Je kunt in theorie weten wie God is zonder persoonlijk Gods genade te ervaren
Onlangs schreef ik over de oudste zoon uit de gelijkenis die Jezus vertelde over de vader die twee zonen had.
De brave oudste zoon kende zijn vader niet.
Hij werd boos toen zijn vader zijn broer, die een poos weggeweest was, en nu hij, blijkbaar compleet in de narigheid, met hangende pootjes teruggekomen was, toch weer in zijn armen had gesloten en nog erger een feest wilde houden omdat hij er weer was.
Dat was de oudste zoon teveel.
Daar deed hij niet aan mee.
De oudste zoon kende ten diepste zijn vader niet.
Ik schreef jullie al over het karakter van God: God is genadig.
Dat wist zijn broer blijkbaar wel. Anders was hij niet op reis gegaan. Anders had hij niet bij zichzelf gezegd: Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u.
De jongste zoon wist hoe zijn vader was.
Dat wist hij al toen hij toch de banden verbrak met zijn vader en broer.
In de ellende kwam hij tot zichzelf.
In de ellende ontdekte hij wie hij zelf was maar ook wie en hoe zijn vader was.
Was hij met die ontdekking uit de ellende?
Nee. Hij moest opstaan en naar zijn vader gaan.
Had hij dat niet gedaan dat had hij wel zijn ellende gekend maar niet daadwerkelijke verlossing ervaren.
Ik had vandaag behoefte om jullie daarop te wijzen.
Je kunt in theorie weten wie God is. Je kunt op de catechisatie geleerd hebben dat God een genadig God is, maar in werkelijkheid nooit persoonlijk Gods genade hebt ervaren.
Let maar eens goed op deze voorbeelden. Dan zul je begrijpen wat ik bedoel.
Zacheüs moest wel uit de boom komen en Jezus in zijn huis ontvangen. De moordenaar aan het kruis ‘moest’ wel aan Jezus vragen: gedenk mij. Petrus moest wel tot drie keer toe hardop belijden: Gij weet dat ik u lief heb. Jacob moest in zijn gevecht met God wel zeggen dat zijn naam Jacob was. Bedrieger.
Wat ik nu schrijf hoef jij niet te doen. Jouw kerk is een andere dan die van mij. In onze kerk kijkt niemand er meer van op als je tijdens het zingen gaat staan. Soms sta je helemaal in je eentje. Maar ik heb het aan vaak gedaan. Wat een bevrijding kan zo’n moment zijn: Al zingend schreeuw je het uit naar God.
Het gaat vast bij jou anders. Misschien behoor je niet meer bij een gemeente. Maar als jij dan ’s zondags in de bank zit en je hoort over de God die genade is, sta dan maar in gedachten op net als die jongste zoon deed... Zijn geloof was geen theorie. Maar praktijk. Hij kende zijn ellende en ging daadwerkelijk met die ellende naar zijn Vader. De tollenaar ging wel naar de tempel, maar durfde niet naar binnen. Hij riep van verre: wees mij zondaar genadig.
Zoiets kan en mag je ook thuis doen.
In gedachten, in je gebed, onder het beluisteren van een lied opstaan en bidden tot God.
Je mag er op rekenen dat God je niet laat staan.
De vader stond daar elke dag op de uitkijk of de zoon al kwam.
Kostbare momenten worden zo geboren.
Vrede in je hart. Pijn die verzacht. Troost in je verdriet.
Gods genade kennen en ervaren.
Maar het zou jammer zijn als je wel weet dat God genadig is maar nog nooit het ontvangen van genade hebt ervaren.
Aan de Vader ligt het niet.
De vader stond daar elke dag op de uitkijk of de zoon al kwam.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee