De eerste ‘Rode Lijn’ vond plaats op 18 mei en was de grootste demonstratie in Nederland in twintig jaar, met ruim 100.000 deelnemers. De actie is bedoeld als signaal richting het Nederlandse kabinet, dat volgens de organisatie te eenzijdig optreedt in het Israëlisch-Palestijnse conflict. De demonstranten vragen om een duidelijke stellingname tegen het geweld in Gaza en pleiten voor het beschermen van alle mensenlevens. Deelnemers wordt gevraagd iets roods te dragen als symbool van een grens: een morele lijn die niet overschreden mag worden.

Tijdens het protest op 18 mei was ook diaconaal predikant Judith van den Berg aanwezig. Tijdens het protest droeg ze een bord met een uitspraak van Jezus over honger en nalatigheid. Volgens dominee Oscar Lohuis 'snappen de demonstranten niets van de situatie in het Midden-Oosten. 'Israël strijdt tegen islamisten en heeft geenszins tot doel onschuldige burgers te doden. Israël ziet zich genoodzaakt om oorlog te voeren tegen een onmiskenbaar genocidale organisatie, omdat Hamas doorgaat met de terreur, de gijzeling, het oproepen tot genocide en het oorlog voeren.'

Weima beschuldigde Israël eind vorig jaar in haar gebed van genocide. Volgens advocaat Willem van der Voet begaf Weima zich met haar gebed op glad ijs: 'Het wordt er niet beter op als mensen allemaal zelf voor rechter denken te mogen spelen en zeker niet met zo'n publieke rol. Als voorganger kan je nooit je eigen persoonlijke opvattingen aan de gemeente opdringen. Dat is volkomen ongepast.' Collegapredikant Piet van Midden stelde in zijn Cvandaag-column: 'Ze werpt daarmee een drempel op voor mede-gemeenteleden die er anders in zitten dan zij. Dat moet je willen vermijden.'