Open brief aan alle reformatorische kerken (deel 2)
Alweer twee jaar geleden schreef Conny Luchtenburg-van Cappellen rond Hervormingsdag deze ‘open brief aan alle reformatorische kerken’. De brief werd veel gelezen en er was wederzijdse bemoediging. In deze vervolgbrief vraagt ze zich af of het doel van haar schrijven is bereikt; of toch niet?
Inmiddels zijn we allerlei kerkelijke discussies, besluiten en verklaringen rijker. Of wij hier wijzer van worden, en in het bijzonder onze jonge mensen, blijft maar zeer de vraag. Of de wereld om ons heen hier iets positiefs door meekrijgt, kan ik me nog minder voorstellen. We laten nog wel weten hoe principieel we over abortus, euthanasie of anders-geaardheid denken. Maar verder kennen en dús begrijpen ze ons niet; en dat snap ik helaas steeds beter. De kostbare tijd die we van God krijgen is vast niet bedoeld om te gebruiken voor eindeloze discussies rondom bijvoorbeeld kringgebeden, opwekkingsliederen of kanselruil. In deze tijd van kerkverlating is het pure noodzaak te zoeken naar onderlinge verbinding in plaats van de focus op eigenheid. Het gaat ons toch allemaal om dezelfde kern: God liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf; of toch niet?
Lichtstraal en Luther
Soms komt er een heerlijke lichtstraal door een scheur in de zware kerkmuur om vervolgens te zien dat een synodebesluit het weer radicaal dichtstopt. Kerkordelijke zaken lijken steeds meer boven liefdevolle eenheid te gaan, wat ook een bepaald beeld naar buiten toe neerzet. Terwijl de Heere Jezus vol ontferming bad: ‘opdat zij allen één zijn en de wereld Mij door hen leert kennen’. In het Nieuwe Testament worden we steeds geroepen om net als Hem neer te knielen naast Zijn geschapen mensheid; óók de mens die ik het allerminst begrijp. Waarom bewaken we dan nog steeds de kerkmuren terwijl we van al onze welgestelde kerken beter drempelloze evangelisatieposten kunnen maken? Het gaat mij niet om alle tradities of gewoonten van kerk of kerkverband de deur te wijzen, maar de God van de Bijbel moet wel het stralende middelpunt zijn en alle eer ontvangen die Hij zó verdient. Onze zelfgemaakte beelden zorgen nu vaak voor lauw- en flauwheid. Op 31 oktober vieren we weer Hervormingsdag en mijn vraag is: hoe blij en enthousiast zou Maarten Luther het met ons meegevierd hebben?
Ikkerig en hebberig
Allerlei ontwikkelen bevestigen mijn gevoel dat de kerk haar (be)ziel(ing) weer moet terugvinden in GOD alleen. Misschien hebben we te veel mystiek en Godsverwondering in Dordt achtergelaten. Hoe langer ik nadenk over de tegenwoordige kerkverlating en kerk(ver)binding, des te meer kom ik tot één conclusie.
Terwijl de stormen van secularisatie over ons heen razen, zijn we God net als de wereld om ons heen verloren in de kleine dagelijkse dingen. Hij heeft Zijn plaats in de hemel gekregen. Daarom komen we nauwelijks aan de dankbaarheid toe. De opdracht die de Heere Jezus ons tijdens Zijn leven op aarde gaf om elkaar te dienen en de voeten te wassen, lijkt ons zwaar te vallen. Zijn we in onze kerken niet teveel aangestoken door een tegenovergestelde (tijd)geest van ‘ikkerig en hebberig’ in plaats van de Heilige Geest die Zich dankbaar op een genadig God en mijn naaste richt? Voor wat betreft de kerkgang op zondag ontneemt het gordijn van de uitverkiezing ons het zicht op Wie de drie-enige God in Zijn Woord wilt zijn voor een zondig mens en Zijn schepping. Dus is ‘geloof en bekering’ voor de gemiddelde kerkganger ‘íets in plaats van Iemand’ geworden waarop levenslang gewacht wordt. ‘Mijn volk gaat ten gronde door het gebrek aan kennis’ staat er in Hosea 4. Ondertussen verslaat de mammon zijn duizenden.
De kerkreformators hebben notabene juist tegen vergelijkbare misstanden opgetreden. Vandaag luid ik daarom die noodklok opnieuw, in de wetenschap dat velen (ook predikanten uit mijn kerkverband) dit gebaar biddend onderschrijven.
Hulpverlening en Heilige doop
Onze (jonge) mensen bij de kerk houden door een warme opvoeding met waardevolle regels van generaties geleden; daarmee alleen gaan we het niet redden. De jeugd gaat liever voor openheid en heeft niet voldoende meer aan een antwoord ‘zo is het nu eenmaal of zo hebben we het altijd gedaan’. Ook zorgt de kracht van het mobieltje met internet ervoor dat ze al jong de hele wereld over zwerven. Ze schakelen continu tussen verschillende werelden en zijn veel (wereld)wijzer dan ouders in de gaten hebben. Achter een kritische houding ten opzichte van het geloof zit vaak het verlangen naar erkenning en voorbeeldgedrag verborgen. Ik geloof dat jongeren helemaal niet negatief staan tegenover een oprecht geloof, maar dat zij door het zorgvuldig opgebouwde systeem van de geloofsleer heen prikken.
