Jenita verhuisde naar Thailand om Gods woorden door te geven
In Thailand zijn de meeste mensen boeddhist. Sinds vorig jaar is Jenita als christen werkzaam in dit land. Ze verhuisde naar Zuidoost-Azië om Gods woorden door te geven namens Wycliffe Bijbelvertalers. “Het treft me altijd weer als ik mijn buren offers zie brengen.”
Je werk speelt zich af in Thailand. Hoe is het om onderdeel uit te maken van de Thaise cultuur?
“Ik ben naar Thailand verhuisd in 2017. Ik woon nu in een stadje in het uiterste noorden van Thailand. Dit stadje is in een bepaald opzicht wel uniek. Omdat het op de grens ligt, wonen en werken er mensen uit allerlei verschillende bevolkingsgroepen. Op de markt zie je mensen in allerlei verschillende kleurrijke klederdrachten en hoor je veel verschillende talen. Een interessante plek om te zijn. De meeste mensen in Thailand zijn boeddhist. Naast de grote hoeveelheid tempels, zijn er in deze stad is ook een heel aantal kerken en moskeeën te vinden, omdat een heel aantal van de immigranten een andere religieuze achtergrond heeft.
Veel inwoners, in het bijzonder in mijn buurt, zijn erg trouw in het bezoeken van de verschillende tempels, het geven van gaven aan de monniken die ’s morgens vroeg langskomen en het plaatsen van eten en drinken in het geestenhuisje in hun tuin. Het treft me altijd weer als ik mijn buren offers zie brengen en hen zie wachten langs de kant van de straat om rijst aan de monniken te geven. Helaas is mijn Thais nog niet zo goed om met hen te spreken over mijn geloof in Jezus Christus.
Het is voor mij niet de eerste keer dat ik in Thailand woon. In 2012 heb ik er ook een jaar gewoond; al was dat wel in een heel ander gedeelte, in het oosten, en was ik er met een andere taak. Ik was leerkracht van een aantal Nederlandse kinderen. Ik vond het een mooie en bijzondere manier om mijn gaven en ervaring op deze manier in te zetten voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Daarnaast gaf dit mij gelegenheid om meer te zien van het zendingswerk in Thailand. Het sloot ook mooi aan bij de ervaring die ik had als juf op een basisschool. Toch riep de Heere mij in die tijd voor een andere taak, namelijk meehelpen bij het trainen van alfabetiseringswerkers.”
Wat houdt je werk concreet in?
“In het stadje waar ik woon staat het trainingscentrum van ons team. Hier rijd ik elke morgen op mijn brommer naartoe. Het is dan nog niet al te heet. ’s Middags kan het kwik namelijk oplopen tot ruim boven de 30 graden. In de morgen werk ik meestal met een taalhelper die mij helpt bij het leren van de taal. Het is belangrijk voor mijn toekomstige taak om de taal op een hoog niveau te kunnen spreken, begrijpen en schrijven, omdat ik als trainer de workshopdeelnemers in deze taal zal moeten trainen en aanspreken. Dit is een uitdaging voor mij, maar ik bid en vertrouw dat de Heere mijn inspanning om deze taal te leren ook zal zegenen. In de middag verleen ik regelmatig hand- en spandiensten bij de workshops die op dat moment gegeven worden in ons centrum.
Uit verschillende delen van het buurland reizen er jonge mensen af naar ons centrum om hier een deel van hun training te krijgen voor alfabetiseringswerker in hun dorp of stad. Vaak duurt een workshop zo’n twee weken. De eerste training die gegeven wordt, is het schrijven en produceren van het eerste leesmateriaal in hun eigen minderheidstaal. Zij schrijven hun volksverhalen op, een tekenaar tekent de illustraties, we maken er een geheel van op de computer, en daarna wordt het in een printshop afgedrukt. Aan het eind van de twee weken nemen ze de boekjes mee naar hun dorp en kunnen de eerste verhalen gelezen worden. Een ander deel van de training bestaat uit het maken van lesmateriaal dat gebruikt wordt om kinderen en volwassenen te leren lezen en schrijven. We maken een alfabetkaart, een werkboek met werkbladen die de alfabetiseringswerkers kunnen gebruiken en waarop de studenten kunnen schrijven. Ook beginnen we met het schrijven van een handleiding bij deze werkbladen.
De volgende keer dat de deelnemers terugkomen, maken we de handleiding af en beginnen we met de praktische training van de deelnemers om les te geven. Vaak zijn de deelnemers, die de alfabetiseringswerkers van hun dorpen zijn, vrijwilligers die geen onderwijservaring hebben en soms zelf niet eens naar school geweest zijn. Het is altijd weer leuk om deze enthousiaste alfabetiseringswerkers te helpen hun lessen beter te organiseren en het op verschillende manieren aantrekkelijker en uitdagender te maken voor hun studenten.”
Kun je aan de hand van een voorbeeld aangeven hoe je God in Thailand aan het werk ziet? En welke les heb je geleerd sinds je daar werkzaam bent?
“Het is bijzonder om te zien hoe trouw en vol doorzettingsvermogen mijn Thaise docent, de enige christin in haar familie, doorgaat het met doorgeven van het Evangelie aan de tieners in haar buurt. Ze geeft hen gratis bijles, zodat ze op school beter mee kunnen komen en leert hen tegelijkertijd wat de Bijbel ons leert over de Weg, de Waarheid en het Leven. Dit is niet gemakkelijk voor haar en het levert haar tegenwerking en het afhaken van studenten op. Maar ze gaat door! Het is bemoedigend om te zien dat verschillende tieners door haar trouwe onderwijs al tot geloof gekomen zijn. Ook dan blijft ze hen als een voorbeeld en een wijze ‘zuster’ onderwijzen hoe ze als een christen in de Thaise maatschappij staande kunnen blijven.
Ik word telkens weer aangespoord en bemoedigd als ik met haar praat of haar help bij haar werk om ook net zoals zij, in eenvoudige dingen, mijn licht te laten schijnen voor de mensen. Die doe ik in de hoop en verwachting dat zij mijn goede werken zien en mijn hemelse Vader verheerlijken. Zij is een voorbeeld voor mij van volharding in het geloof en vertrouwen op de Heere, ook als de omstandigheden moeilijk zijn of het tegenzit. Het is zo waar, wat de Heere Jezus ons in de Bergrede leert: ‘hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden.’
In de tijd dat ik in Thailand ben, heeft de Heere mij geleerd om op Hem vertrouwen met heel mijn hart, en niet op mijn eigen inzicht te steunen. Verder heb ik geleerd om Zijn werk niet op mijn manier en op mijn tempo te doen. Het is bijzonder om te zien hoe de Heere mij gezegend heeft met en telkens weer voorzien heeft in nieuwe taaldocenten, die mij allemaal op hun eigen manier weer verder konden helpen bij het leren van de taal,” aldus Jenita.
Praatmee