Moeilijke Bijbelteksten: wat was de bediening van Mozes?

In de serie Moeilijke Bijbelteksten behandelt Bijbelleraar Marco van Putten in korte artikelen onderwerpen uit de Bijbel die moeilijk worden gevonden. Dit artikel gaat over de vraag wat eigenlijk de bediening van Mozes was.
Volgens de meeste gelovigen was Mozes een profeet. Maar wat is dan de definitie van een profeet, want het moet duidelijk zijn dat Mozes een van de belangrijkste personen was die ooit leefden. In de Joodse godsdienst wordt hij zelfs de belangrijkste Bijbelse persoon beschouwd. Sommigen denken zelfs gedacht dat hij in de hemel is opgenomen. Dit lijkt bevestigd in het Nieuwe Testament als hij samen met de profeet Elia verschijnt aan de Here Jezus (Mt 17:3).
Toch was Mozes slechts een mens en dan moet aangenomen worden dat ook hij gestorven is en ‘afgedaald’ in het dodenrijk. Sterker, hij werd door God gedood om zijn ernstige zonden (Dt 34:5-6). Maar hoe zit dat dan? Iemand die zo belangrijk is en zo eindigt. Hoe is dat te rijmen?
In elk geval kan alvast bevestigd worden dat zijn godsdienstige bediening tot de belangrijkste moet hebben behoord gezien de manier waarop God met hem omging. God houdt immers rekening met iemands bediening. Hoe meer verantwoordelijkheid, des te groter de consequenties. In gunstige of in ongunstige zin.
Woordstudie
De Hebreeuwse naam Mosjéh komt ruim 700 keer voor in de Oude Testament (OT) en de Griekse verbastering Moseus bijna 80 keer in het Nieuwe Testament (NT). In totaal dus bijna 800 keer, terwijl de Here Jezus ruim 900 keer in het NT genoemd wordt. Net iets meer dan de naam David. Deze aantallen benaderen elkaar en dus ook hun belangrijkheid.
Verschillende familieverbanden
Mozes werd geboren in de stam Levi (Ex 2:1), maar kort daarna onverwacht geadopteerd in het huis van de farao. Aanvankelijk groeide hij nog op bij zijn Hebreeuwse moeder, maar moest op een bepaald moment worden overgedragen aan zijn Egyptische adoptief moeder (vers 10).
Als volwassene blijkt hij weet te hebben van zijn Hebreeuwse oorsprong. Hij bezoekt de Hebreeën, hoewel hij geen aanspraak meer kon maken op familierechten onder de zonen van Jakob. Hij was immers officieel Egyptenaar geworden (vers 19).
De Hebreeën waren enkele decennia voor de geboorte van Mozes tot slaven gemaakt. Kennelijk worstelde Mozes daarmee (vers 11). Toen echter bekend werd dat Mozes een Egyptenaar had gedood om een Hebreeër te beschermen, vluchtte hij de Sinaïwoestijn in. Daar werd hij gast van een Midjanitische familie en huwde een van hun dochters. Daarna leidde hij het leven van een Midjaniet.
Uittochtsleider
In de Sinaïwoestijn riep God hem en gaf opdracht om naar Egypte terug te gaan om zijn broeders, de zonen van Jakob, namens Hem uit te leiden. In de aanstelling van Mozes door God komen een aantal zaken naar voren die belangrijk zijn voor de vraag naar zijn bediening.
God openbaarde Zich zijn eigen vaders God en die van de drie Hebreeuwse aartsvaderen. Mozes geloofde dus in Hem. God bleek op de hoogte van de verdrukking van de Hebreeën en wilde hen uitleiden naar het beloofde Land. God droeg Mozes op 1. naar Egypte te gaan, 2. de Farao officieel toestemming te vragen, dat de Israëlieten God konden dienen en 3. hen uit Egypte te leiden (4:10). God was daarin met hem. In Egypte moest hij als eerste de oudsten samenroepen om zijn opdracht aan hen te vertellen en samen naar de farao te gaan (3:16-18).
Priester
Dat Mozes echt door God gezonden was zou daaruit blijken dat hij de Hebreeën naar de berg Horeb moest brengen, zodat zij Hem daar zouden dienen (vers 12). Mozes moest hen dus bij God brengen, zodat ze hun godsdienst konden beoefenen. Daarnaast gaf hij onderricht in de Verbondsvoorwaarden (Torah) en trad hij op als (godsdienstig) rechter. Dat lijkt een (hoge)priesterlijke bediening.