De veiligheid van de gezins- school- en kerkmuren gaf altijd veel goeds en we weten inmiddels tot in de puntjes hoe God Zijn volk bekeerd. We maken ons zorgen over de voor- of onvoorwaardelijke beloften in de Bijbel, de staten en standen in het genadeleven en de echtheid van onze zondekennis. Maar hoe we de Heere God in dit hedendaagse leven kunnen ‘vinden en kennen’ is complex geworden. Hij lijkt zo ver en onbereikbaar. Daardoor hebben boze verwarrende machten ingang en moeten we altijd leven met angst voor dood en hel. Om het over de wederkomst maar niet te hebben. Soms verstoppen we onze angst in vormendienst, uiterlijkheid of identiteit. Dat kan ons houvast geven. De psychische noden zoals burn-out, depressies of verslavingen treffen ons net als de wereld om ons heen in de kern van onze veilige haven. We laten onze kinderen labelen met allerlei diagnoses. Maar hoeveel troost geeft het label van Gods verbond ‘de Heilige Doop’ ons nog?
Constatering en contact
Het gevaar van dit soort open brieven is dat het bij ernstige constatering of veroordeling blijft zónder nieuwe daadkracht. We hebben lang genoeg de tijd gehad om druk met onszelf te zijn. Het is de hoogste tijd dat we met beide voeten de Hollandse modder ingaan. Daar hebben we elkaar en de hulp van onze kerkleiding héél hard bij nodig. Ik wijs geen veroordelende vinger, wetend dat er juist ook onder predikanten en kerkenraadsleden veel eenzame strijd op dit gebied is. We delen dezelfde zorgen. Daarom doe ik een dringende oproep: zet de vensters van de hemel wijd open en breng het ruime Bijbelse evangelie dichtbij iedereen. Maar ook vooral door persoonlijk contact en pastorale zorg waarin meer geluisterd wordt dan overtuigd. Als je praat, kun je immers niet luisteren. De Heilige Geest overtuigd ons Zelf van de Waarheid.
Ons leven lang afwachten ‘of het mocht komen staan te gebeuren’ dat staat haaks op de hele breedte van de Bijbel waarin God laat zien dat Hij werkt door Woord en Geest op een manier Die Hij Zelf bepaald. Passend bij (leef)tijd, karakter, achtergrond en levensgeschiedenis. God en Zijn Genade in de Heere Jezus is gewoon nooit te bevatten of begrijpelijk te maken. Op die Rots mag onze ziel (uit)rusten; vertrouwend op Hem alleen en Zijn voetstappen drukkend. Ik verwonder mij steeds meer over de beloften van God in de Bijbel en Zijn liefde in de tien geboden. De wet heeft Hij in Zijn oneindige wijsheid niet gegeven als egocentrisch geselwerktuig, maar als doel om ons dichter bij Hem en de ander te houden. Maar juist díe eenvoudige boodschap gaat er heden ten dage nog steeds lastig bij ons in. We zijn liever ijverig in de godsdienst.
Verheuging of vergissing
Steeds vaker vraag ik mezelf af: wat zal er gebeuren als we straks met z’n allen voor de troon van de allerhoogste Koning staan en alle kerkmuren wegvallen? Zal Hij ons, menselijk en eerbiedig gesproken, prijzen om ons ijverig strijden voor de waarheid? Zal Hij ons bedanken voor onze inzet, het twee keer per zondag naar de kerk gaan en het bewaken van de kerkelijke waarden en normen? Zal Hij ons verheugd verwelkomen wanneer we psalmen-zingend de doods-Jordaan oversteken? Het zou allemaal kunnen, maar toch ben ik bang dat we ons op bepaalde punten ernstig vergissen. Op grond van de Bijbel zal ‘de grote IK-BEN’ ons namelijk vragen: ‘wie was je voor Mij en mijn minste mens op aarde?’.
Vuur en vlam
Laten we de bril van ónze stellige waarheden toch eens afzetten. Dan komt Gods Geest en ontstaat de liefde die eenheid zoekt, omdat we (leren te) kijken door de ogen van Jezus. Dat geeft de enige juiste focus. Dan kunnen we met een weidse blik door de ‘contactlens’ van de Bijbel over alle mensgemaakte muren naar God, naar elkaar en naar onze naasten kijken. Laten we biddend teruggaan naar de levenshouding van de vroege kerk. Daar waar we naast de ander neerknielen in de nood van het leven, geeft Hij Zijn rijke zegen. Laten we elkaar bij de hand nemen en leiden naar de Heere Jezus. Waarom het elkaar zo moeilijk maken? Dat we het vuur van Gods Geest níet gebruiken om elkaar af te branden, maar om elkaar in vuur en vlam voor Hem en onze naaste te zetten!
Dit artikel is geschreven door Conny Luchtenburg-van Cappellen. Vragen of opmerkingen kun je per e-mail naar haar sturen.
Praatmee