De kerk is het huis van God: is dat écht zo?
In welk boek staat het ook alweer. Die zin die klinkt als: denk je echt dat God de hele week tussen de lampen aan het plafond hangt te wachten tot wij weer naar de kerk komen? Is dat Adrian Plass? De kerk is het huis van God, een paar gedachten daarover.
De kerk is het huis van God
Laatst was ik in een kerkdienst. Het ging over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. En de kinderen mochten op een papier aankruisen wat er in de hemel niet meer terug zou komen. Ziekte bijvoorbeeld, komt niet meer terug. Tranen ook niet. En de kerk stond ook in dat rijtje. Waarom komt de kerk niet terug in de hemel? Omdat we dan altijd bij God zijn, was het antwoord van één van de kinderen.
Ik hoor vaak dat volwassenen aan hun kinderen uitleggen dat de kerk het huis van God is. Ook veel dominees zeggen het. In hun gebeden hoor ik vaak ‘dank U wel dat we weer in Uw huis mogen zijn’.
We zeggen het dus zo vaak dat we het gaan geloven. God heeft een huis hier op aarde. Niet één huis blijkbaar, maar heel veel huizen. Want alle kerken claimen dat ze het huis van God zijn.
De kerk als bijzonder gebouw
Nu is de kerk niet hetzelfde als het kerkgebouw zul je zeggen. En daar ben ik het hartgrondig mee eens. Maar het lijkt er soms op dat veel mensen uiteindelijk toch vinden dat de kerk zelf een bijzondere plek is. Ik kerk liever in een schoolgebouw dan in een speciaal gebouw dat de rest van de week leeg staat. In verschillende discussies op internet (refoweb bijvoorbeeld) kan je lezen dat de kerk een bijzonder gebouw is. De voornaamste reden daarvoor is het feit dat de kerk een bijzonder gebouw is. Of te wel, een cirkelredenatie. Omdat de kerk gebruikt wordt voor kerkdiensten is het een bijzonder gebouw en ga je er geen feesten houden. De kerk als gebouw heeft blijkbaar toch iets heiligs. Al gaan de protestanten niet zo ver dat ze het kerkgebouw inwijden zoals de katholieken dat doen.
De kerk zou een bijzondere plek zijn omdat we God daar kunnen ontmoeten. En omdat God ons daar ontmoet. De kerk is het huis van God. En wat doet God daar als we de verwarming laag zetten, de lichten uitdoen en de deuren op slot doen? Blijft Hij daar wachten tot we weer langskomen? Zou Hij bij de kerkenraadsvergaderingen zijn?
Dat bijzondere gebouw is er dus niet meer in de hemel. Omdat we dan altijd bij God zijn. Dan hoef je er dus niet meer naar toe. Ik vind het mooi als een kind dat zegt, omdat het recht doet aan wat er in de hemel en op de nieuwe aarde gebeurd, denk ik. Maar tegelijk is het maar arm als het gaat over de periode hier op aarde. We kunnen toch nu al bij God zijn? Waarom leren we kinderen dat de kerk het huis van God is?
Sluit God niet op in een kerk
Wat sluiten we God vaak op in de kerk (ineens begrijp ik waarom veel dominees in het gebed God een verslag doen van wat er die week allemaal gebeurd is aan aardbevingen, uitbraken van virussen en huwelijksjubilea. Zo is Hij toch weer helemaal op de hoogte na een week isolement).
Misschien vind je het overdreven dat ik dit zo schrijf. We zijn er toch allemaal aan gewend om te zeggen dat de kerk het huis van God is. En we weten toch allemaal wat we bedoelen? Maar ik denk dat de woorden die we gebruiken aangeven hoe we over de dingen nadenken. Ik denk dat we beter woorden kunnen gaan gebruiken die precies zeggen wat we bedoelen.
Als de kerk het huis van God is, verwachten we dan buiten de kerk wel genoeg van Hem?
Bedoelen we de geestelijke tempel, de bruid, het lichaam van Christus in de zin ‘de kerk is het huis van God’? Nee, dat lijkt mij niet. Want dan zouden we vinden dat het terug zou komen in de hemel en op de nieuwe aarde. En iets minder letterlijk zie ik het terug bij de gesprekken over de eenwording tussen de verschillende kerken. Waarom is dat zo belangrijk als het zou gaan om de geestelijke tempel?
Ik kan er niets anders van maken. Als we zeggen ‘de kerk is het huis van God’ dan lijken we nog te geloven dat er inderdaad een heilige plek is om God te ontmoeten. En hoeveel mensen geloven ook niet dat er ook nog bijzondere mensen nodig zijn om te bemiddelen tussen God en de mensen? De preek wordt tenslotte nog steeds het ‘woord van God’ genoemd dat ‘beaamd wordt’ door de gemeente. In een interview op CIP las ik dit: ‘De voorganger spreekt namens God tot de gemeente, of namens de gemeente tot God‘. In deze visie is de dominee blijkbaar een kanaal waarzonder er geen contact met God kan zijn. Dit denken lijkt oudtestamentisch. Maar het zou zomaar kunnen komen uit de heidense afgodendiensten. Lees in dit verband eens het boek ‘Zo zijn onze manieren‘ (aff.). Hier kan je er een recensie over lezen.
Geestelijke tempel
Gelukkig liet Jezus tijdens Zijn tijd op aarde zien wat God echt belangrijk vindt. Hij ging ons voor naar de zwakkeren en de uitgespuugden in de samenleving. Hij bracht genezing en vergeving. Hij verdiepte de wet weer tot de oorspronkelijke bedoeling: heb God lief en je naaste als je zelf. In Hem lezen we God, schreef ik in dit blog.
Het ging Jezus duidelijk om het geestelijke huis dat gebouwd wordt met levende stenen zoals jij en ik dat zijn.
Gelukkig zijn er veel kinderliedjes en andere liederen die het denken over God wat rechtzetten. Onder, boven, voor en achter God is overal. Hij is voor mij en naast bij en om mij heen. God hangt niet in de kerk te wachten tot het weer zondagochtend 9.30 is (bij ons overigens om onduidelijke redenen meestal 9.37).
Ik moest nog even denken aan mijn vorige blog over de stilte en de aanbidding. Die stilte waarover het daar gaat, die past misschien goed bij het beeld van de ‘kerk als huis van God’. De uitbundiger aanbidding en lofprijs past misschien beter bij ‘God is om je heen’.
Ik wil mijn kinderen graag leren dat God in hun hart woont en dat ze dus zelf een tempel van de Heilige Geest zijn. En dat we naar de kerk gaan om daar met anderen God te eren met onze liederen en gebeden. En dat de Bijbel daar wordt uitgelegd zodat we God nog beter kunnen leren kennen.
Praatmee