Ezechiël 38 en dreiging uit het noorden: Israël-Iran vanuit Bijbels perspectief
Wie de islam niet begrijpt, kan de houding van Israëls buurlanden ten opzichte van Israël niet begrijpen. Ik doel niet op de vele alledaagse moslims, die Israël vaak helemaal niet haten. Ik doel op de radicale stromingen, zoals het soennitische Hamas en de sjiitische Hezbollah-terroristen en ayatollahs in Iran, het vroegere Perzië. In juli verschijnt mijn boek Mozes, Messias en Mohammed, waarin ik een uitvoerige analyse van de islam geef in vergelijking met jodendom en christendom. Daarin citeer ik uitvoerig uit de handvesten van Hamas en Hezbollah én uit de boodschappen van Khomeini, stichter van het moderne fundamentalistisch-islamitische Iran.
Consequente moslims haten Israël in hoofdzaak om twee redenen: ten eerste vanwege de vervloekingen over de Joden die in de latere Soera’s (hoofdstukken) van de Koran te vinden zijn. Ten tweede omdat Palestina sinds de zevende eeuw deel uitmaakt van de dar al-islām, dat is het gebied dat voortaan voor altijd aan Allah (lees: de moslims) toebehoort. Het Midden-Oosten is al dertienhonderd jaar door en door islamitisch. Joden en christenen die in dit gebied tussen de moslims woonden, waren zogenoemde dhimmi’s en werden als zodanig getolereerd als tweederangsburgers.
Praatmee