David uit Burkina Faso kreeg doodsbedreigingen: "Ik zal Jezus niet verloochenen"
Jarenlang wil David uit Burkina Faso niets liever dan kleermaker worden. Maar wanneer hij dat heeft bereikt, geeft God hem een nieuw verlangen. Vrij onverwacht ervaart David dat God hem roept om een bijbelschool te volgen en in een vijandig gebied onder moslims te gaan dienen.
Aanvankelijk verzet David zich tegen die roeping die God hem geeft, maar tegelijkertijd voelt hij ook sterk dat zijn leven in Gods handen ligt. “Ik zag dat God het verhaal van mijn leven aan het schrijven was”, vertelt hij. “God mag met mij doen wat Hij wil.” Als David aan zijn vader, die voorganger is, vertelt wat Gods plan voor hem is, zegt zijn vader dat hij naar de bijbelschool moet gaan en God moet vertrouwen. “Mijn vader had geen geld of middelen voor me, maar zei: ‘Ga, God zal voorzien.’ Ik gehoorzaamde God en ging naar de bijbelschool.”
Tijdens zijn studie ontmoet David Esther. Ze trouwen in hun laatste schooljaar, in 2017. Op het moment dat ze hun opleiding afronden, heeft het geweld van extremistische moslims al aan meer dan tweeduizend mensen het leven gekost. Zo'n 1,7 miljoen mensen zijn ontheemd geraakt. Toch is het stel vastbesloten om gehoor te geven aan Gods roepstem.
Verlaten plek
Na zijn afstuderen wil David terugkeren naar het gebied waar hij is opgegroeid, in het noorden van Burkina Faso. Maar christelijke leiders dringen er bij David en Esther op aan om naar een dorp in een ander deel van het land te gaan. Korte tijd later nemen de leiders David en Esther en hun bagage mee naar een afgelegen dorp. Het is een verlaten plek in de woestijn. Er is geen plaats om samen te komen en zelfs geen plek om te wonen. Er is geen telefonisch bereik en ze moeten tien kilometer lopen om water te halen.
David en Esther willen het Evangelie brengen aan de Fulani’s, een herderstam die in het gebied woont, maar niemand verwelkomt hen in zijn huis. Het liefst zouden ze meteen willen vertrekken. De erbarmelijke leefomstandigheden en schijnbaar hopeloze vooruitzichten voor hun missie, kosten hen veel tranen.
De religie van de dorpelingen in dit deel van Burkina Faso bestaat uit een mengeling van islam en hekserij. "De mensen wilden niets over het christendom horen", vertelt David. "Maar ik werd bemoedigd door de Heilige Geest en ik kreeg kracht om door te gaan, ondanks de moeilijkheden." Na verloop van tijd bouwt het echtpaar relaties op met de dorpelingen en bidt voor en met hen. Als de dorpelingen zien dat de gebeden van het echtpaar worden verhoord en er genezingen plaatsvinden, willen ze graag meer leren over Jezus en de Bijbel. Uiteindelijk ontstaat er een kerk die uitgroeit tot meer dan twintig mensen. "We waren gelukkig", zegt David. "Het was een moeilijke, harde tijd, maar we verheugden ons omdat de mensen hun leven aan Jezus Christus gaven."
Mensen neergeschoten
De vreugde die ze ervaren als ze Fulanimoslims tot geloof in Christus zien komen, wordt getemperd door de toenemende extremistische activiteiten in de gemeenschap. Op een gegeven moment ziet het echtpaar net buiten het dorp militanten die mensen neerschieten.
"De extremisten waren onze buren", vertelt David. "Ze kwamen soms naar ons toe om met ons te praten en vroegen ons: 'Hebben jullie iets gehoord van het leger? Denk je dat wij de oorlog zullen winnen, of zullen de militairen van de regering de oorlog winnen?'" Islamisten ontvoeren ook een voorganger in een nabijgelegen dorp. Als ze dit hoort, wil Esther vertrekken. Maar David wil per se blijven.
Doodsbedreigingen
Op een dag komt een lid van de kerk naar het huis van het stel met alarmerend nieuws. Het gemeentelid heeft gehoord dat militanten van plan zijn om David en Esther en hun gemeenteleden te ontvoeren en hen vervolgens naar een rivieroever te brengen om ze daar te vermoorden. Het nieuws van de geplande aanval verspreidt zich snel onder de kerkleden en de angst groeit. "De christenen uit het dorp durfden niet naar de kerk te komen", vertelt David. "Op een zondag speelde ik op de trommel en mijn vrouw zong. We waren de enige twee die in de kerk aanwezig waren om God te aanbidden. Verder was er niemand."
Op een avond, terwijl Esther bidt, voelt ze zich diep verontrust. Nadat ze haar zorgen bij David heeft geuit, gaan ze voor vier dagen naar een veiliger plek. Daarna keert David alleen terug naar het dorp. Al snel komt een vriend van David, die in de buurt van de militanten woont met een dringende waarschuwing. "Deze vriend zei dat ik moest vluchten omdat ze me wilden vermoorden", vertelt David. David laat zijn bezittingen achter en gaat bij zijn vrouw wonen. Omdat terugkeren naar het dorp als een te groot risico wordt beschouwd, wordt het stel uiteindelijk overgeplaatst naar een kerk in een ander dorp. Maar ze zijn heel verbaasd over wat hen daar te wachten staat. "Het was er nog erger", zegt David. "Het eerste dorp was beter dan dit."
