Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Eergisteren was het weer Aswoensdag. Dat is de dag waarop rooms-katholieken, oud-katholieken, oosters-orthodoxen en sommige protestanten zich as op het hoofd laten aanbrengen als teken van verootmoediging. Ik heb het eenmaal zelf ondergaan samen met oud-katholieke vrienden.
Dat aanbrengen van as komt uit de Bijbel: als teken van rouw en verdriet strooide men zich as op het hoofd (bijv. 2 Sam. 13:19; Est. 4:1; Jer. 6:26). We kennen allemaal de aan de Bijbel ontleende uitdrukking ‘in zak en as’ zitten. Job zei: ‘ik heb berouw in stof en as’ (42:6). Waarom doet de gelovige dat op Aswoensdag? Omdat hij zich wil voorbereiden op het lijden en sterven van Christus en zich bewust is van het feit dat dat lijden en sterven voor zijn of haar zonden heeft plaatsgevonden. Dat stemt een mens ootmoedig en berouwvol. Daarom gaat hij ook een periode van voedselonthouding in om deze verootmoediging te onderstrepen en te vergemakkelijken. Van Aswoensdag tot en met Stille Zaterdag zijn, als je de zondagen niet meerekent (die toch nog iets van hun bijzondere karakter mogen behouden), precies veertig dagen. Die herinneren ons aan de veertig dagen die Mozes zonder eten en drinken op de berg Sinaï doorbracht (Ex. 34:28), en die Jezus zonder eten en drinken doorbracht in de woestijn (Matt. 4:2). Het zijn veertig dagen van bezinning, verootmoediging, meditatie over het lijden in het voortdurend besef zoals Jacob Revius het zo mooi uitdrukte in een gedicht: ‘Want dit is al geschied, helaas! om mijne zonden’.