruitgrijpt op het getransformeerde bestaan op de nieuwe aarde.
Tussen deze beide fenomenen van huwelijk en bewust ongehuwd blijven in bepleit dit boek ruimte voor een derde fenomeen: de homoseksuele relatie, een vergelijkbare eenheid als die tussen man en vrouw. De auteur wil dit niet ‘homohuwelijk’ noemen, omdat de geslachtelijke verscheidenheid en daarmee de mogelijkheid tot voortplanting ontbreken. Deze relatievorm kan seksuele gemeenschap impliceren, al hoeft dat niet per se het geval te zijn. Wie voor seksuele omgang binnen deze relatie kiest, doet goed (en dat is dan ook voluit goed), wie voor seksuele onthouding kiest, doet beter. Naar analogie van het huwelijk is een homoseksuele relatie die ook seksuele omgang behelst, voor heel het leven bedoeld. Volgens De Bruijne zien we in deze relatievorm enerzijds een herinnering aan de schepping van het begin (de seksualiteit wordt net als bij man en vrouw in een monogame relatie ingebed), anderzijds een vooruitgrijpen op de toekomst van het Koninkrijk.
Drie mogelijkheden
De christelijke ethiek zou deze relatie van harte dienen te erkennen als van God gegeven mogelijkheid en de kerk zou daaraan dan ook Gods zegen moeten meegeven. De Bruijne benadrukt dat zo’n relatie niet gezien mag worden als een noodoplossing die vanuit pastorale tegemoetkomendheid wordt aangereikt. Het moet gaan om een volwaardige vorm van navolging van Christus die recht doet aan het eigen karakter van de homoseksuele identiteit.
Zo doen zich in de optiek van De Bruijne voor christen-homo’s die ernst maken met de navolging van Christus drie mogelijkheden voor: ongehuwd blijven, kiezen voor participatie in nieuwe christelijke gemeenschappen of vriendschapsnetwerken en ten derde een eigensoortig partnerschapsverbond aangaan, al dan niet inclusief homoseksuele praxis. Net zoals het huwelijk en het bewust ongehuwd blijven verwijzen naar de grote Toekomst, zo doet dit homopartnerschap dat ook: het wijst op de bijzondere verbondenheid die mensen op de nieuwe aarde zullen kennen, een nieuwe onderlinge eenheid die boven alle natuurlijke grenzen uitgaat.
Bijbelteksten
Op welke basis rust dit verregaande voorstel? We zijn geneigd direct te vragen naar de bijbelse fundering ervan. Maar die vraag vindt de auteur te kort door de bocht. Een van de redenen waarom hij zijn boek het licht heeft doen zien, terwijl er toch al een stortvloed van literatuur over homoseksualiteit bestaat, is dat volgens hem in veel beschouwingen de ethiek te veel gereduceerd wordt tot exegese van bijbelteksten (met de daarbij behorende bezinning op de toepassing van de bijbelse gegevens in onze eigen situatie). Dat is echter een te beperkte vraagstelling. ‘Christelijke ethiek is geen puzzel van bijbelse normatieve aanwijzingen leggen, maar het is gelovig nadenken over God, over zijn werken en dus over de mens, de wereld en alles wat daarbij hoort. In het licht daarvan ontstaat inzicht in wat wel en niet bij God past.’ (p.26)
Lees ook: Ad de Bruijne erkent dat Bijbel homorelaties afwijst: "Maar daarmee is niet alles gezegd".
Prof. dr. J. Hoek uit Veenendaal is emeritus hoogleraar Gereformeerde spiritualiteit. Lees de volledige tekst van dit artikel in het eindejaarsnummer van De Waarheidsvriend van donderdag 5 januari 2023. Neem een jaarabonnement. Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van deze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-.
Praatmee