Als de hemel lijkt te zwijgen, pak ik mijn Bijbel
De afgelopen periode is fysiek best pittig geweest. Naast de extreme vermoeidheid heb ik afgelopen week weer veel last gehad van brandende pijn in mijn bovenlichaam. Soms is die pijn ondragelijk. Ik bid, maar de situatie verandert niet. God lijkt soms ver weg.
Op zulke momenten pak ik mijn Bijbel. Vaak heb ik niet de energie om veel te lezen, maar zelfs de korte stukken die ik dan tot me neem, geven me opnieuw hoop en vertrouwen. In het lezen van de Bijbel ontmoet ik God!
Een paar dagen geleden realiseerde ik me opnieuw hoe belangrijk de Bijbel altijd voor mij is geweest. Mijn gedachten gingen terug naar de allereerste keer dat ik er één in handen had. Dat was in het voorjaar van 1979. Ik werkte toen als fysiotherapeut en had een oudere vrouw met MS in behandeling. Ze zat in een rolstoel, maar sprak met een diepe, warme liefde over haar God. Zelf had ik in die tijd helemaal niets met God en reageerde fel en ongenuanceerd: "Hoe kunt u geloven in een God die u in een rolstoel zet? In zo’n God zou ik nooit geloven."
Toen ze werd overgeplaatst naar een verpleeghuis, gaf ze me een cadeau. Ze zei: “Het is een boek. Daar moet je elke dag een stukje uit lezen.” Thuis opende ik het pakketje. Het was een Bijbel. Ik las één bladzijde… en gooide hem vervolgens in een hoek van de kamer, naast de boekenkast. Daar bleef hij maanden liggen, onaangeroerd.
Tot die dag - 22 augustus - waarop ik op mijn slaapkamer mijn leven aan God gaf en werd vervuld met Zijn liefde en vrede. Ik liep meteen naar beneden, pakte de Bijbel die daar nog steeds in de hoek lag, en begon te lezen. Urenlang. Met tranen in mijn ogen. Ik had de Auteur van het Boek ontmoet.
In de afgelopen vijfenveertig jaar is er bijna geen dag voorbijgegaan dat ik mijn Bijbel niet heb opengeslagen. Soms lees ik maar kort, soms urenlang. En het bijzondere is: het verveelt nooit. Hoe vaak ik hem ook gelezen heb, telkens is het weer fris en nieuw. Steeds opnieuw ontdek ik dingen die ik eerder niet had gezien. De Bijbel weet me keer op keer te raken.
In de afgelopen maanden is de Bijbel voor mij opnieuw van onschatbare waarde geweest. Er zijn momenten dat ik God niet ervaar, dat Hij ver weg lijkt. Ik bid, ik roep, ik vraag om een wonder, maar de situatie verandert niet. De hemel lijkt te zwijgen. Op zulke momenten pak ik mijn Bijbel. Door te lezen en te mediteren over Gods Woord ontvang ik dan telkens weer hoop, geloof, troost, kracht, wijsheid en moed.
Voor mij is de Bijbel dan ook niet zomaar een boek vol oude verhalen, maar het Woord van God zelf. Helaas zien veel christenen dat vandaag anders. De Nederlandse theoloog Harry Kuitert zei in de jaren zestig al: "Alle spreken over boven komt van beneden." Daarmee bedoelde hij dat er principieel geen woorden rechtstreeks van God aan ons gegeven zijn. Volgens hem vinden we in de Bijbel geen woorden van God, maar woorden van mensen die dachten dat ze namens God spraken - en dat deden vanuit hun beperkte menselijke inzicht.
Maar dat is niet wat ik geloof. Voor mij is de Bijbel niet een boek met woorden van beneden, maar met woorden van boven. Paulus schrijft in 2 Timotheüs 3 vers 16 dat elk schriftwoord door God is geïnspireerd. In de grondtekst staat theopneustos - letterlijk: door God ingeademd.
En als ik die door God ingeademde woorden lees, brengt dat zoveel zegen! Maar dat gebeurt alleen wanneer je de Bijbel ziet als het Woord van God en gelooft dat het door Hem geïnspireerd is.
Ik hou van de Bijbel en kan met David zeggen:
My passion and delight is in your word,
for I love what you say to me!
I long for more revelation of your truth,
for I love the light of your word as I meditate on your decrees.
(Psalm 119:47-48, TPT)
Praatmee