Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
De afgelopen week stonden de media bol van de protesten tegen het politiegeweld in de Verenigde Staten waardoor George Floyd om het leven kwam. De demonstraties, plunderingen en openbare uitingen van afkeer namen zulke grote vormen aan dat we ons serieus zorgen moeten gaan maken over het geweldspotentieel dat in de samenleving aanwezig is.
Premier Rutte zei in een reactie dat er in Nederland ‘systemische problemen’ rond racisme bestaan. Ik moest meteen denken aan een uitspraak die hij niet lang geleden gedaan had: “Nederland is een diep socialistisch land.” Kan een land tegelijk systematisch racistisch en diep socialistisch zijn? In de media komen de ‘social justice warriors’ toch steevast als antiracisten ter sprake? Toch hebben racisme en socialisme meer gemeen dan je op het eerste gezicht zou denken. Beide gaan uit van fundamentele tegenstellingen tussen mensen die op revolutionaire wijze overbrugd moeten worden. Voor de socialisten hebben die tegenstellingen te maken met economische klasse en voor de (anti-)racisten met ras. Maar zij delen de aanname van een fundamenteel conflict tussen mensen en de vaandeldragers van de revolutie zullen geen middel onbeproefd laten om die tegenstellingen aan te wakkeren en hun gedroomde egalitaire samenleving desnoods met geweld te verwezenlijken.