Het spoor gaat de verkeerde kant uit

Op het moment dat ik dit schrijf is het dag 159 van het jaar 2023. Op dag 159 van het jaar 2023 ben ik dit jaar al 247 keer met de trein gegaan. Voor mijn werk, studie, vrienden, alles eigenlijk, ga ik met de trein. Ik hou van de trein. Ik leef in de trein.
Tel er nog 4 jaar studenten-ov, 2 jaar dagelijks naar de middelbare school en nog talloze tram- en busritjes bij, en je komt tot bizarre aantallen, afstanden en bedragen. Want stel je eens voor dat ik dit allemaal had moeten betalen. Het zou in de tienduizenden euro’s lopen. Gelukkig was het overgrote deel gratis, door lieve Nederlanders die belasting betalen en een middelbare school met een gulle regeling.
Zorgen
Vanaf volgend studiejaar verandert dat. Dan heb ik 5 jaar studenten-ov gehad en mag ik zelf gaan lappen. Prima, ik heb genoeg geprofiteerd, maar ik maak me wel zorgen. Want wat is met de trein gaan toch een partij duur zeg. Wat is het eigenlijk dan aantrekkelijker om gewoon een auto te hebben.
Eén keer retour (2e klas) tussen waar ik woon en waar ik studeer (Amsterdam-Apeldoorn) kost me dan €36,40. Eén keer retour naar mijn ouders (Veenendaal) kost me dan €31,00, maar goed dan heb ik wel het absolute architectonische meesterwerk genaamd Station Veenendaal-De Klomp mogen bezichtigen.
Ten eerste maak ik me zorgen over mezelf. Waarschijnlijk zal ik last gaan krijgen van diepe heimwee naar mijn tweede thuis, de blauw-gele kogel waar ik me elke dag met een kop koffie gratis in mocht nestelen. Maar uiteindelijk zal ik daar wel overheen moeten komen. Het leven kan niet altijd feest zijn. Waar ik me ten tweede eigenlijk nog veel meer zorgen om maak, is de toekomst van jongeren.
Nationale Spoorwegen
Want het gaat niet goed met het spoor. Het spoor gaat de verkeerde kant uit. Ten eerste door problemen bij NS. Die heeft last van een personeelstekort. Door dat personeelstekort waren ze genoodzaakt om in oktober 2022 te snijden in de dienstregeling. Als gevolg daarvan rijden er nu minder treinen in Nederland dan mogelijk zou kunnen zijn. NS heeft hiervoor zelfs een boete van 1,5 miljoen euro gekregen. Maar ja, minder geld voor NS heeft alleen maar slechte gevolgen, dus dat geld mochten ze toch maar houden om te investeren in hun eigen problemen. Sowieso heeft NS geld nodig. De kans is groot dat in 2025 kaartjes voor in de spits significant duurder worden. Ze zeggen niet anders te kunnen wegens de stijging van de kosten voor energie, personeel, materiaal en onderhoud.
Verbindende lijnen
Ten tweede hebben we de Lelylijn en de Nedersaksenlijn. Of nou ja, juist niet. Sommige noordelijke inwoners wachten al tientallen jaren op de aanleg van een treinverbinding tussen Lelystad en Groningen. Die verbinding is cruciaal om de flessenhals in het Nederlandse spoornetwerk tussen Zwolle en Meppel te ontlasten. In het regeerakkoord is hier 3 miljard euro voor vrijgemaakt, maar de aanleg kost waarschijnlijk tussen de 6 en 12 miljard euro. Het is nog steeds onzeker of de lijn er ook werkelijk komt, terwijl het noorden ernaar smacht. Het kan de reistijd tussen Groningen en Amsterdam namelijk halveren. De Nedersaksenlijn is waarschijnlijk veel goedkoper, minder dan 1 miljard, en zou de leefbaarheid en economie van de grensstreek enorm versterken. Juist in tijden van ongelijkheid tussen randstad en regio zijn dit uitgelezen kansen om die balans iets te herstellen.
Goedkoper en eerlijker
Kortom, er valt nog veel te winnen. Het openbaar vervoer moet goedkoper en eerlijker. De reden waarom er nog niet gewonnen wordt, is simpel: geld. Natuurlijk. Wat anders? Gezonde financiën zijn erg belangrijk, en niemand wil aansturen op een failliete staat, daarom is het belangrijk om af te wegen of het de investering waard is.
