Moeilijke Bijbelteksten: Jakobs terugkeer naar het beloofde land; waar lag Salem?

In de serie Moeilijke Bijbelteksten behandelt Bijbelleraar Marco van Putten in korte artikelen onderwerpen uit de Bijbel die moeilijk worden gevonden. Dit artikel gaat over vragen over Jakobs terugkeer naar het beloofde Land en de locatie van Salem in het bijzonder.
Jakob had geen leuk leven. Het begon met een moeilijke jeugd. Hij groeide op met zijn tweelingbroer Ezau die hem overtrof en de aandacht van zijn vader had (Gn 25:27-28). Ezau was de eerstgeborene en die gingen traditioneel voor op alle andere kinderen. Daar kwam bij dat Jakob liever thuis bleef. De wildernis en het jagen trokken hem niet.
Jakob en zijn broer hadden van aanvang aan rivaliteit. Zelfs al in de moederschoot (25:22-23). Omdat Jakob bij de geboorte de hiel (Hebr. āaqev) van zijn broer beet hield kreeg hij de naam Jakob (Hebr. Jaāaqov ā Hielgrijper). Jakob is echter slim en ontneemt Ezau al vroeg zijn eerstgeboorterecht. Dat is niet gunstig voor hun verhouding. Zijn moeder, die juist een voorkeur voor Jakob had, hielp hem met een list de vaderlijke zegen te ontvangen. Ezau overwoog daardoor zelfs zijn broer te vermoorden en daarom raadde Jakobs ouders hem naar de familie in een ander land te vluchten (27:43). Daar verbleef hij zoān 20 jaar (31:38) en verkreeg er zijn gezin. Maar ook daarvandaan moest hij wegvluchten. Terug naar het beloofde Land, want daar lag een belofte van God (28:13-15).
Wonderlijke terugreis
Vlak voordat Jakob weer het beloofde Land betrad overkwam hem bijzondere (spirituele) zaken. Net zoals bij het verlaten van dat Land (28:11-15). Dit keer kwamen hem engelen tegemoet die daar aan de oostgrens een kampement schenen te hebben. Daarna volgde een worsteling met een engel van God bij de beek Jabboq, waarbij hij stand wist te houden (sarah). Deze engel zegende hem en gaf hem de naam Israƫl (Gods gevolmachtigde), maar maakte hem wel gehandicapt voor de rest van zijn leven (32:24-29). Daarna kon hij zich met zijn broer verzoenen (33:4).
Aankomst in Sjalem of sjalom?
Bij de beek Jabboq trok Jakob de Jordaan over en stak toen tussen de heuvels door naar de regio van Sichem. Precies zoals zijn grootvader Abraham had gedaan toen hij voor het eerst in het land KanaƤn aankwam (12:6).
In de meeste (traditionele) Bijbels staat dat Jakob āin vredeā of ābehoudenā (sjalom) bij de stad Sichem aankwam (33:18). In de belangrijkste Hebreeuwse manuscripten staat dit echter niet. Slechts in de betere vertalingen, zoals de King James vertaling (KJV), en in de Septuaginta staat dat Jakob ātot Sjalem kwam, een stad van Sichemā. Dat meestal het woord sjalom wordt gelezen heeft te maken met de zogenoemde āJeruzalemtraditieā (de overtuiging dat de plaats Sjalem de stad Jeruzalem is). Deze plaats Sjalem (de meeste vertalingen spellen het verbasterd als Salem) was namelijk al eerder genoemd in de Bijbel (14:18). Het was de stad waar Melchizedeq Gods koning-priester was in de tijd toen Abraham nog leefde.
Was dit niet gewoon een schrijffout en was sjalom niet bedoeld? Aangeven dat Jakob ābehoudenā of āin vredeā het beloofde Land binnenkwam is ongefundeerd en onduidelijk. Wat betekent dat? Elders in de Bijbel wordt ābehoudenā echter steevast toegepast in de onbepaalde wijs āom te behoudenā (6:19; 19:19, etc.) en niet met een zelfstandig naamwoord wat sjalom is. De betekenis āin vredeā veronderstelt ook de Hebreeuwse woordcombinatie ābe-sjalomā of āle-sjalomā (15:15; 26:29, 31; 28:21; 44:17; Ex 4:18; etc.). Die woordcombinatie ontbreekt in de grondtekst.
Uit de context wordt duidelijk dat de beschrijving van de reis van Jakob vanuit Haran naar het beloofde Land in volgorde van plaatsen wordt aangegeven (Haran ā Gilead ā Mahanaim ā Sukkot). Het is in die zin van belang te weten welke plaats hij daarna aandeed in het beloofde Land. āSjalemā dus. Vooral ook omdat het een āstad van Sichemā was en niet Sichem zelf.
Als klap op de vuurpijl is er het argument dat de interpretatie sjalom vereist dat een niet in de grondtekst voorkomend woord wordt toegevoegd. Bijvoorbeeld: Behouden ātotā de stad (SV) of ābijā de stad (NBG).
Belang van Salem
Dat Jakob juist zijn kamp juist bij Salem opsloeg is van belang. Hij koos ervoor om zich te vestigen bij de enige plaats in KanaƤn waarvan, vanuit zijn familiegeschiedenis, bekend was dat God er vereerd werd (14:18). De benaming Salem (vrede (van God)) heeft dus wel een bijzondere geestelijke betekenis.
De regio van Sichem heeft dus een veel oudere heiligheid dan Jeruzalem. Niet alleen Jakob, maar ook Abraham woonde er meteen na het binnengaan van het beloofde Land. Beiden bouwden er altaren (12:7; 33:20). Ook in Israƫls latere geschiedenis bleef Sichem een belangrijke heilige plaats (Dt 11:29; Joz 8:30; 24; Rich 9; etc.).
Salems verdorvenheid
De KanaƤnitische verering van de God van de Bijbel in Salem bleek echter bij de komst van Jakob inmiddels gecorrumpeerd. Dat wijst erop dat Melchizedeqs nalatenschap verkwanseld was. Het is dan ook belangrijk dat de Hebreeƫn de mannelijke inwoners van deze stad met de ban sloegen (34:26-29). Daarmee namen ze een voorschot op het latere expliciete bevel van God (Dt 7:2; 20:17). Het Land was immers alleen bestemd voor Gods volk. De KanaƤnieten waren, na de verwoesting van de Sodomieten, de meest goddeloze volken en stammen op aarde.
Blindheid voor Gods wil
Ook op dit punt van Gods ban over de KanaƤnieten bleek Jakob echter een vreesachtige, oude man (34:30). Net als voor Ezau en Laban vreesde hij steeds vergelding. Hij was zelden āin vredeā of voelde zich behouden (veilig), maar was zeker moedig en trouw aan God.
Zijn verzet tegen de ban markeert het begin van zijn uitfasering als aartsvader. Net als zijn vader en grootvader zat hij er naast als het gaat om Gods wil over het nalatenschap. Abraham dacht dat het overging op zijn dienstknecht Eliƫzer of op Ismaƫl. Izak dacht aan Ezau. Jakob zag de gezegende toekomst van de Levitische priesters (Nm 25:13) niet (Gn 49:5-7). Dit wijst op hun menselijke beperktheid. Ook niet alles wat aartsvaders dachten, zeiden en deden was van God. De ban blijkt echter Gods wil (35:5).
Praatmee