PKN-scriba Kees van Ekris: "Ik probeer het zwijgen over God moeilijker te maken"

"In zes weken heb ik dit boek geschreven", vertelt Kees van Ekris me aan zijn bureau in Zeist. "Het heet De magie van het geloof. Ik vertel daarin over tien ontmoetingen die ik had als Theoloog des Vaderlands." Kees luistert en kijkt graag en vertelt daar dan over. Of hij daar ook nog tijd voor heeft nu hij secretaris is van de Protestantse Kerk in Nederland, is afwachten. Waarom noemt hij geloven 'magisch'? Wat bedoelt hij met dat woord? En wat fascineert hem zo in de Bijbel?
"Wie ben ik?", zegt Kees. "Nou ⦠er is ergens in Afrika een stam waar mensen als ze die vraag krijgen, niet zeggen hoe ze heten. In plaats daarvan zeggen ze: āIk ben een verhaal. Ik wil je dat verhaal wel vertellen, maar dan moet je tijd hebben. De diepere lagen van dat verhaal komen dan wel naar boven.ā Dat spreekt me wel aan."
Laat ik dan zelf maar proberen jou te typeren. Je bent in elk geval nieuwsgierig.
"Dat klopt wel ja. In de ontmoetingen die ik had voor mijn boek, kwamen aspecten van mij naar boven waar ik me nog niet zo van bewust was vóór ik die mensen tegenkwam. Ik ben 52, en ben er al mijn hele leven mee bezig om zicht te krijgen op wat er allemaal in mij leeft."
Welke eigenschappen heb je nog meer?
"Nou ⦠eh ⦠je merkt aan mijn aarzeling dat ik dat niet zomaar kan opnoemen. Ik heb een bepaalde veelzijdigheid. Ik ben een familieman en een wereldreiziger. Ik ben raakbaar voor veel meningen en mensen. Maar ik ben ook eigenzinnig. (Lachend:) Dat allemaal dus, en nog veel meer!"
Je groeide op in een hervormd gezin in Veenendaal. In wat voor nest?
"Daar heb je het weer. Het was een warm nest, een gewoon gezin - ik had een oudere broer en een jongere zus. Maar het was ook een atypisch, internationaal gezin. Mijn moeder komt uit Canada. Mijn vader had in Indiƫ gevochten en was jarenlang reisleider in Spanje. Mijn wereld was groter dan Veenendaal. Tegelijkertijd was ik ook gehecht aan mijn school, voetbalclub en kerk. Ik was en ben een sensitief kind; de indrukken die me toen raakten, reizen nog steeds met me mee."
Geloof en twijfel
"Ik ben al mijn hele leven intensief in contact met de Bijbel. Het begon met een gebedsboekje dat ik kreeg toen ik acht jaar was: Als ik bid en praat met God. Op school leerden we Bijbelteksten uit ons hoofd om die op te zeggen met Kerst. En in de kerk luisterde ik intens. De Bijbelverhalen werden daar zo levendig verteld dat het dichtbij kwam. Als het Pasen was, wist ik zeker dat de vrouwen die ochtend door Veenendaal hadden gelopen en op de deur hadden geklopt, haha! De ernst van Petrusā verraad, dat hij zo huilde, Jezusā angst in Getsemane - ik maakte het helemaal mee. Het stimuleerde mān verbeelding, inlevingsvermogen en geloof. Het is een voorrecht dat ik die intensieve, emotionele en existentiĆ«le doorleving van de Bijbel en de feestdagen heb meegekregen. En dat die altijd is gebleven."
Heb je nooit getwijfeld aan de waarheid van je geloof?
"Voordat ik theologie oppakte, studeerde ik bestuurskunde en maakte ik vrienden met allerlei medestudenten. Ook dat heeft me gevormd. Hun ogenschijnlijk seculiere manier van leven leek vrijer en zorgelozer. Dat trok me aan. Maar ik vroeg me altijd ook af: Hoe leef je dƔn, wat zijn je bronnen, wat voedt je verbeelding, welke keuzes maak je? Waar haal je inspiratie en troost vandaan? Ik wist al wel dat de levensvragen niet langs hen heen gaan. Na een avond in de kroeg, hoorde ik soms opeens over een vroeg gestorven moeder, of een levenskwestie waar iemand mee zat. Zelf maakte ik een verdieping door. Ik kreeg een band met mijn geloofsbronnen, intellectueel maar ook affectief - mijn gevoel deed helemaal mee. Dat is belangrijk. Van Christus ging ik houden, en ook van de Bijbel. Boeken kwamen en gingen, maar de Bijbel liet me nooit in de steek. Hoezeer ik me ook ontwikkelde, toch bleef de Bijbel me fascineren. Die werd nooit klein, maar juist groter en dieper."
