Kijken met geloofsogen: God verschijnt vaak anders dan wij verwachten
Het leek een doodgewone dag. In Genesis 18:1 lezen we: Daarna verscheen de HEERE aan hem bij de eiken van Mamre, toen hij in de ingang van de tent zat en de dag heet werd.
Stel je de scène voor: een bejaarde man, 99 jaar oud, zit bij de ingang van zijn tent, genietend van de schaduw van de grote eikenbomen. Het is heet, midden op de dag. Hij heeft status, bezit, invloed. Hij is het hoofd van een grote clan. En toch, op dit gewone moment, gebeurt er iets bijzonders. Hij sloeg zijn ogen op, en keek, en zie, er stonden drie mannen voor hem. Toen hij hen zag, liep hij hun snel uit de ingang van de tent tegemoet en boog zich ter aarde (Genesis 18:2).
Op het eerste gezicht lijkt het misschien niets bijzonders. Drie reizigers, toevallig langsgekomen. Maar Abraham ziet blijkbaar iets wat niet met het blote oog te zien is. Hij herkent iets in hen. Hij haast zich naar hen toe en buigt zich diep. En hij zei: Mijn heer, als ik nu genade gevonden heb in uw ogen, ga dan uw dienaar toch niet voorbij (Genesis 18:3). Abraham voelde dat dit geen gewone ontmoeting was. Maar wanneer drong dat tot hem door? Was het op het moment dat hij zijn ogen opsloeg en de drie mannen daar zag staan? Of besefte hij het pas later, toen het gesprek een profetische, een buitengewone toon kreeg?
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee