Het rotsvaste geloof van Mehr raakt velen: "De Here God is groter dan mijn angst"
Als de bidstond is afgelopen en de Indiase Mehr* onderweg is naar huis, ziet ze in de verte bekende gezichten. Als ze dichterbij komt, ziet ze vol afgrijzen hoe buurtgenoten haar moeder en zus slaan. Ze twijfelt geen seconde: “Ik moet hen helpen”, denkt ze, maar de woedende menigte keert zich nu tegen haar. Ze slaan haar genadeloos in elkaar. Met een doek proberen ze haar te wurgen. Ze snakt naar adem en kan geen kant op. Dan wordt alles zwart.
Aanleiding voor deze gruwelijke aanval op Mehr, haar zus en moeder, was de bekering van Mehr. Haar hele leven worstelde ze met een chronische ziekte. Toen haar oom haar meenam naar de kerk hoorde ze voor het eerst het evangelie. Dat werd het startpunt van haar geloof in de Here Jezus. “Ik gaf mijn leven aan de Here Jezus. Hij is mijn genezer”, vertelt Mehr. Niet veel later komt de rest van het gezin tot geloof.
Roddels
In de regio waar Mehr woont brengt de keus om de Here Jezus te volgen een risico met zich mee. De dorpelingen zien Mehr als verrader. Ze keerde immers haar rug naar het traditionele geloof. “Ze brengt ongeluk, blijf bij haar uit de buurt”, fluisterden de dorpelingen tegen elkaar wanneer Mehr door de straten liep. Ze beschuldigden het gezin ervan geld aan te nemen om christen te worden. “Ze sloten ons buiten en maakten nare opmerkingen naar mij en mijn zus.” Mehr vertelt dat het haar erg kwetste. “Voortdurend werden we beledigd en bespot. De woorden deden pijn, maar ik kon het aan door de vreugde die ik in Christus ervoer.”
Als woede geweld wordt
Al snel sloeg de haat om in geweld. Op een dag werd Mehr zwaar mishandeld waarbij ze haar bewustzijn verloor. Een omstander belde de ambulance en Mehr werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Tranen wellen op als Mehr terugdenkt aan deze verschrikkelijke dag. “Toen ik eindelijk bij bewustzijn kwam, zag ik mijn moeder en zus aan mijn bed zitten met gescheurde kleding en besmeurd met bloed. Mijn moeder zei toen tegen mij dat mijn toestand kritiek was.” Tijdens haar verblijf in het ziekenhuis worstelde Mehr met angst. “Ik had zo veel vragen. Waarom vielen mijn buren mij aan? Hoe moet ik ze onder ogen komen? Ik voelde me zo wanhopig dat ik overwoog een einde aan mijn leven te maken.”
Mehr was in shock en voelde zich verdoofd. “Ik was me niet meer bewust van mijn omgeving. Alles in mijn leven ging kapot. Ik verloor mijn baan, sprak met niemand meer en ik kon mijn bed niet meer uitkomen. Ik kreeg paniekaanvallen als ik terugdacht aan de aanval. Ik was constant bang dat ze ons weer zouden opzoeken. ”De aanvallers bleven Mehr lastigvallen. Ook toen ze aan het herstellen was. “Ze kochten het ziekenhuispersoneel om, zodat ze mij niet meer zouden behandelen, omdat ik een christen ben.” Het smeergeld werkte. De verpleegsters kwamen niet meer langs om haar te behandelen en stopten de zorg. “Dit zorgde ervoor dat ik nog angstiger werd, want ik zag in dat vervolging mij overal kan overkomen.”
Genezing en hoop
Lokale partners van Open Doors hoorden over de aanval op Mehr. Ze lieten haar overplaatsen naar een ander ziekenhuis, zodat haar behandeling kon worden voortgezet. “Ik ging door een hele moeilijke periode”, zegt Mehr, “en ik snapte niet waarom mij dit overkwam, maar mijn moeder en zus bleven met mij bidden.” Mehr putte hier kracht uit. “Ik kreeg nieuwe energie en werd gesterkt door het Woord van God. Hij beschermt en troost mij. Ik vond het lastig om deze situatie te doorstaan, maar God bond mij op het hart: “Wees niet bang, want Ik ben bij je”.”
De Here God hielp Mehr haar angst te overwinnen. Haar verwondingen waren heftig en Mehr is nog steeds herstellende. Ze heeft veel moeten doorstaan, maar haar geloof is sterk. Ze is vastbesloten om een licht te zijn voor de Here Jezus in India. Haar rotsvaste geloof in Hem raakt velen wanneer ze haar getuigenis deelt. "De Here Jezus is alles voor mij. Ik weet dat de Heer een groot plan met mijn leven heeft. Hij gebruikt mij voor Zijn glorie."