Voordat je predikant werd in Breukelen en Zeist was je docent op Java. Wat heeft dat je gebracht?
"Met studenten uit heel Indonesiƫ vertaalde en las ik het boek Job, na de tsunami (van 26 december 2004, waarbij 230.000 mensen om het leven kwamen, PS). Toen ervoer ik opnieuw hoe krachtig de Bijbel is. Job, een verhaal van meer dan tweeduizend jaar oud, boeit, ontregelt en inspireert mensen nog steeds, en geeft levensmoed. Later, in Breukelen, zag ik dat de Bijbel dezelfde kracht had als in Indonesiƫ. Van de senioren-Bijbelkring daar herinner ik me prachtige gesprekken. Gekoppeld aan een Bijbelverhaal kwamen mensen met hun levenservaringen, de knopen waar ze nog mee zaten, en hun wijsheid. Wie daar laatdunkend over doet heeft er niets van begrepen."
Je promoveerde op de profetische kant van preken. Wat boeide je zo aan de profeten?
"De eerste aanleiding was mijn tijd op Java. Sommige studenten kozen hun preektekst uit een Oudtestamentisch profetenboek. Die teksten waren schokkend actueel. Je zag de corruptie - ook bij kerkleiders -, het machtsmisbruik en de armoede om je heen. De tweede aanleiding is de duiding van de geschiedenis. De secularisatie hield me altijd al bezig. Wat is dat precies, wat gebeurt er - niet alleen sociologisch, maar ook theologisch. Is het Godsverduistering? Is God zwijgzamer geworden? Of zijn er redenen in onze cultuur waardoor Hij zich op afstand houdt? Zijn dat begrijpelijke redenen? Dat zijn profetische vragen, ze gaan over de duiding van de tijd.ā
Stel dat een profeet als Jesaja anno 2025 op de Dam zou staan. Wat zou hij zeggen?
"Voor mijn podcast Moderne profeten maakten we portretten van bijvoorbeeld de componist Arvo PƤrt en de Russische oppositieleider Alexei Navalny. Profetie is heel divers. Ik bezocht voor die podcast het Etty Hillesum Huis in Deventer. Etty is ƩƩn van de meest profetische stemmen uit de Tweede Wereldoorlog. Waarom? Omdat ze dagboeken schreef, het lot van haar volk onderging en menselijk bleef in de angst en ontberingen van Westerbork. Zij zou niet op de Dam gaan staan - daar vind je vaak de schreeuwers met spandoeken. Nee, het ging haar om menselijkheid. De traag werkende, constructieve kracht van mensen die in het dagelijks leven ergens voor stƔƔn, dat is volgens mij profetie. Dat eren we veel te weinig."
In je boek De magie van het geloof verbind je theologie met het leven en werk van mensen anno nu. Maar het lijkt soms alsof je aan psychologie, mythologie of filosofie doet.
"Ik doe aan publieke theologie. Ik luisterde zo lang mogelijk naar mijn gesprekspartners, om waarheid, goedheid en schoonheid op het spoor te komen. Die drie horen bij de theologie. Elke opvatting over de zin van het bestaan raakt aan theologie. Ook de overtuiging van een nihilist - iemand die denkt dat het leven zinloos is. Aan zo iemand vraag ik: Hoe kom je daarbij? Hoe weet je dat?
Ik probeer als publiek theoloog het zwijgen over God moeilijker te maken. Ik zeg het bijna pesterig: we zijn veel minder seculier dan we denken. Ik kwam in al mijn ontmoetingen opvattingen tegen over machten, het lot, God, het leven. Ik genoot ervan en het gaf me een nieuw vertrouwen. Het is niet niks wat christenen zeggen en doen, al wordt er vaak denigrerend over gedaan. En er verschuift iets. Een zure generatie verdwijnt. Er klinken nieuwe stemmen die positiever zijn over het christelijk geloof."
Je hebt het over de positieve Ć©n negatieve kracht van āmythenā - verhalen waar je in gelooft en waaromheen je je leven bouwt. Kan niemand zonder mythe?
"Dat denk ik inderdaad. Als zoān verhaal er niet is, ontstaat er een leegte. In mensen, maar ook in samenlevingen. En dan komt er altijd iets dat die leegte opvult. En dat kan gevaarlijk zijn."
Praatmee