Het was beneden bij de Klaagmuur, dat de archeologen op een verzegelde, in rotsen gehouwen bad stuitten. Ze dateren de mikwe, waar Joden zich moesten reinigen, op 70 na Christus, het jaar dat Jeruzalem verwoest werd.

De archeologen noemen het een historische vondst, zeker omdat er nog as in het bad gevonden is uit de tijd van de vernietiging van de stad. Het bad is ruim drie meter lang, 1,35 meter breed en 1,85 meter hoog, zegt de Israel Antiquities Authority (IAA). Vier uitgehouwen tredes leiden naar het bad.

Directeur Mordechai Eliav van de Western Wall Heritage Foundation: "De ontdekking van een ritueel bad uit de periode van de Tweede Tempel onder het plein bij de Westelijke Muur, met as van de verwoesting aan de voet ervan, is alsof duizend mensen getuigen van het vermogen van het volk Israël om van onreinheid reinheid te maken, van verwoesting vernieuwing."

De vondst onderstreept voor rabbi Amichai Eliyahu, de minister van Erfgoed, dat Jeruzalems historie moet worden bewaard. "Het versterkt ons begrip van hoe sterk het religieuze leven en het 'gewone' leven samengingen. We hebben de plicht om deze historische herinnering door te geven aan de volgende generatie."