Het is de investering waard om vele redenen, maar in ieder geval deze drie: het tegengaan van klimaatverandering, vervoersarmoede en vervoersongelijkheid.
Klimaat
In de Europese Green Deal staat dat vervoer maar liefst een kwart van de broeikasuitstoot van de Europese Unie behelst. En dat is slecht, want daardoor warmt het klimaat op. En daardoor komt er meer ongezondheid, armoede en verlies van biodiversiteit. Ook zal er een toename zijn van extreme weersomstandigheden, hongersnoden en klimaatvluchtelingen. Kortom, klimaatverandering is een probleem. Dan hebben we dat even vastgesteld.
In de Green Deal staat dat per 2050 vervoersemissies met 90 procent moeten zijn afgenomen, willen we klimaatneutraal zijn als Europese Unie. Om dat te bereiken zal “een aanzienlijk deel van de 75 procent van het binnenlands vervoer die nu over de weg plaatsvindt, voortaan via het spoor en de binnenwateren moeten geschieden.” Het spoor is dus de toekomst. Voor mensen en goederen. Ook zullen we moeten stoppen met het subsidiëren van fossiele brandstoffen, om zo vervuilend vervoer minder aantrekkelijk te maken. De gevolgen van klimaatverandering komen drie-dubbel-en-dwars op het bordje van de jongeren van nu en hun kinderen. Als Nederland zullen we onze verantwoordelijkheid moeten nemen en moedig een keuze moeten maken voor een klimaatneutrale levensstijl, om klimaatverandering tegen te gaan en als principieel voorbeeld voor andere landen in de wereld.
Vervoersarmoede
Als het aantrekkelijk is om met het openbaar vervoer te gaan, hebben meer mensen de mogelijkheid om veel bestemmingen te bereiken. Meer bestemmingen betekent ook meer kans op een baan, betere toegang tot scholen en betere toegang tot voorzieningen.
In Nederland is vervoersarmoede een probleem. Door een gebrek aan verplaatsingsmogelijkheden is het voor sommige inwoners niet meer mogelijk om op een volwaardige manier aan het maatschappelijk leven te kunnen deelnemen. Ook jongeren lijden daaronder. Door een lager inkomen en geen beschikking over een auto zijn de verplaatsingsmogelijkheden soms erg beperkt. Daar komt bij dat jongeren steeds meer vrienden verspreid over het land hebben en in zo’n geval minder in staat zijn dierbare contacten te onderhouden. Voor jongeren met een fysieke beperking kan het al helemaal lastig zijn. Beperkte toegang tot openbaar vervoer kan deelname aan het maatschappelijk verkeer enorm in de weg zitten.
We moeten het voor jongeren mogelijk maken om met een letterlijke en financiële lage drempel deel te nemen aan het openbaar vervoer. Daarom is het studentenreisproduct fantastisch. En des te meer aandacht moet gaan naar jongeren die door omstandigheden niet (meer) studeren en daarom geen beschikking hebben over gratis openbaar vervoer. We moeten ons zo veel mogelijk inzetten om ook hen aangehaakt te houden aan het maatschappelijk leven.
Vervoersongelijkheid
Uit een recent onderzoek van het PBL Toegang voor iedereen? blijkt dat “mensen die zich (moeten) verlaten op het openbaar vervoer aanzienlijk minder bereikbaarheid hebben, vooral als ze wonen in landelijk gebied, in de stadsranden of in suburbane kernen.” Een conclusie van het onderzoek is als volgt: “De bereikbaarheids analyses suggereren daarmee dat congestie op (snel)wegen in de Randstad niet de kern van het bereikbaarheidsprobleem is, maar eerder de beperkte bereikbaarheid per openbaar vervoer en fiets in de stadsranden, de suburbane kernen, en in het landelijk gebied.” De regio is qua bereikbaarheid duidelijk in het nadeel ten opzichte van de randstad. Dat sentiment is voelbaar in de maatschappij, en heeft zich onder andere geuit in de recente daverende verkiezingswinst van de BoerBurgerBeweging.
