De wereld kijkt niet naar je preek, maar naar je daden

Tijdens een zendingsreis in Zuid-Afrika kreeg ik onverwacht de gelegenheid om een van de meest gevaarlijke townships in Kaapstad te bezoeken. Kolonel Bazil Vellai, lid van de kerk waar ik te gast was, had ons persoonlijk uitgenodigd om Manenberg - de meest gewelddadige armenwijk in deze miljoenenstad - te bezoeken.
We werden opgehaald met een pantserwagen van de politie die ons eerst naar het hoofdkwartier bracht. Hier kregen we onder andere te horen dat er in Kaapstad elke week driehonderd moorden plaatsvinden (ongeveer vijftienduizend per jaar). Ongelofelijk. Met deze cijfers in mijn achterhoofd reden we even later achter kogelvrij glas Manenberg binnen. Zo gauw de bewoners ons zagen vluchtten ze alle kanten uit. De politie komt hier nooit. Tenzij ze een ‘opruimingsactie’ houden. Hier gelden andere regels. De regels van drie verschillende bendes, die elk hun eigen gecreëerde taal spreken en ook hun eigen domein hebben. Het enige ooit door de overheid gesubsidieerde winkelcentrum was op één avond leeggeroofd en platgebrand. Het was één grote vuilnisbende.
Plotseling stonden we stil voor het hoofdkwartier van een van de gangs. De hydraulische deur ging onverwacht open. Toen de mensen zagen dat een paar Nederlandse voorgangers in de pantserwagen zaten, kwamen ze uitdagend tevoorschijn en lachten ons vierkant in het gezicht uit. Ik voelde me allesbehalve op mijn gemak. Toen een van hen dichterbij kwam, sloot de kapitein vlug de gepantserde deur. Dit alles was zo onwezenlijk. Ik voelde me in het geheel niet prettig. Wat naïef vroeg ik: ‘Wat gebeurt er als ik nu uitstap en een praatje met hen probeer te maken?’
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee