De berg van beproeving: God vraagt soms eerst geloof voordat Hij voorziet
Toen sloeg Abraham zijn ogen op en keek om, en zie, achter hem zat een ram met zijn hoorns verstrikt in het struikgewas. Abraham ging erheen, nam die ram en offerde hem als brandoffer in de plaats van zijn zoon (Genesis 22:13). Het moment is voorbij. De engel van de Heer heeft gesproken.
Abrahams hand is gestopt, het mes flitst niet. Izak ligt nog op het altaar, maar zijn lot is veranderd. En dan, terwijl de stilte nog in de lucht hangt, gebeurt er iets opmerkelijks. Een ram, gevangen in de struiken. Was hij er de hele tijd al? Of verscheen hij op dat moment? We weten het niet. Maar wat we wél weten, is dat dit geen toeval is. Dit is voorziening. Dit is genade.
Izak wordt vrijgelaten. In zijn plaats sterft een ander. Dit is niet slechts het einde van Abrahams beproeving, maar een profetisch beeld van iets groters. Van een dag, eeuwen later, waarop een andere geliefde Zoon zich op een heuvel in dezelfde regio zou bevinden. Niet om gered te worden, maar om zichzelf als het ultieme offer te geven.
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl








































Praatmee