De term 'Voltooid leven' is misleidend en moeten we nooit meer gebruiken

'Wie het wetsvoorstel ‘Voltooid leven’ afwijst, is niet behoudend, maar heeft iets behouden dat ontspanning geeft: erkenning van de grenzen aan onze zelfbeschikking.' Dat stelt SGP-Kamerlid Diederik van Dijk in een bijdrage op sociale media over het wetsvoorstel. Lees zijn volledige bijdrage hieronder!
Een voltooid leven veronderstelt een tot de nok toe gevuld leven. Het heeft een positieve, montere klank. Een sublieme vertolking van het maakbaarheidsideaal. Dit is zo’n misleidend begrip dat we het nooit meer moeten gebruiken. Het gaat niet over mensen met een voltooid leven, maar over mensen die levensmoe zijn. Ze hebben alle belangstelling verloren in de wereld om hen heen. Ze zijn klaar met leven of zien verschrikkelijk op tegen dóórleven. Niks soeverein terugblikken op een voltooid leven, maar lijden aan het leven zelf. De dood moet uitkomst bieden.
In het publieke debat wordt beklemtoond dat het hier gaat over autonome personen die zelf beslissen of en wanneer ze uit het leven stappen. Maar wie dieper graaft, ontdekt dat er achter die zogenaamd autonome mens kwetsbaarheid schuilgaat. Dan kom je eenzaamheid tegen. Het gevoel er niet meer toe te doen. Een blok aan het been te zijn van de eigen kinderen. Of de vrees om teveel te kosten.
Alles wat wettelijk toegestaan wordt, dreigt op een gegeven moment normaal te worden. De angst is reëel dat een ‘voltooid leven-wet’ druk op kwetsbare mensen zet. Dat zij ervaren dat onze samenleving het normaal of zelfs natuurlijk gaat vinden dat mensen uit het leven stappen als ze oud worden. Dat zij zich moeten verdedigen als zij kiezen om te blijven leven in plaats van te willen sterven.
Mensen die dood willen, hebben geen voltooid leven, maar zijn levensmoe. Daarop moet de remedie worden toegespitst. Door eenzaamheid te bestrijden en de wijsheid van de grijsheid te verzilveren. Politiek en maatschappelijke organisaties kunnen hier veel betekenen. Als het leven moeilijk wordt, moeten we mensen niet prijsgeven aan de dood, maar met aandacht, liefde en goede zorg nabij zijn. Aan alle medische behandeling komt een eind, maar niet aan de zorg.
Bovendien moeten we stoppen met het voeden van het monster van de zelfbeschikking. Mensen willen sterven, omdat ze niet kunnen aanvaarden dat ze afhankelijk van anderen worden. Het grootste deel van mijn leven wordt echter bepaald door anderen. Door ouders, echtgenote, kinderen, werkgever en overheden. We zijn nooit de enige auteur van ons levensverhaal. Dat we aan het einde van ons leven nog iets meer regie uit handen geven, hoeft ons echt niet panisch te maken. Wat meer erkenning van de grenzen van onze zelfbeschikking geeft ontspanning. Dat we allemaal eens dood gaan, is op zich al de grootste afrekening met al onze illusies over onze autonomie.
Voor mij is euthanasie onaanvaardbaar, omdat mijn leven in Gods handen ligt. Maar ook niet-gelovigen moeten erkennen dat er meer is dan rationele argumentatie. Vrijwillig kiezen voor de dood moet taboe zijn. Als iemand aan overheid en samenleving vraagt om hem te doden, kan het antwoord slechts zijn: ‘Het spijt ons, dit is voor ons onbespreekbaar.’
Praatmee