Dagboek van een opperrabbijn: ben ik wel goed bezig?
Het was een heel fijne sjabbat. Een erg goede opkomst in sjoel. De nieuwe voorganger, Shaja Groenewoudt, zoon van mijn Amsterdamse collega, voelt zich al helemaal thuis. Ik hoor alleen maar positieve geluiden uit de kehilla over zijn functioneren en de goegemeente blijft langer en langer aanwezig bij de kiddoesj na afloop, een goed teken.
Gerelateerd
Een moment verdwaald in Friesland
Hoewel ik niet iedere sjoelbezoeker ervan verdenk dat hij met volledige devotie alle gebeden in sjoel volgt, zingt iedereen luidkeels en vol overgave mee of luistert aandachtig als het gebed voor de staat Israël en voor het welzijn van onze soldaten wordt uitgesproken. Ik schrijf bewust ‘onze’ soldaten omdat meer en meer bij ons, Nederlandse Joden, gevoeld wordt dat als ik hier in Nederland niet meer kan blijven, de grens van het Heilige Land voor ons openstaat. Mijn ouders, denk ik dan, konden in de jaren ’40-’45 geen kant op. Nergens waren ze welkom. Wat dankbaar moet ik zijn dat Israël bestaat.
Maar globaal gesproken gaat het natuurlijk niet goed met Israël-Gaza en met de gijzelaars.
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee