Open brief aan alle reformatorische kerken (deel 1)
“Anno 2017 zijn we als reformatorische gezindte een veelal in onszelf gekeerde kerk geworden. We hebben de muren van onze kerken veel te hoog opgetrokken en zijn te veel bezig om ‘bekeerd te worden’,” zegt Conny Luchtenburg-van Cappellen. In een open brief aan alle reformatorische kerken in Nederland wil zij duidelijk maken waarom in haar ogen een nieuwe reformatie nodig is.
D.V. 31 oktober zou ik graag 95 stellingen op de deur van onze kerk willen slaan. Nu niet op de kerk van Luther uit 1517, maar de kerk die ontstaan is uit zijn reformatie. We zijn anno 2017 veelal een in onszelf gekeerde kerk geworden. We hebben de muren van onze kerken veel te hoog opgetrokken en zijn te veel bezig om “bekeerd te worden”. Zelfs dát laten we vooral aan “de Heere” of de dominee over. ‘Als wij maar trouw twee keer per zondag naar de kerk gaan.‘
Sinds ik verhuisd ben naar een andere woonplaats en elke zondag een rijk evangelie mag horen, kán ik dat niet meer geloven. Nu lees ik in mijn Bijbel over een veelzijdig God. Waar hebben we de God van vrije genade gelaten, Die zo graag ziet dat we voor en met Hem leven? Waar is de God die niets liever wilde dat de hele wereld behouden zou worden? Hij gaf immers Zijn eigen Zoon, niet om een klein beetje “serieuze kerkmensen” te zaligen, maar opdat de wereld niet verloren zou gaan en ook het eeuwige leven zou hebben. De kerk én de mensen om ons heen móeten behouden worden. Toch niet alleen ik, maar ook mijn man, kinderen, familie, gemeenteleden, mensen uit mijn straat en nog veel meer? Gods naam moet eeuwig eer ontvangen of… misschien is dat bijzaak geworden.
Er zijn zoveel goedbedoelde bezigheden in de kerk. We hebben het er zó fijn. We krijgen er zoveel geborgenheid. Alle tradities, inclusief regels, zijn ook zo heilzaam en goed. Maar stilletjes ben ik bang dat we de Gód van de reformatie zijn kwijtgeraakt of uit het oog zijn verloren. De genadige God die geen genade verleend aan mensen die de regeltjes goed naleven en de genade verdienen door hun goede werken, maar mensen die gewoon ZONDAAR zijn. Waar hebben we de genadige God gelaten die mensen roept en door hun eigen speciale karakter heen werkt? Die God Die kijkt naar de vruchten van het geloof/de liefde en niet kijkt naar hoe mooi ik kan vertellen hoe God een mens bekeerd en hoe vroom ik me daarna gedraag.
Met Luther de andere kant opgeschoten
We zijn de Rooms-Katholieke Kerk te glad af, denk ik soms. Luther heeft zich kapotgewerkt om een genadig God te vinden en kwam erachter dat die goede werken niets aan zijn zaligheid bijdroegen. Wij zijn met Luther de andere kant juist weer opgeschoten. We hebben een systeem gemaakt om een genadig God volledig genadig te laten zijn in de hemel en om de uitverkiezing zó voorop te plaatsen dat God goed moet weten aan welke regels Hij zich moet houden. Wee je gebeente als God niet werkt op de manier van onze geweldige reformatorische leer. We zijn vaak bezig met een LEER. En ik merk dat ik daar inwendig zó moe en uitgeput van ben... ik mis er God in!
Dan lees ik op internet of in de krant over onze kritiek op Rome. Wij vinden dat de Rooms-Katholieke kerk enorm dwaalt als het gaat om de paus en de heiligen. Maar als we dan eerlijk kijken naar onze eigen kring: hebben wij geen pausen in de vorm van bepaalde dominees en hunkeren wij ook niet naar een soort zalig- of heiligverklaring? Hebben wij geen heiligen in de vorm van “echt bekeerde kinderen van God”? Hebben wij ook niet allerlei regels/rituelen die totaal niet op de Schrift gebaseerd zijn maar gewoon zo zijn ontstaan, omdat sommige mensen dat prettig of mooi vonden? Helemaal niets mis mee, maar stel het niet als norm voor iedereen en geef elkaar ruimte. Is er een grotere zonde dan roddelen over dominees, kerkenraden en ga zo maar door?
Een ernstige schijnvertoning
Waarom mogen we eigenlijk zulke grote kerken, huizen, auto’s, dure kleding hebben? Dit mag blijkbaar gecombineerd worden met een zwaar geestelijk leven, terwijl de Bijbel spreekt over het gevaar van de mammon. Waarom hebben we de persoonlijke inwendige bekering uitvergroot, waardoor ons eenvoudige leven naar God en de redding van onze naaste er niet meer zo toe doet? Het is de achterliggende jaren gaan draaien om ónze bekering, ónze zondekennis, ónze rechtvaardigmaking.
