Christelijke werknemer ontslagen omdat hij weigert transvoornaamwoorden uit te spreken

Een christelijke man uit Wisconsin zegt dat hij is ontslagen omdat hij weigerde de voorkeurnaam en voornaamwoorden van een transgender collega te gebruiken. Dat schrijft The Christian Post.
Spencer Wimmer werkte bijna vijf jaar bij Generac Power Systems, een producent van stroomoplossingen. Hij heeft nu een klacht ingediend bij de Amerikaanse Equal Employment Opportunity Commission (EEOC) wegens religieuze discriminatie. Daarbij wordt hij ondersteund door het Wisconsin Institute for Law & Liberty.
“Ik werd gevraagd te kiezen tussen mijn levensonderhoud en mijn liefde voor God en daarbij voor mij behorende overtuigingen", vertelde Wimmer in een interview met Fox News Digital. “Het was hartverscheurend. Het was heel emotioneel om alles ineens kwijt te raken.”
Wimmer zegt dat hij vanuit zijn christelijk geloof niet kon instemmen met het gebruik van de transgendernaam en -voornaamwoorden van een collega. Toen hij vroeg om een religieuze uitzondering, werd dit geweigerd. Kort daarna volgde zijn ontslag.
Volgens Wimmer heeft niemand op het werk over hem geklaagd. Integendeel, hij kreeg zelfs loonsverhogingen en was onlangs gepromoveerd. Toch kreeg hij een officiële waarschuwing waarin stond dat hij verplicht was de gewenste naam en voornaamwoorden van de collega te gebruiken. Het niet naleven daarvan zou leiden tot ontslag.
Een HR-medewerker zou hem gezegd hebben dat zijn geloofsbezwaren “geen zin hadden” en vergeleek het gebruik van transvoornaamwoorden met het gebruik van een bijnaam, zoals “Lizzy” voor “Elizabeth”.
Wimmer besloot op 31 maart te vertrekken bij het bedrijf omdat hij zich niet met zijn geloof kon verenigen met de werkomstandigheden. Maar kort daarna hoorde hij dat hij mogelijk rechten had die zijn geloof in de werkomgeving beschermen. Op 2 april stuurde hij een e-mail om zijn ontslag in te trekken. Diezelfde dag werd hij echter formeel ontslagen.
“Ze lieten me weten dat mijn verzoek was afgewezen", aldus Wimmer. Hij moest het gebouw onmiddellijk verlaten. Zijn spullen zouden worden opgestuurd, maar volgens Wimmer kwamen zijn Bijbel en een mok met een christelijk symbool (Chi Rho) beschadigd terug.
Generac ontkent de aantijgingen. In een verklaring aan The Christian Post zei het bedrijf: “Generac voldoet aan alle federale en staatswetten. Er is bij ons nooit een beleid geweest over het gebruik van genderpronouns.”
Volgens het bedrijf is de klacht “ongegrond” en zal men zich “verdedigen tegen deze aantijgingen”.
De zaak wordt nu onderzocht door de EEOC. In de klacht wordt gesteld: “Generac’s vooroordelen en vijandigheid tegenover de religieuze overtuigingen van de heer Wimmer – inclusief disciplinaire maatregelen, intimidatie, het weigeren van een redelijke aanpassing en uiteindelijk zijn ontslag – vormen religieuze discriminatie.”
Christelijke organisaties en juristen volgen de zaak met belangstelling. De uitkomst zou gevolgen kunnen hebben voor de vrijheid van godsdienst op de werkvloer in de Verenigde Staten.
Praatmee