Gijsbert van den Brink: "Ik voer geen vurig pleidooi voor evolutie"

"In mijn boek voer ik niet, zoals sommigen lijken te denken, een vurig pleidooi voor evolutie. Ik stel slechts de objectieve vraag: wat betekent het precies voor het geloof wanneer de evolutietheorie juist zou zijn?" In een commentaar in het Reformatorisch Dagblad legt prof. dr. Gijsbert van den Brink uit waarom hij zijn veelbesproken boek 'En de aarde bracht voort' heeft geschreven.
Van den Brink maakt duidelijk dat wie studie maakt van de evolutietheorie ontdekt dat het wetenschappelijk gezien goede papieren heeft. "Dat zegt nog niet alles, want misschien zijn er betere alternatieven." In zijn commentaar wijst hij drie aangedragen alternatieven af. Het (jongeaarde)creationisme heeft in zijn ogen geen been om op te staan. "Creationisten steken hun geld over het algemeen liever in grootschalige pr dan in gedegen onderzoek (en dat zegt misschien al iets)."
Ook de schijnleeftijdtheorie of 'volwassenscheppinggedachte' is volgens hem moeilijk vol te houden "als we letten op de talloze uiterst gedetailleerde afdrukken van teruggevonden fossielen." Datzelfde geldt voor wijze ontwetendheid omdat "het boek der natuur zo sterk wijst op een oude aarde met talloze levensvormen die zich erop en erin bewogen hebben." Zijn boek is ook een aanzet om de Bijbel beter te leren lezen.
Van den Brink merkt op dat sommige predikanten openlijk toegeven weinig studie gemaakt te hebben van het onderwerp, terwijl ze er wel een stevig oordeel over geven. Daarmee worden anderen pastoraal in de problemen gebracht en geen recht gedaan aan de complexiteit van de materie.
Praatmee