Ten diepste geloven we niet in de waarheid na het sterven of geloven we in een vagevuur voor serieuze kerkmensen. Als we echt geloven in de ernst van de boodschap ná het sterven, dan zouden we God dag en nacht om genade smeken. Het is dus een ernstige schijnvertoning.
De aflaten uit de tijd van Luther zijn ook best actueel. Je moet betalen met je keurige levenswandel: juiste roklengte en kleur en de correcte taal (tale Kanaäns) spreken. Als je maar een juist bekommerde ziel bent. Dit bedoel ik niet om te spotten, maar het is een gedachtegoed waarop mensen worden beoordeeld of ze een waar kind van God zijn. Roomse toestanden. Goedbedoeld ernstig maar totaal niet Bijbels. Mijn angst is dat we onszelf op bepaalde punten op een bizarre wijze voor de gek aan het houden zijn.
De nieuwe refo-generatie heeft toekomst
Tijdens het schrijven vroeg ik mijzelf af: mag ik dit naar buiten brengen en heb ik mijn naam ervoor over? God geeft ons de opdracht om zoveel mogelijk mensen tot Jezus te leiden. Zo hoop en bid ik dat dit schrijven een bemoediging mag zijn om God te zoeken en met Hem te leven. Praktisch en eenvoudig, in liefde tot God en onze naaste. Leef niet volgens het systeem maar volgens het Woord van God. Hij geeft antwoord door Zijn Woord en Geest. Hij leidt en helpt ons in de allerkleinste dingen van ons leven. Ik geloof vast dat de Heere een krachtig werk heeft gedaan, doet en zal doen in onze kerken en de wereld. Ook al is er veel zorg, Hij gaat door. Dat zie en merk ik vooral onder mijn kinderen en de jongeren in onze gemeente. Zij staan heel anders in veel zaken van het geloof en kunnen beter functioneren in wereld en kerk. Zij zijn volledig gericht op hun mobiel en halen de wereld (maar ook de online-Bijbel) in één handomdraai in huis. En wij maar denken dat ons huis, school en kerk veilige hoge muren hebben.
Wij als veertigers zijn opgevoed tussen muren van kerk en reformatorische school. Sporten mocht niet en we werden zo lang mogelijk weggehouden uit de wereld. Nu studeren veel jongelui en maken deel uit van de echte wereld. Zij moeten al jong getuigen en uitkomen voor hun geloof. De wereld heeft niets meer aan praatjes of overtuigingen. De wereld moet zien dat wij anders zijn in alles. Dat wij een geweldige liefdevolle God liefhebben. Onze taal moet verstaanbaar voor hen zijn. Simpel, gelovig, getuigend, liefdevol, blijmoedig, daadkrachtig, laagdrempelig en vol ontfermen. Zoals de Heere Jezus deed. Hij zal een krachtig werk doen, daar ben ik vast van overtuigd, via een nieuwe generatie waar wij ons zorgen om maken of zij zich niet té makkelijk met de wereld vermengen.
Tijd voor hernieuwde reformatie?
Waar hebben onze kerken zich vanaf de zestiger jaren mee bezig gehouden? Opa’s en oma’s schudden hun hoofd als ze kijken naar de jeugd. Maar hebben zij hun (klein)kinderen voorgeleefd in het juiste gebruik van geld, bezit, internet, tijd en mobiel? De nieuwe generatie opvoeders mag het nu doen met de allerbest georganiseerde kerken, scholen en grotendeels welvarende huizen. Hebben de ouderen hen voldoende liefde en beleving meegegeven hoe ze God mógen dienen en hun naasten als zichzelf? ‘Als de kinderen op zondag maar netjes twee keer naast de ouders in de kerk zaten en belijdenis deden, dan was de opvoeding geslaagd.’ Hebben wij als kerk ons niet uiterst druk gemaakt over iedereen via regelgeving binnen de hoog opgetrokken muren te houden, maar is de duivel er via het internet niet naar binnengeslopen? De duivel heeft ons in slaap gesust met: 'jullie zijn gelukkig keurige kerkmensen. Jullie zijn goed te herkennen aan jullie rokje of andere uiterlijkheden. Met jullie komt het wel goed.'
Maar het komt op deze manier niet goed. Tenzij we gaan toegeven dat we God uit het oog zijn verloren. De God van onze voorvaders en de God van Maarten Luther. Hij werkt nog net zo krachtig als in die tijd. De Heilige Geest is ons hier op aarde gegeven, dus laten we alle verwachting hebben van Hem. Hij werkt door het leven van kleine mensjes zoals wij. Dat is toch een groot wonder van genade? Laten we de angst voor het onbekende/andersdenkende/afwijkende nou eens een beetje loslaten en vertrouwen op die God die hemel en aarde heeft gemaakt en nog steeds onderhoudt. Dat mag ons optimistisch stemmen. We hebben lang genoeg de tijd gehad om druk met onszelf te zijn. Het wordt tijd dat we het vangnet van het evangelie aan de andere kant uithangen!
Dit artikel is geschreven door Conny Luchtenburg-van Cappellen.