Zonder bloedstorting is er geen vergeving: wat zeggen joodse uitleggers?
Jezusgelovigen zullen altijd volhouden dat er āzonder bloedstorting [dus zonder het (zond)offer] geen vergevingā is, want dat is precies wat zij lezen in HebreeĆ«n 9:22. Let wel: dit woord werd geschreven door een joodse man, doorkneed in de Tenach, en aan joodse lezers.
Geen van die joodse lezers zou in die tijd de Bijbelse waarheid van deze uitspraak betwijfeld hebben. Geen Hillel, geen Sjammai, geen GamliĆ«l. Zij zouden zich, als er dan beslist een Tenachische bewijsplaats moest komen, ongetwijfeld het eerst op Leviticus 17:11 beroepen hebben, waar JHWH zegt: āWant het leven van het vlees is in het bloed, en Ik heb dat [bloed] zelf voor jullie op het altaar gegeven om voor jullie levens verzoening te doen. Want het is het bloed dat door middel van het leven verzoening bewerktā. Zeker, iedere aandachtige lezer weet dat de eigenlijke boodschap van dit Bijbelgedeelte het verbod op het eten van bloed is. Maar dat verandert niets aan de waarheid van wat hier min of meer in een tussenzin geschreven is: het bloed is het dat verzoening brengt, en wel (voegen we toe) over personen die zich voor God verootmoedigen en hun zonden oprecht belijden.
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee