Pakistaanse christen in eigen huis doodgeschoten door moslimextremist
De 20-jarige Farhan Ul Qamar, een Pakistaanse christen, is begin deze maand door een moslimextremist in zijn eigen huis doodgeschoten. Dat meldt Morning Star News. Farhans vader stelt dat de moordenaar van zijn zoon gedreven werd door een sterke haat tegen christenen en Joden.
Farhan Ul Qamar werd op 9 november doodgeschoten in zijn huis in het bijzijn van andere familieleden. De vader van de gedode christen, Noor Ul Qamar, zei dat de moordenaar, Muhammad Zubair, gedreven werd door een sterke haat jegens christenen en Joden. Terwijl hij tegen de familie tekeerging, zou hij hen meermaals ten onrechte ‘Joden’ genoemd hebben.
Ul Qamar zei dat hij niet zeker wist waarom Zubair het in het bijzonder op zijn zoon had gemunt, hoewel de moordenaar en Farhan Ul Qamar de dag ervoor ruzie maakten. Toen hij op 9 november om 3 uur ’s nachts het huis van de familie binnenviel, hield Zubair hen bijna 40 minuten onder schot en weigerde hij hen in de buurt van hun dodelijk gewonde zoon te laten, zei Ul Qamar.
"Mijn zoon vocht voor zijn leven, hij bloedde hevig door de kogelwonden, maar zijn moordenaar, Muhammad Zubair, stond ons niet toe om hem zelfs maar wat water te geven, laat staan hem te troosten," vertelde Ul Qamar aan Morning Star News. "Hij noemde ons herhaaldelijk 'Joden' terwijl hij vloekte en met zijn wapen naar ons zwaaide. We keken allemaal hulpeloos toe en smeekten hem om weg te gaan, maar hij wilde niet weggaan."
Uiteindelijk zei Zubair tegen hem dat hij naar het dak moest gaan en daar moest blijven tot hij weg was, zei Ul Qamar. "Toen ik wegging, richtte Zubair het pistool op mijn vrouw en beval haar om de hoofdpoort te ontgrendelen," zei hij. "Hij ging op zijn motor zitten die buiten geparkeerd stond, vuurde drie schoten in de lucht met zijn pistool en schreeuwde twee tot drie keer 'Allahu Akbar (God is groter, red) voordat hij wegreed."
De rouwende vader zei dat zodra Zubair weg was, de familie zich om zijn bloederige zoon verzamelde en om hulp begon te schreeuwen. "Niemand van onze buren greep in, zelfs niet nadat ze de eerste drie schoten hoorden die Zubair op Farhan loste," zei Ul Qamar. "Niemand kwam hun huis uit toen hij wegging. Iedereen was bang voor hem."
Farhans vader zei dat zijn zoon onderweg naar het ziekenhuis zijn laatste adem uitblies. "Artsen zeiden dat ze hem wellicht hadden kunnen redden als we hem op tijd hadden gebracht.”
Zubair stak naar verluidt zijn haat voor christenen en Joden nooit onder stoelen of banken, maar zijn gedrag verslechterde nadat het Israëlisch-Palestijnse conflict vorige maand uitmondde in een oorlog in Gaza, zei Ul Qamar.
Verschillende christelijke families hadden het dorp al verlaten, nadat moslims twee christelijke broers, Aqib Javed en Asher Javed, hadden geslagen omdat ze hun steun voor Israël uitspraken. "Ongeveer zes christelijke jongens, onder wie Aqib en Asher, hebben het dorp verlaten omdat ze bang zijn om opnieuw het doelwit te worden van extremistische elementen," zei Ul Qamar, eraan toevoegend dat hun verblijfplaats onbekend is.
Hij zei dat de familie had besloten om deze details niet eerder bekend te maken omdat ze bang waren voor reacties van lokale moslims. "We hebben onze mond gehouden omdat we niet wilden dat de religieuze leiders zouden denken dat we de moord op onze zoon een 'religieuze kleur' geven, maar dit is de waarheid", zei Ul Qamar.
Zijn andere zoon, Shahan Ul Qamar, vertelde eerder aan Morning Star News dat zijn broer een kleine woordenwisseling had met Zubair. De vader van de overledene zei dat Zubair na het doden van Farhan Ul Qamar naar huis ging, waar de politie hem rustig slapend in zijn bed aantrof. "Een agent vertelde me dat Zubair tijdens het verhoor zei dat hij per ongeluk naar ons huis was gekomen en Farhan had vermoord, denkend dat hij Aqib of Asher Javed vermoordde", zei Ul Qamar. "Maar dit is een leugen, want Zubair noemde Farhan bij zijn naam voordat hij het vuur opende. Hij bleef ook zijn naam zeggen toen hij probeerde de deur van onze kamer open te breken. Het was moord met voorbedachte rade."
Praatmee