Voor jonge mensen uit de regio is het van cruciaal belang dat het openbaar vervoer beschikbaar voor hen blijft, ook al zijn deze verbindingen misschien minder financieel rendabel. Veel van hen willen heel graag blijven wonen in hun thuisregio, en graag ook een bijdrage leven aan de economie daar. Doordat de bereikbaarheid van de regio tanende is, trekken steeds meer jongeren weg naar de randstad en ontstaat er een negatieve spiraal van vraag en aanbod van openbaar vervoer, die vooral ten koste gaat van de leefbaarheid in het landelijk gebied. Dit moeten we niet langer laten gebeuren. We moeten de spiraal omdraaien. De aanleg van de Lelylijn en de Nedersaksenlijn zullen hoogstwaarschijnlijk een opsteker zijn voor het landelijk gebied en een bizarre boost geven aan de economie in het noorden en oosten van Nederland.
Solidariteit
Het voorkomen van klimaatverandering, vervoersarmoede en vervoersongelijkheid is alleen mogelijk met een principe als solidariteit. We moeten samen beseffen dat het ten goede komt aan de hele gemeenschap (bonum commune), internationaal en nationaal, als we investeren in het spoor.
Het vraagt ook om solidariteit met de nieuwe generatie. We hebben als land lang genoeg op de pof geleefd als het gaat om klimaatverandering, het is nu tijd om wissels om te gooien. Op weg naar een klimaatneutraal Europa kunnen we niet anders dan stoppen met het aanleggen van nieuwe rijbanen, en in plaats daarvan investeren in het openbaar vervoer. Ruim baan voor het spoor. Treinen first, auto’s second. Uitstoot moet zwaarder belast worden, en klimaatneutraal vervoer gesubsidieerd. Het moet vooral ook klaar zijn met belastingvoordelen voor grote bedrijven die veel uitstoten. We moeten werken aan een zo snel mogelijk afbouwpad van fossiele subsidies.
Bovendien moeten we het niet alleen langs de financiële lat leggen. Het bevorderen van leefbaarheid, gemeenschap en maatschappelijke betrokkenheid is immaterieel ook veel waard. Het is een investering in onze medemenselijkheid, een investering in elkaar. En het leuke is, we komen elkaar ook nog eens veel vaker tegen als we gebruik maken van de trein. Het is opkomen voor eerlijkheid en gelijkheid, ook al kost dat misschien wel wat. Maar die dingen mogen toch ook iets kosten.
Goed, voor zover mijn poging om het belang te beargumenteren van investeringen in het spoor. Natuurlijk voornamelijk om te voorkomen dat ik er financieel aan onderdoor ga volgend jaar, maar ook een beetje voor het goede van de hele gemeenschap, en uit solidariteit met de nieuwe generatie.
PerspectieF
Bij mobiliteit komt veel van wat wij als PerspectieF belangrijk vinden samen: klimaat, gelijkheid, solidariteit en het tegengaan van armoede. Het is bovendien essentieel dat we goed de verbinding weten te leggen naar elkaar en naar faciliteiten. Mobiliteit bevordert contact, contact bevordert samenwerking, en samenwerking bevordert resultaat.
Zo werkt het in ons land, en zo werkt het binnen onze PJO. Met dit artikel wil ik benadrukken dat het dit soort, misschien wel ietwat taai onderwerpen zijn, met diverse afwegingen, die een wezenlijk verschil kunnen maken voor het alledaagse leven van zoveel jongeren.
Op dit gebied ben ik trots op PerspectieF. Geen andere PJO heeft zoveel kennis en motivatie in huis om met dit soort onderwerpen aan de slag te gaan en een stem te laten horen in de politiek. Onderdeel te zijn van die groep jongeren, inspireert mij. Leden inspireren mij om onderzoek te doen, en ik wil dat graag weer doorgeven. Lees je in. Luister naar diverse perspectieven. En kom vervolgens tot een afgewogen conclusie waarmee je weer verder gaat, en waarvoor je je in kan zetten. Voor de bonum commune.
Bart Bolhuis is kandidaat-voorzitter voor PerspectieF, de jongerenorganisatie van de ChristenUnie.
Praatmee