Hoe maken we onderscheid tussen de ware en valse kerk?
Artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt (nieuwe versie): ‘We kunnen de ware kerk herkennen aan de volgende kenmerken: de zuivere prediking van het evangelie, de zuivere bediening van de sacramenten zoals Christus die heeft ingesteld, en de uitoefening van de kerkelijke tucht, om de zonden te bestraffen. Kortom, de ware kerk handelt in overeenstemming met de Bijbel, verwerpt alles wat daarmee niet overeenkomt en erkent alleen Jezus Christus als het Hoofd. Hierdoor kan men heel duidelijk de ware kerk herkennen en niemand heeft een geldig argument om zich van haar af te scheiden’.
Een dergelijke opsomming is wel erg ‘kerkgenootschappelijk’ gedacht. In de zestiende eeuw was dat ook wel begrijpelijk: je koos tussen de rooms-katholieke en de protestantse kerk (of eventueel de doopsgezinden). De Kanttekening in de Statenvertaling zegt bij de ‘grote’ hoer in Openbaring 17, dat het hier om de ‘afvallige kerk’ gaat, en even verder: de ‘afvallige Roomse Kerk’. Tja, wás het maar zo simpel. Vandaag beseffen we beter dat er heel wat ware gelovigen in die Roomse Kerk zijn (naast vele ‘meelopers’), en heel wat ‘meelopers’ in de protestantse kerken (naast veel ware gelovigen).
Een simpele indeling is niet meer mogelijk: vandaag kun je kiezen uit de katholieken en de oud-katholieken, uit veertien reformatorische kerkgenootschappen en uit een ongeveer even groot aantal evangelische en pinkstergemeenschappen, én nog uit anderhalf zo’n aantal aan buitenlandse kerken die in ons land vertegenwoordigd zijn. We beseffen al lang en breed dat niet één enkele van die pakweg vijftig kerken of gemeenschappen DE ‘ware kerk’ is. Om te weten wat de ‘ware kerk’ is, moet je mijns inziens niet bij artikel 29, maar liever bij artikel 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis zijn: ‘Wij geloven dat er één algemene, universele Kerk is. Dit is een heilige gemeente en samenkomst van alle ware gelovigen, die al hun zaligheid verwachten van Jezus Christus. Zij zijn gewassen door zijn bloed, geheiligd en verzegeld met de Heilige Geest’.
Praatmee