Afscheiding hing als een dreigende wolk boven de Gereformeerde Bond
Zowel in 1834 (Afscheiding) als in 1886 (Doleantie) verliet een deel van de gereformeerde belijders de toenmalige Nederlandse Hervormde Kerk. Onder de achtergebleven gereformeerde belijders in de NHK ontstond in 2004 opnieuw een breuk toen een deel niet meeging met de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). In Gebleven en meegegaan onderzoekt ds. H. J. C. C. J. Wilschut de motieven van de gereformeerde belijders die bleven in 1834/1886 en die wel meegingen in 2004. In onderstaand boekfragment zoomt hij in op de motieven van (gereformeerde belijders in) de Gereformeerde Bond (GB) om te blijven binnen de NHK en later binnen de PKN.
In 1906 werd de āGereformeerde Bond tot vrijmaking der Nederlandsche Hervormde Kerkenā (GB) opgericht. Als achtergrond noemt M. van Grieken de procedure Louis BƤhler (een hervormd predikant die zich lovend uitliet over het boeddhisme) en de val van het christelijke kabinet Kuyper, beide in 1905. C. Graafland acht dit een te smalle benadering en wijst op theologische en geestelijke achtergronden, die naar zijn mening waarschijnlijk een nog grotere rol hebben gespeeld dan de kerkelijke en politieke factoren.
In mijn boek Gebleven en meegegaan signaleer ik dat de Confessionele Vereniging niet alle gereformeerde belijders vertegenwoordigde. Over de omvang van en omgang met de gereformeerde belijdenis was onder deze belijders verschil. Bij de oprichting van de GB lag de volle nadruk op de drie formulieren van eenheid, inclusief en zelfs met name de Dordtse Leerregels (DL).
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee