Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Dat is een lastige vraag; immers, om te beginnen: wat is evangelisch? In Amerika worden orthodox-gereformeerden ‘evangelicals’ genoemd, en omgekeerd ben ikzelf niet ‘evangelisch’ in Duitse zin (namelijk luthers). Ik noem mezelf trouwens sowieso niet graag ‘evangelisch’. Hoe ouder ik word, des te liever noem ik mezelf zo breed mogelijk alleen nog maar een ‘Niceaans christen’, dus iemand die zich identificeert met elke christen die (misschien op wat details na) zich oprecht met de Geloofsbelijdenis van Nicea identificeert.
Naast ‘evangelisch’ is ‘traditioneel’ al net zo lastig te definiëren. De baptisten en de Vergaderingen van Gelovigen bestaan al 170 jaar in Nederland, dat is veel ouder dan bijna alle afgesplitste gereformeerden in Nederland (op de Afscheiding van 1834 na). En de pinkstergemeenten zijn ook ouder dan bijvoorbeeld de gergemmers en de vrijgemaakten (om van de hersteld-hervormden maar te zwijgen). Bovendien, traditioneel of niet, alle kerken en gemeenten veranderen voortdurend. De katholieken van vandaag zijn totaal anders dan die in de tijd van de Reformatie. En de calvinisten van vandaag zijn totaal anders dan die van de 17e eeuw; kijk maar naar hét calvinistische standaardwerk van die tijd, de Synopsis purioris theologiae (‘Samenvatting van de zuiverder theologie’), waarmee nauwelijks nog een hedendaagse calvinistische theoloog zich zou willen identificeren. Vandaag hebben we maar liefst vijftien calvinistische richtingen in Nederland, van bevindelijk-gereformeerd tot Kuyperiaans gereformeerd, en ten diepste hebben die allemaal een net wat andere kijk op wat ‘gereformeerd’ is.