Abraham kreeg opdracht om zijn zoon te offeren: waarom had hij geen bezwaar?
'In de prehistorische en pre-Romeinse culturen waren mensenoffers niet ongebruikelijk. De Heere veroordeelt die praktijk ook in de Thora. Als Abraham de opdracht krijgt zijn zoon te offeren, horen we niets van een bezwaar daartegen. Vaak wordt dan gewezen op zijn gehoorzaamheid aan de Heere. Maar kan het niet juist ook tegen het licht van de gebruikelijke mensoffers in die tijd staan? Dat Abraham daarom geen bezwaar had en de Heere hem erop wijst dat hij niet zo gediend wil worden?', aldus een vragensteller in de vragenrubriek van Refoweb.nl.
Ds. D. van der Wal antwoordt: 'Als we in Genesis 22 beginnen met lezen zien we in vers 1 dat de HEERE Zelf uitlegt waarom deze geschiedenis plaatsvindt: 'En het gebeurde na deze dingen dat God Abraham op de proef stelde.' Over het verbieden van mensoffers of dat Abraham te leren, lezen wij hier niets. Ook in het verdere verloop van deze geschiedenis wordt daar niet direct noch indirect over gesproken. De keren dat de HEERE duidelijk waarschuwt tegen het brengen van mensenoffers verwijst Hij nooit naar de geschiedenis uit Genesis 22.
Ook in de Rabbijnse uitleg van Genesis 22 komt het verbod op mensenoffers nauwelijks voor. Ook in de Vroege Kerk en daarna kwam de nadruk sterk te liggen op de gelovige houding van Abraham en het bereidwillige van Izak. Daarbij groeide snel de typologische uitleg waarbij Izak werd gezien als type van Christus', aldus de christelijke gereformeerde predikant uit Aalten.
Praatmee