Wonderdoener
Mozes zou wondertekenen doen zodat iedereen overtuigt zou zijn dat God met hem was (4:2-9). Later zouden de meeste wondertekenen en plagen van God aan Egypte ook in gang worden gezet door de hand van Mozes. Dat lijkt een bediening als wonderdoener.
Profeet
God zou met de mond van Mozes zijn en hem onderrichten wat hij moest zeggen (vers 12). Dat wijst op de bediening van een profeet. Maar zijn broer Aäron zou ook namens Hem spreken. Hij was dan ook profeet, maar God stelde Mozes ‘boven’ Aäron. Zijn broer zou namens Mozes spreken en hij zou voor Aäron als God zijn (vers 16). Dit drukt uit dat Mozes de enige Uittochtleider was.
Messias
Mozes pakte van aanvang aan de vijanden van de Israëlieten aan, zodat die ongevaarlijk (uitgeschakeld) werden voor hen. Dit waren externe vijanden, zoals de farao en de Amalekieten (Ex 17:11), maar ook interne, zoals de aanhangers van het gouden kalf (32:28) en de Korachieten (Nm 16:20). Dat lijkt op de bediening van een messias.
Het achterliggende en ultieme doel van een messias is de Israëlitische godsdienst in te stellen of herstellen zonder die te leiden. Kortom, degene die voor het godsdienstige welzijn van Israël zorgt en die ook bewaakt. Ook dat deed Mozes.
Wat was Mozes niet
God beval Mozes om een nieuw priesterambt voor Hem in te stellen, namelijk Aäron en zijn lijfelijke zonen. Mozes heeft dat gedaan en hen aan God gewijd, maar had zelf geen deel aan de kohaniem (Israëlitisch priesterschap). In tegenstelling tot wat lijkt, ondanks de vele voorbeelden van priesterlijk optreden, zoals zijn herhaaldelijk pleiten en bidden voor Israël, was hij geen priester.
Mozes heeft zeker meerder malen geprofeteerd. Vooral in zijn laatste toespraak. Maar God heeft geen hiërarchie onder profeten ingesteld, dus Mozes was geen profeet.
Dat Mozes ‘boven’ de profeten was gesteld komt ook naar voren als de zus van Mozes, Mirjam, zijn bediening gelijk acht aan die van alle profeten (Nm 12:2). God herhaalde (Ex 4:16) dat Mozes de enige mens was die rechtstreeks met God sprak, zoals mensen onderling spreken. Zo zelfs, dat het directe contact met God van zijn gezicht afstraalde (Ex 34:29).
Omdat Mozes op de eerste plaats de Uittochtsleider was, moet dat feit als belemmering voor zijn profeteren worden gezien. De bediening van een Bijbels profeet was onafhankelijk van het gezag, de overheid. Mozes was echter het allerhoogste gezag onder de Israëlieten tijdens de Uittocht. Zijn bediening was dus eerder dat van een koning, dan van een profeet. Terwijl een Bijbels koning wel kon profeteren, zoals David, kon die geen bediening van profeet of priester hebben.
Onderscheid
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen personen die een of meerdere algemene karakteristieken van een bepaalde bediening uitoefenen en personen die door God in het ambt van een bediening zijn aangesteld.
Messiaanse bediening
Mozes schakelde de vijanden van de Israëlieten uit en daarna kon Gods Verbond worden bemiddeld, het heiligdom worden gebouwd, de eredienst worden ingesteld en de basis worden gelegd voor het godsdienstige Verbondsleven. Dit is zijn de karakteristieken van een messias.
Maar Mozes was officieel nooit koning, maar Uittochtsleider. Leider van de Hebreeën zonder land of vaste verblijfplaats, uittrekkende vanuit slavernij naar een beter thuisland. Mozes vervulde dus als eerste de bediening van een messias in Gods volk, hoewel nog onvolmaakt. Messiasschap staat dus niet alleen los van de bediening van priester, wonderdoener en profeet, maar blijkbaar ook van de bediening van Israëlitisch koning.
Praatmee