Advent: aftellen tot de geboorte van Jezus Christus
Afgelopen zondag was het de eerste zondag van de Advent: het nieuwe kerkelijke jaar is begonnen! Gelukkig nieuwjaar! En moeten we normaal éérst aftellen voor er wat begint, nu beginnen we met aftellen! We tellen tijdens de vier zondagen af tot het Kerstfeest, de geboorte van Jezus Christus.
De lezingen van vandaag leiden ons binnen in deze Sterke Tijd. Als we het Evangelie voor deze zondag lezen zien we gelijk dat ze een vervolg is op de lezingen van Christus Koning. Toen hebben we gelezen over de voleinding der tijden, het einde van alle dingen.
Zo spreekt het evangelie van de eerste zondag van de Advent ook over de komst van de Koning. Hier gaat het om Zijn komst aan het einde der tijden. Wij hoeven daar niet bang voor te zijn. Integendeel, wij mogen uitzien naar de redding die hij brengt.
De advent is van oudsher een tijd van vasten en bidden, dat zien we nog steeds terug in de kerkelijke kleur – paars – dezelfde kleur als in de Veertigdagentijd, en in de liturgie - die is wat soberder dan normaal. We horen een tijdje geen Gloria, dat komt weer in de nachtmis.
Dat vasten en bidden is er bij ons een beetje uitgegaan. De hele maand december is feestmaand geworden. Dat is wel heel gezellig – maar niet helemáál de bedoeling. Want om te zien wat er aan de hand is moet je een heldere geest hebben, en goed opletten.
Een tijd geleden las ik een dagboek van een Duitse schrijver – Walter Kempowski – en dit was het deel van het jaar 1989 – het jaar waarin de Muur viel en er een einde kwam aan het communisme.
Kempowski had 8 jaar in een Oost-Duitse gevangenis gezeten voor hij naar West-Duitsland kon vertrekken – en wat het meest opvalt als je zijn dagboek leest is dat terwijl de eerste signalen al in de zomer van 1989 duidelijk waren, de meeste mensen in het Westen niets opviel. Ze waren zo druk bezig met hun eigen leven, en hun eigen afleidingen dat ze één van de grootste bewegingen van de twintigste eeuw op geen enkele manier hadden zien aankomen. Zelfs veel slimme mensen bleven tot ver in het najaar praten over hoe we maar moesten leren samenleven met het communisme, of dachten zelfs nog dat het communisme beter was!
Het is niet vanzelfsprekend dat je ziet wat er gebeurt. Je moet er ontvankelijk voor zijn. Als je daarentegen vol zit met het een of het ander dan mis je misschien de ontwikkelingen die er toe doen. En dat zijn dan nog maar de dingen van de wereld. Het geldt nog sterker voor de waarheid van het geloof.
Zo is het ook met de advent. Die voorbereidingstijd is ervoor bedoeld dat wij leren kijken, leren opletten, leren wachten op datgene wat komen gaat – zodat we de échte betekenis ervan niet missen.
De advent was een tijd van soberheid, ook vanuit de kennis dat je pas echt feest kan vieren als de feesttijd afgebakend is. Dan is er een duidelijke grens tussen feest en voorbereidingstijd. Des te groter het feest – des te langer de voorbereiding! Pasen is het belangrijkste feest en krijgt de langste voorbereidingstijd van veertig dagen. Kerst is ook bijzonder en belangrijk – en krijgt ongeveer vier weken.
We hebben vier weken om ons geestelijk voor te bereiden op Jezus het licht, Hij die komt om ons te redden van de duisternis. Hij die komt om ons te leren om te zien naar wie klein is, naar mensen voor wie geen plaats is, voor de verborgen verhalen die in alle onopvallendheid de hele wereld richting geven.
Maar om te kunnen zien wat alle eeuwen verborgen bleef moeten we helder uit onze ogen kunnen kijken, en niet afgestompt zijn – in de woorden van het Evangelie. Onszelf niet geestelijk of lichamelijk bedwelmen met obsessies, bezigheden, drank of drugs. Dat is een goed begin. Ons zo helder maken zodat we de opdracht van deze tijd kunnen waarmaken.
Die opdracht is: leren zien, leren ontvangen, leren geven.
Eerst leren zien: want waar het echt om gaat is niet iedereen duidelijk. We zijn als mensen makkelijk afgeleid.
Dan leren ontvangen, de grote gebeurtenissen in dit leven spelen zich niet zomaar ergens anders af – ze veranderen ook onszelf. We moeten leren dergelijke veranderingen, dergelijke ontdekkingen, in ons hart te laten leven, werkelijk te ontvangen.
Tenslotte: leren geven. Als wij ontdekt hebben wat de diepste betekenis is van wat we met Kerst mogen ontvangen mogen wij dit ook weer doorgeven aan anderen. Als ons leven veranderd wordt door de ontmoeting met het Koningskind, dan kan ook de wereld om ons heen niet hetzelfde blijven, dan kunnen wij van hem te getuigen. Hem navolgen in wat hij doet en wie hij is.
Amen.
Bovenstaande boodschap is afkomstig van priester Jan-Jaap van Peperstraten en is met toestemming overgenomen door Cvandaag. Klik hier om de website van Jan-Jaap van Peperstraten te bezoeken.
Praatmee