Duitsers verdeeld over regenboogvlag op kerken: slechts 2 op de 10 zijn voor

Slechts twintig procent van de Duitsers vindt het gepast om de regenboogvlag te hijsen. Deze vlag is een symbool van de LHBTI-beweging en wordt op sommige overheidsgebouwen en kerken geplaatst. Een opiniepeiling van Insa-Consulere, uitgevoerd in opdracht van het christelijke persbureau Idea, toont dit aan.
Een meerderheid - 42 procent - spreekt zich uit tegen het gebruik van de vlag op deze plaatsen. Bij mannen is dat zelfs 48 procent, bij vrouwen 37 procent. Slechts een minderheid van 20 procent is vóór. Nog eens 26 procent heeft geen uitgesproken mening.
Ook onder kerkgangers blijkt geen meerderheid voor het gebruik van de vlag. Onder leden van de protestantse EKD zegt 43 procent tegen te zijn, en 24 procent voor. Onder rooms-katholieken komen we vergelijkbare cijfers tegen: 42 procent is tegen, 22 procent voor.
Opvallend is de houding binnen vrije kerken, veelal evangelisch. Daar zegt 34 procent dat regenboogvlaggen op zowel overheidsgebouwen als kerken niet thuishoren. Toch vindt 24 procent van hen dat het wél kan op beide plekken. Een kleinere groep (17 procent) wil de vlag alleen toestaan op publieke gebouwen, maar dus niet op kerken.
Regionaal en qua leeftijd zijn er ook verschillen. In Oost-Duitsland is men over het algemeen terughoudender dan in het westen. Jongeren tussen 18 en 29 jaar zijn het minst negatief: 33 procent van hen is tegen het gebruik van de vlag op publieke en religieuze gebouwen. Bij dertigers is dat 37 procent, terwijl in oudere leeftijdsgroepen meer dan 40 procent zich tegenstander toont.
De discussie laait elk jaar weer op tijdens de zogeheten Pride-maand. In die periode kiezen sommige kerken en overheden ervoor om uit solidariteit met de LHBTI-gemeenschap een regenboogvlag te hijsen.
Praatmee