Als de vijgenboom niet bloeit

Wie Bijbelvast is, heeft waarschijnlijk meteen een idee waar de titel boven deze blog vandaan komt: uit Habakuk. Daar staat een opvallende tekst, helemaal aan het slot van het boek van deze oudtestamentische profeet. In heel het hoofdstuk klaagt hij zijn nood over de rampen en verschrikkingen die God afstuurt op de volken. Maar dan ineens is er een vreemde wending. Dan zegt Habakuk: al sta ik te trillen op mijn benen, al bloeit de vijgenboom niet en groeit er geen koren op het land – dan nóg zal ik juichen voor de HEER. Hoe kán dit? Lees maar.
Habakuk leefde rond 600 voor Christus, in het zuidelijke koninkrijk, Juda. In zijn tijd probeerden de Chaldeeën – de Babyloniërs – dat koninkrijk te veroveren. Habakuk legt dat uit als straf van God (Habakuk 1:12). Wat zo’n verovering betekent? Daar hebben onze ouders, opa’s en oma’s en overgrootouders meer idee van dan wijzelf. Wij leven al 80 jaar in vrede en vrijheid. Zij, onze voorouders, maakten de bezetting mee die 85 jaar geleden begon, op 10 mei 1940. Zij hebben de angsten, verschrikkingen, terreur en ontberingen van de oorlog in hun eigen leven ervaren.
Kun je in zulke vreselijke omstandigheden tóch blijven hopen, geloven, ja zelfs juichen voor God? Zoals Habakuk doet aan het slot van zijn klaaglied? Eerlijk gezegd kon ik me dat niet goed voorstellen. Totdat …. mijn vrouw in het ziekenhuis terecht kwam met een serieus gezondheidsprobleem. Gelukkig was dat behandelbaar, maar ze moest zich wel verhouden tot haar zieke lichaam. Muziek bracht verlichting en troost. Ze ontdekte een wonderschoon lied dat diepe indruk op haar maakte. Ze liet het me horen en ook ik werd er stil van: ‘Even when He is silent’.
De tekst, hoe kort ook, raakte ons tot in onze ziel: I believe in the sun even when it’s not shining. I believe in love when I feel it not. I believe in God even when He is silent.
Een tekst op de muur
De muziek is van de Noorse componist Kim André Arnesen. Maar die indringende tekst, waar komt die vandaan? Een dominee heeft er onderzoek naar gedaan en ontdekte het verhaal erachter – een verhaal uit 1946 (dit verhaal gaat terug op een artikel van 26 juni 1945 in een Zwitserse krant). Katholieke padvinders in Keulen hadden ondergrondse gangen ontdekt, die al jaren ongebruikt waren. Die konden dienen als schuilplaats om aan de Gestapo (de geheime politie van het Nazi-bewind, PS) te ontsnappen. Op een gegeven moment hielden zich hier tijdens de oorlog negen Joodse vluchtelingen vier maanden schuil, zonder gepakt te worden. Op de muur van een van de ondergrondse kamers was geschreven: ‘Ik geloof in de zon, ook al is het donker; ik geloof in God, ook al is Hij stil; ik geloof in naastenliefde, ook al kan die zich niet openbaren.’
Het is dus mogelijk om in dreigende en ronduit gevaarlijke omstandigheden tóch hoopvol te blijven. Dat blijkt uit deze tekst op die ondergrondse Keulse muur. Zelfs dan kan een mens vertrouwen en vreugde ervaren. Net als je bij Habakuk leest aan het slot van zijn klaaglied.
Hoe dan?
Misschien vraag je je af: maar hoe gáát dat dan? Hoe komt een mens zover? Daar is, denk ik, geen algemeen antwoord op. Vertrouwen bewaar je – net als vreugde – niet in de koelkast om het eruit te halen als je het nodig hebt. Het is iets dat diep van binnen kan groeien, op een heel persoonlijke manier. Regelmatig de stilte opzoeken of mediteren helpt. Ook het doen van ‘schaduwwerk’ helpt – zie mijn blog over de Psalmen. Maar zoals je bij de oorsprong van een rivier, onderin een meertje, niet kunt ontdekken waar het opwellende water nou precies vandaan komt, zo lukt dat ook niet met vertrouwen. Evenmin met vreugde of liefde. Toch zijn ze er, alle drie, en ze brengen een mens tot bloei.
Dus, laten we beginnen om naar vertrouwen en vreugde te verlangen en ons erop te richten. Ook al bibberen we vanbinnen, net als Habakuk (3:16). Juist in onze onzekere tijd, met een oorlog niet ver weg, in een land vol verdeeldheid en met een chaotische wereld om ons heen.
Praatmee