Hooggerechtshof Pakistan tikt overheid op de vingers om gevaarlijk werk voor christenen

De Islamabad High Court in Pakistan heeft een einde gemaakt aan de praktijk waarbij overheidsinstellingen enkel christenen vroegen voor schoonmaak- en rioolwerk in vacatures. De rechter noemt deze formulering discriminerend en bepaalde dat vacatures voortaan het woord “burger” moeten gebruiken. Ook verplichtte het hof de overheid om veiligheidsmaatregelen te treffen voor rioolwerkers, van wie het merendeel christen is.
Rechter Raja Inam Amin Minhas wees erop dat sinds 1988 meer dan zeventig christelijke rioolwerkers om het leven zijn gekomen door giftige gassen. Volgens hem toont dit aan dat de staat zijn grondwettelijke plicht ernstig verwaarloost. In het vonnis schreef hij dat rioolwerkers geen “mechanische onderdelen” zijn en dat de vele doden een schending vormen van fundamentele rechten. Hij stelde scherpe vragen, onder meer of de levens van rioolwerkers “minder waardevol zijn dan die van andere burgers”.
De overheid moet nu binnen twee maanden beschermende kleding, gasdetectors en ventilatie hebben ingevoerd. Het Ministerie van Justitie moet daarnaast wetgeving voorbereiden voor betere rechten en verzekering van rioolwerkers.
Albert David, voorzitter van de Pakistan United Christian Movement, sprak van een belangrijke stap. Hij zei dat het “na lange tijd goed is dat een constitutionele instelling zich uitspreekt over minderheden” en benadrukte dat de nieuwe regels goed nieuws betekenen voor schoonmakers en rioolwerkers.
Ook de Nationale Mensenrechtencommissie trok eerder aan de bel. Zij stelde dat onbeschermd rioolwerk het recht op leven en waardigheid schendt. Amnesty International bevestigt in een recent rapport dat schoonmaakwerk in Pakistan bijna altijd wordt toegewezen aan niet-moslim uit minderheidsgroepen. De organisatie wijst op structurele discriminatie en gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Vrouwen zijn daarbij extra kwetsbaar.































Praatmee