Baard
In maart 2018 beginnen David en Esther in het nieuwe dorp. Weer hebben ze geen plek om te wonen en weinig bezittingen. "We hadden niets", vertelt David. "Maar iemand gaf ons een plek om daar een kerk te beginnen." Terwijl ze werken aan het opbouwen van relaties met de dorpsbewoners, krijgt het echtpaar al snel te maken met tegenstand. Als een plaatselijke imam hoort van de plannen van het stel om een kerk te beginnen, vertelt hij moslims in de moskee dat de islam de enige godsdienst is. Sommigen die zijn instructies horen, vertellen Esther en David dat de woorden van de imam hen in moeilijkheden kunnen brengen.
En een man waarschuwt hen voor de dodelijke tactieken van de extremisten. "Ze komen meestal om mensen te vertellen dat ze naar de moskee moeten komen", zegt de man. "Als je niet gaat, vermoorden ze je." Ondanks de waarschuwingen en dreiging blijven David en Esther bijna twee jaar in het dorp. David laat zijn baard staan om zich aan te passen aan de moslimmannen. Hoewel ze vanwege hun eigen veiligheid hadden kunnen vertrekken, worden ze erg bemoedigd: zesentwintig mensen komen tot geloof in Christus!
Hart verzacht
Een van hen is een vrouw, die als gevolg van haar bekering problemen krijgt met haar islamitische man. Hij wordt boos en eist dat ze de kerk verlaat. De man staat bekend om zijn temperament en het feit dat hij vaak dreigt om mensen te vermoorden. Toch besluit David dat hij hem wil ontmoeten om het Evangelie te delen. Wanneer hij de blijde boodschap hoort en begrijpt, begint zijn hart zachter te worden ten opzichte van het christelijke geloof. Hij vertelt David dat hij al een tijdje een toverdokter bezoekt en denkt dat hij daardoor mensen haat. Hij stopt hier meteen mee en besluit alle spullen die met hekserij te maken hebben, te verbranden.
Toenemende druk
Het ontgaat de militanten niet dat meer en meer mensen zich openstellen voor het Evangelie. David en Esther zien eens een groep van veertig extremisten voorbijtrekken, zwaaiend met geweren en vlaggen. "Voorheen konden we goed met elkaar opschieten, maar toen we besloten om een kerk te bouwen, zeiden ze dat we dat niet konden doen. Ze wilden niet dat we in Jezus geloofden." De militanten voeren de druk op het echtpaar steeds verder op. "Ze wilden niet dat we kerkdiensten hielden en ze wilden ons ook niet horen zingen", herinnert David zich.
De militanten dreigen David te ontvoeren als hij en Esther niet gehoorzamen, maar Esther kan het niet opbrengen om haar man te vertellen dat ze graag weg wil. In plaats daarvan vraagt ze hem of ze naar een ander dorp mag reizen om haar ouders te bezoeken, die ze al jaren niet meer heeft gezien. Esther is niet de enige die zich zorgen maakt over hun veiligheid. Als Davids leiders horen over de situatie in Davids dorp, dringen ze er bij hem op aan om onmiddellijk te vluchten. Maar David aarzelt. "Ik wilde niet vluchten, want ik vertelde de mensen dat God me naar dit dorp had gestuurd en me had toegestaan om hier te zijn", zegt hij. "Ik bad en vroeg God: 'Wat zal ik doen?' Hij gaf me niet direct antwoord, maar die nacht had ik een droom waarin iemand tegen me zei: 'Je moet vluchten, want je missie eindigt hier.'"
Man op motor
David bereidt zich voor om het dorp te verlaten, maar blijft er nog drie maanden voorganger, terwijl hij wacht op het juiste moment om te vertrekken. Naar Davids huis. Hij wordt op het matje geroepen in de moskee. David herinnert zich de waarschuwing die hij heeft gekregen over de tactieken van de islamisten. Hij volgt de man een tijdje op zijn motor maar keert dan plotseling om en gaat huiswaarts. "Ik zag nu dat ik in gevaar was en moest vluchten", vertelt hij.
Na hun vertrek uit het tweede dorp, verhuist het stel in mei 2021 naar Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso. Ook hier zijn moslims in de meerderheid. Een kerk planten gaat er moeizaam. Na twee jaar wonen nog maar acht mensen de diensten bij. Vijf van hen verlieten de islam om Christus te volgen. De meesten kwamen tot geloof nadat David en Esther voor hen hadden gebeden en ze genezing ontvingen van lichamelijke of geestelijke ziekten.
Extremisten blijven dorpen in Burkina Faso aanvallen en onschuldige mensen doden. David houdt contact met veel van zijn voormalige kerkleden, van wie sommigen zeggen dat de militanten hen met de dood bedreigen als ze niet terugkeren tot de islam. Toch blijft David vol vertrouwen. Hij is er sterk van overtuigd dat er blijvende vrucht is door het werk van hem en Esther heen. “Sommigen verlieten Jezus en willen niet terugkeren. Maar anderen zullen blijven, welke moeilijkheden ze ook moeten doorstaan. Ze zullen Christus niet verlaten. En datzelfde geldt voor ons. Als mensen mij willen vermoorden, dan zal ik Hem niet verloochenen.”
Beluister ook onderstaande podcastaflevering met SDOK-collega Emma de Vries over haar bezoek aan Burkina Faso:
Praatmee