Duizenden Venezolanen de straat op voor Jezus: "Hij bracht hoop"

In Venezuela kwamen begin augustus duizenden protestantse christenen samen voor de Mars voor Jezus, die dit jaar voor het eerst officieel erkend werd als nationale feestdag. De Venezolaanse regering had maanden eerder per decreet bepaald dat de mars voortaan elk jaar op de eerste zaterdag van augustus wordt gehouden, meldt Christian Daily International.
Volgens de Latijns-Amerikaanse Evangelische Alliantie (AEL) namen gelovigen uit alle 23 deelstaten en het hoofdstedelijk district deel. Ook christenen uit verschillende denominaties en nationaliteiten sloten zich aan. Met vlaggen, spandoeken en T-shirts met de boodschap “Jezus, de volken behoren U toe” trokken de menigten zingend, biddend en lovend door de straten.
In hoofdstad Caracas kwamen twee grote processies - vanuit het oosten en het westen - samen op de Libertador Avenue, waar de dag eindigde met lofprijs, gebed en een Bijbelse overdenking. Ook in andere regio’s, zoals Anzoátegui, trokken duizenden mee. Gezinnen, ouderen, jongeren en zelfs lokale bestuurders liepen vreedzaam mee in een feestelijke, geestelijke sfeer.
Lopen voor Christus
Pastor José Piñero, directeur van de Evangelische Raad van Venezuela (CEV), benadrukte in zijn toespraak in Cumaná dat de mars volledig gericht is op Christus:
“Wij houden deze optocht niet in naam van onze kerk of denominatie. Wij wandelen voor één persoon: Jezus Christus. Hij overwon de dood en bracht ons vrede en hoop.”
Volgens Piñero is de bijeenkomst meer dan een groot evenement: “Deze mars is geen show, maar een moment waarop wij Jezus Christus met vreugde eren in de straten van Venezuela. We zijn hier door genade, en genade is wat ons verenigt.”
Politieke gevoeligheid
De officiële erkenning van de mars wordt door velen gezien als een mijlpaal in de relatie tussen de staat en de groeiende evangelicale beweging in Venezuela. President Nicolás Maduro prees de mars op sociale media als een “mobilisatie van geloof, eenheid en hoop.”
Toch is er ook kritiek. Aristóteles López, medeoprichter van de mars en inmiddels in ballingschap, uitte eerder zijn zorgen dat de regering de mars politiek gebruikt. Piñero weersprak dit krachtig: “Als deze mars voor politieke doeleinden zou worden gebruikt, waren wij er niet bij geweest. Wij marcheren alleen voor Jezus, nooit voor een regering.”








































Praatmee